Woongemeenschap opzetten

Hoe zet je een woongemeenschap op? 

15 maart 2023 DOOR Roanne van Baren Groen LEESTIJD: 10 MIN

De behoefte aan gemeenschappelijke woonvormen groeit. Maar het realiseren van een woongemeenschap is vaak nog ‘zwemmen tegen de stroom in’. Het is al niet makkelijk om een woning te vinden, maar het is nog altijd makkelijker om een woning te bemachtigen in je uppie in een anonieme wijk dan in een collectief geheel. Toch kan het, en komen er ieder jaar nieuwe woongemeenschappen bij. Deze mensen gingen ons voor en geven ons zwemvliezen om de stroming te trotseren.

De ene realiseert een woongemeenschap door samen met vrienden een boerderij te kopen en deze op te splitsen. Een ander door een plan in te dienen bij de gemeente voor een kavel. En weer een ander begint bij de behoeften van een boer met een groot erf en creëert daar een woongemeenschap omheen. Er is niet één gouden ticket dat naar een woongemeenschap leidt: afhankelijk van de gemeente, de behoeftes van initiatiefnemers, de groep mensen die er uiteindelijk gaan wonen en de beschikbare middelen verschilt de weg die je het beste kunt bewandelen. 

Van eenzame boer naar florerende gemeenschap

Mieke Elzenga van LiberTerra heeft in twee jaar tijd een woongemeenschap in het Noord-Hollandse Koedijk opgezet. Het plan is om uiteindelijk vijftig van dit soort gemeenschappen te creëren. Dat is mogelijk, volgens Mieke, door bij landeigenaren te beginnen: “Een boer heeft bijvoorbeeld mantelzorg nodig, of wil de transitie maken van reguliere landbouw naar regeneratieve landbouw, en weer een andere boer heeft geen erfgenaam. Dan kijk ik samen met ze hoe we door het bouwen van een gemeenschap in die behoeften kunnen voorzien. Als een boer een voedselbos wil opzetten, dan kan de gemeenschap de expertise bieden, maar ook inkomsten voor de periode dat het voedselbos nog onvoldoende oogst voortbrengt.”

Vanuit daar zet Mieke ‘pilots’ op, want gemeenten zijn eerder geneigd om bestemmingsplannen van boerenerven tijdelijk te wijzigen in plaats van permanent. Meestal gaat het dan om een periode van tien jaar met kans op verlenging met nog eens vijf jaar. Blijkt het project een succes te zijn, dan kan de woongemeenschap wellicht blijven. Vanwege de tijdelijke aard bouwen ze bij LiberTerra mobiele tiny houses. Elke pilot moet uniek zijn en een maatschappelijk belang dienen, daarom is de rode draad van iedere nieuwe gemeenschap een andere maatschappelijke transitie: landbouw, energie of mentale gezondheid.

Aan zo’n pilot koppelt Mieke diverse initiatieven en instanties die betrokken zullen zijn bij het tot stand komen en in stand houden van het project (“een groot netwerk is belangrijk”, zegt ze daarover) en dient ze het plan voor de pilot in bij de gemeente en eventueel de provincie. Daarna gaat ze pas op zoek naar de mensen die daadwerkelijk op de locatie gaan wonen. 

“We komen niet alleen halen, maar ook brengen”, vertelt Mieke. “De pilots bieden altijd oplossingen voor meerdere problemen van gemeenten. Denk aan eenzaamheid, afnemende biodiversiteit, vergrijzing, woningtekort, van fossiele brandstoffen afkomen, etcetera. Ik denk dat je niet moet vechten tegen systemen, maar alternatieven moet bieden door nieuwe projecten op te zetten. Dan creëer je win-win-win situaties voor alle betrokken partijen.” 

Een groep mensen met een droom

Andere woongemeenschappen legden de weg precies andersom af: van de mensen met een wens om samen in een gemeenschap te wonen naar grond. 

De schoonzoon van Renz Pijnenborgh wilde graag zo duurzaam mogelijk wonen in een gemeenschap en vroeg zijn schoonvader (die gespecialiseerd is in biologische bouw) om advies. Renz zag het wel zitten om met zijn familie dit avontuur aan te gaan en samen zochten ze naar andere gelijkgestemden om het project op te zetten. De groep Bewust Wonen Werken Boschveld (BWWB) was in het leven geroepen en had de droom om samen met vierentwintig huishoudens de regie te hebben over hun leefomgeving: “We droomden van een plek waar we elkaar ontmoeten, met een gezamenlijke binnentuin, een gemeenschappelijke ruimte en een werkplaats. Waar we dingen kunnen delen en oog hebben voor elkaar. Met eetbaar groen en veel biodiversiteit. Met gesloten kringlopen, zoveel mogelijk hergebruik van materialen en zo min mogelijk energieverspilling.” 

