Een huis voor iedereen? Dat vraagt om meer creativiteit in het woonbeleid
Het gaat niet helemaal lekker op de woningmarkt, dat zien we allemaal. Huizen zijn schaars en de woningen die er zijn, zijn voor een grote groep mensen onbetaalbaar. Aan de regering om een creatiever én vrijer woonbeleid op te stellen. Want bouwen, bouwen, bouwen is niet de (enige) oplossing.
Wie op zoek is naar een nieuwe woonplek komt terecht in het wilde westen. Studenten hospiteren zich suf, starters en middeninkomens vallen tussen wal en schip, een nieuwe generatie werkende armen is opgestaan en door heel Nederland neemt het aantal economisch daklozen toe: mensen die wel een baan hebben, maar geen huis kunnen betalen.
Om het woningtekort te dichten moeten duizenden woningruimtes gerealiseerd worden. Die woningen kan je natuurlijk massaal uit de grond stampen, maar gezien het stikstofprobleem en het groeiende grondstoffentekort is dit nogal een dingetje. Bovendien komt de prijs van een groot deel van de nieuwbouwwoningen niet overeen met het budget van woningzoekenden. Er wordt de komende jaren dan ook een flinke dip verwacht in de nieuwbouw.
Kortom: moeten we niet ook op zoek naar andere opties om het tekort op te vullen en betaalbare woningen te realiseren?
Het antwoord is: ja. Het vraagt alleen iets meer creativiteit van het woonbeleid.
Wat kost een huis echt?
We wijzen vaak naar het woningtekort als boosdoener van de hoge huizenprijzen, want ‘daar waar schaarste is stijgen de prijzen’. De werkelijke schuldige is – onder andere – de lage rente. Doordat mensen relatief makkelijk aan een lening konden komen, stegen de huizenprijzen enorm. Dit heeft alles te maken met het woonbeleid dat de regulering op huurwoningen en hypotheken vermindert en overlaat aan de markt. Hetzelfde geldt voor grond, wat onderdeel is van het economische verkeer. Hierdoor kan meer dan ooit gespeculeerd worden op woningen. En dat maakt het moeilijk om aan een betaalbare woning te komen. Het bouwen van nieuwe huizen om de schaarste op te vullen, zal dus niet zorgen voor een daling van de huizenprijzen. Daar is iets anders voor nodig.
Op de vrije markt wordt gekeken naar de subjectieve waarde van een huis. Dus: wat iemand bereid is neer te leggen voor een pand. Heb je een flinke bankrekening, dan zit je goed. Maar ben je minder bedeeld, dan wordt het een stuk pittiger. De subjectieve waarde van een huis staat in contrast met de objectieve waarde van een huis. Dit is de som van de bouwkosten en arbeidskosten. Het zal geen verrassing zijn dat vanuit deze waarde bekeken we veel te veel betalen voor ons onderkomen.
Aan de regering om het woonbeleid aan te passen, de vrije markt wel te reguleren en de objectieve waarde van een huis voorop te stellen. Dan zullen er veel meer betaalbare woningen zijn voor meer mensen.
Bouwen of herverdelen?
Josta van Bockxmeer onderzocht voor De Correspondent of het een idee is om woningen beter te verdelen, in plaats van massaal nieuwe woningen te bouwen. Zij stuitte op een onderzoek dat constateert dat wanneer woonruimte herverdeeld zou worden, er genoeg plek is voor drie miljoen extra mensen. Daarbij is uitgegaan van 65 vierkante meter voor een eenpersoonshuishouden en 88 vierkante meter voor een tweepersoonshuishouden. Dit komt overeen met het gemiddelde en zelfs dan heb je nog zat plek.