Vanuit hun burgerinitiatief richtten ze een Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) op en dienden hun ontwerp en plan in bij de gemeente Den Bosch. Dit werd goedgekeurd. Vervolgens vroegen ze een ontwikkelingssubsidie aan bij de provincie Noord-Brabant (veel provincies verstrekken dit soort subsidies) en kregen deze om aan de slag te gaan. Ze kochten een stuk grond van de gemeente en begonnen met behulp van een lening aan de bouw van de woningen. Omdat ze zo ecologisch mogelijk wilden wonen, zijn ze niet aangesloten op het riool, maar maakt de gemeenschap gebruik van een helofytenfilter en zijn de huizen gebouwd van biobased materialen. “Zo creëerden we een sociale, groene oase in hartje Den Bosch”, vertellen de initiatiefnemers. 

In Amsterdam heeft een groep mensen zelf een wooncoöperatie en inmiddels staat de ecologische woongemeenschap De Warren te schitteren in IJburg. 

Een welwillende en ervaren gemeente 

Sommige gemeenten hebben al dermate veel ervaring opgebouwd en kennis opgedaan met het realiseren van woongemeenschappen en ecologische woonvormen, dat ze helemaal om zijn en niet meer overtuigd hoeven te worden. Dat is het geval in Olst-Wijhe. De burgerinitiatieven Aardehuizen en Vriendenerf bleken een succes te zijn en daardoor had de gemeente Olst-Wijhe genoeg vertrouwen om zelfbouwkavels beschikbaar te stellen aan een groot publiek, verklaart wethouder Marcel Blind.

Onze ambassadeur en tiny house pionier Marjolein Jonker werd ingeloot en mocht zelf een tiny house op een zelfbouwkavel van 375 vierkante meter zetten. De enige voorwaarde was dat er circulair en natuurinclusief gebouwd moest worden. “De wijk is nog in opbouw, maar uiteindelijk zullen er 73 huishoudens in Olstergaard komen wonen”, vertelt Marjolein. “Naast tiny houses, bouwen zelfbouwers huizen van stro en leem, houtskeletbouw-huizen of een huis met een blokhuis-systeem. Mijn huisje van vierentwintig vierkante meter is gebouwd met isolatie van hennep en jute en houtvezelplaten, zit niet op het stroomnet en de wc en wasmachine draaien op regenwater.

Buren plus, noemen de zelfbouwers hun gemeenschap. De gemeente heeft in co-creatie met bewoners de wijk vormgegeven en ervoor gezorgd dat er een gemeenschappelijke kavel in de wijk is die de buurtbewoners samen kunnen vormgeven. Daar worden nu al vrijdagmiddagborrels georganiseerd.

Woongemeenschap opzetten

Woongemeenschap Olstergaard – Fotograaf: Andre van den Akker

Marjolein: “Als gemeenten niet weten dat mensen de wens hebben om zo te wonen, dan gaan ze daar niet op anticiperen of grond voor vrijmaken. Dus moeten we erom vragen. Zodat gemeenten betaalbare zelfbouwkavels, zoals hier in Olst-Wijhe, beschikbaar kunnen stellen. Omdat gemeenten naast woningen realiseren ook allerlei andere doelstellingen hebben, maak je als groep meer kans als je die doelen (zoals: duurzaamheid, energieneutraal en biobased bouwen, samenredzaamheid) in je plan meeneemt. Dan wordt het veel interessanter voor ze en kunnen ze het ook verantwoorden naar de bredere gemeenschap.” 

Meer gemeenten hebben het aangedurfd om grond voor zelfbouwers beschikbaar te stellen, zoals in Oosterwold. De gemeente Nijmegen stelt elk jaar twee kavels beschikbaar voor CPO’s.

Wil je een eigen woongemeenschap opzetten in een minder welwillende en ervaren gemeente, gebruik Olst-Wijhe (en succesverhalen van andere gemeenten) als voorbeeld bij het indienen van je plan. Voorbeelden kunnen de scherpe randjes en angsten van gemeenten wegnemen. 

Woningbouwcorporaties die het anders doen

“Voor mensen die zoiets helemaal niet kunnen betalen moeten woningcorporaties aan de slag”, stelt Marjolein. “In Deventer, Sprang-Kapelle, Den Bosch en Den Helder hebben woningcorporaties al tiny house gemeenschappen in samenwerking met de huidige bewoners opgezet.”

En er zijn nog meer voorbeelden: zoals Strowijk Iewan. Deze woongemeenschap kon ontwikkeld worden in Nijmegen door samen te werken met woningcorporatie Talis. Het avontuur begon met een groep mensen die in een gemeenschap in een oud klooster woonde, maar graag op een meer ecologische manier wilde wonen. Ze konden aan grond komen doordat de gemeente bouwkavels beschikbaar stelde.

Inmiddels is Iewan het stokpaardje van de woningcorporatie Talis en zijn er meerdere woongemeenschappen gebaseerd op deze constructie, zoals ecodorp Zuiderveld

Woongemeenschap opzetten

Strowijk Iewan

Anarchie

Mocht je geen zin hebben om te wachten tot een plan wordt goedgekeurd door diverse instanties, dan kun je altijd nog kiezen voor rebellie. Dat is in een land waarin wonen niet als basisrecht wordt behandeld, maar een middel is geworden om veel geld mee te verdienen, een geoorloofde strategie, vinden grondkrakers

Zoek een geschikt verwaarloosd terrein uit, adviseert Erik Groen. Hij vond er acht jaar geleden eentje in Wageningen waar een ziekenhuis had gestaan, zette zijn camper neer en breidde het uit tot een ecodorp. Inmiddels is ecodorp Ppauw een culturele broedplaats in Wageningen en hebben de bewoners de gemeente en de eigenaar zover gekregen dat er een ‘legaal’ ecodorp komt. “We hebben de handtekeningen van de grondeigenaren binnen en bereiden een haalbaarheidsstudie voor”, vertelt Erik: “De bedoeling is om in vijf jaar een ecologische woongemeenschap met 150 woningen te realiseren. Tot die tijd blijft Ppauw zich als vrijplaats door ontwikkelen. De bedoeling is om van heel Wageningen een ecodorp te maken.” 

Ecodorp Ppauw is niet de enige woongemeenschap die op deze manier is gerealiseerd. Ook de mensen van de Stadsnomaden Nijmegen en het Betonbos in Groningen leven door grond te kraken in een gemeenschappelijke woonvorm. De Stadsnomaden hebben nu een overeenkomst met de gemeente Nijmegen om stukken grond tijdelijk te bewonen en de bewoners van Betonbos wonen al bijna twintig jaar op hetzelfde terrein omdat de eigenaar geen concrete plannen heeft. 

Vele wegen leiden naar woongemeenschappen, laten de mensen zien die ze realiseerden. Het begint met een wens, gevolgd door een plan en uiteindelijk blijkt dat waar een wil is, ook een weg is. We moeten alleen durven te zwemmen, en de waar de stroom op haar sterkst is volhouden.

Meer tips om je eigen woongemeenschap op te zetten?

  • Zoek mensen met verschillende expertises die je kunnen helpen en wellicht ook je toekomstige buren worden. Op deze manier hoef je niet in je uppie het wiel uit te vinden en klopt het financiële, juridische en bouwkundige plaatje eerder. 
  • Ga langs bij open dagen van woongemeenschappen. Laat je inspireren en vraag de initiatiefnemers het hemd van het lijf.
  • Wil je meer begeleiding? Dan kan een workshop ‘zet je dromen in de steigers’ helpen. Hier leer je meer over wat er allemaal komt kijken bij het opzetten van een woongemeenschap. 
  • Een meer laagdrempelige optie dan een locatie moeten fixen waar nieuwe huizen gebouwd mogen worden, is om samen met gelijkgestemden een boerderij te kopen. Dat deed deze vriendengroep uit Utrecht bijvoorbeeld. Zij wilden graag met elkaar wonen, kochten samen een boerderij (hoe meer mensen, hoe lager de kosten) en bouwden het om zodat ze er met z’n zevenen konden gaan wonen. Inmiddels is de hele boel gereed en delen ze de keuken, tuin en een aantal badkamers. 

Heb je nog meer tips? Laat het ons weten in de reacties! 

Foto header: LiberTerra Geestmerambacht

Op zoek naar meer inspiratie over alternatief wonen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief, dan mis je niks en ontvang je ons laatste e-magazine cadeau.

Roanne van Baren

Roanne duikt in de moeilijke vragen van deze tijd, onderzoekt het hele palet en komt boven water met nieuwe perspectieven en verhalen.

Bekijk alle artikelen van Roanne van Baren
Abonneer
Laat het weten als er

3 Comments
Meest gestemd
Nieuwste Oudste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Steun
MaatschapWij
10 EURO
Bij MaatschapWij zetten we al meer dan zeven jaar denkers en doeners in de schijnwerpers die onze samenleving groen, gezond en verbonden maken. Zonder betaalmuur of andere obstakels. En zonder winstoogmerk. Dit collectief kan zonder financiële steun niet bestaan. Veel hebben we niet nodig: elke donatie, hoe klein of groot ook, is welkom. Sluit je aan, we hebben je nodig!
Tuurlijk!
GERELATEERD