Om te kunnen herverdelen is de vraag waar we die ruimte kunnen vinden. Bijvoorbeeld in de nieuwbouwwijken uit de jaren ’70 waar babyboomers zich hebben gevestigd en de kinderen uit huis zijn. Zij zouden studenten in huis kunnen nemen, de woning kunnen opsplitsen of kunnen – mits ze een geschikte woning kunnen vinden – doorstromen naar een kleinere plek. Allemaal mogelijkheden die ruimte creëren voor héél veel mensen. Zo wil Stichting Statiegeld Op Jeugd (SOJ) woningen van ouderen opsplitsen, zodat jongeren boven kunnen wonen en de ouderen in hun eigen huis op de benedenverdieping kunnen blijven.
Daarnaast wordt het mensen met een sociale huurwoning moeilijk gemaakt om meer mensen in huis te nemen. Zij worden dan gekort op hun uitkering of moeten hun huis uit. Zonde, want er is zat plek in sociale huurwoningen voor meer mensen.
Dus voordat we massaal gaan bouwen, meer stikstof in de lucht pompen en veel grondstoffen verbruiken, kunnen we kijken naar duurzamere oplossingen om woonruimte te realiseren.
Vrijheid blijheid
Veel mensen hebben geen zin om een te dure hypotheek af te sluiten of te huren tot je een ons weegt. Er is een groeiende behoefte aan alternatieve woonvormen. Dat zien we bijvoorbeeld aan hoe vaak onze blog over tiny house pionier Marjolein Jonker gelezen is. Of aan het aantal aanmeldingen dat De Stadsnomaden Nijmegen per week krijgt. En aan de aanwas van woonprojecten die het net even wat anders doen, zoals ecodorpen.
Maar ook dan wordt het in Nederland mensen niet makkelijk gemaakt. Grond is duur en de regels vliegen je om de oren. Een klein huisje bouwen en met een paar mensen op een stuk grond staan? Dacht het niet, zegt de Nederlandse overheid. Krijgen mensen wel de vrijheid om hun eigen woonplek vorm te geven, dan komen er ook meer woningen. En die zijn dan ook nog betaalbaar én duurzaam.
Om het woningtekort op te lossen moeten de regels als het op grond aankomt dus versoepeld worden en minder geld-gecentreerd zijn. Volgens de woordvoerder van De Nijmeegse Stadsnomaden is het een goed idee als overheden de voorkeur geven aan initiatieven vanuit burgers. En zich minder focussen op de woningbouwcorporaties en beleggers. Want als aan mensen zelf wordt overgelaten hoe ze willen wonen, worden ze creatiever, gelukkiger en voelen zij meer verbinding met en verantwoordelijkheid voor hun plek.
Allemaal goede ideeën
Zodra de regels van het woonbeleid versoepelen, zijn er genoeg goede ideeën om mee aan de slag te gaan. Bijvoorbeeld containers waarin studio’s gemaakt kunnen worden. Of wat dacht je van op vakantieparken wonen? Veel accommodaties staan leeg en zijn fijne leefruimtes. Leegstaande bedrijfspanden zijn ook een prima onderkomen. Alleen al in Utrecht zouden die onderkomen aan 17.000 mensen kunnen bieden.
In Nederland heerst het idee dat we te weinig grond hebben; ‘want we zijn een kikkerlandje’. Maar als je creatief met ruimte omgaat, kunnen we die heersende opvatting van tafel vegen. Een grote achtertuin is een prima plek voor een tiny house. Of op een stuk land van een boer waar niks mee gedaan wordt. Legaliseer dat en er is genoeg ruimte.
Dus als het op bestaande woningen aankomt is het aan overheden om het wilde westen van de vrije markt in te dammen. En daarnaast is het een goed idee om de teugels te laten vieren voor nieuwe projecten vanuit burgers zelf. Kortom, geef burgers meer vrijheid en beperk de vrije markt. Dat is een creatief woonbeleid dat de balans herstelt.
Iedere week een flinke dosis positiviteit en blikverruimende kennis in je mailbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang gratis ons nieuwste e-magazine. Inspiratie gegarandeerd.
Oorspronkelijk gepubliceerd op 29 september 2020. Laatste update: 28 mei 2023.