Je bent jong en probeert de Aarde te redden: zeven twintigers delen hun ervaringen
De twintigers van nu groeiden op met steeds alarmerende berichten over klimaatverandering. Al snel beseften ze dat hun leven er niet hetzelfde uit kon zien als dat van hun ouders. Zij moesten het anders gaan doen: anders reizen, anders wonen, anders eten, anders leven. Groen. En duurzaam. Hoe kijken zij zelf tegen hun positie in de wereld aan? Zeven jongvolwassenen delen hun ervaringen.
Wat doen jullie voor de Aarde?
Elise (28): “Ik kan het echt beklemmend vinden als ik te veel over de klimaatproblemen nadenk. Maar door er iets aan te doen, bijvoorbeeld – zoals ik deed voor mijn scriptie – koffiedik inzamelen en daar oesters op kweken, wordt het behapbaar. Dan maak je een heel abstract en groot onderwerp ineens praktisch en krijg je het gevoel dat je nog iets van invloed hebt in plaats van dat we met z’n allen denken: ‘Jeetje, wat zijn het allemaal grote problemen.’ Met die instelling gaan we het niet redden. Op heel veel dingen hebben we geen invloed. Maar daarom probeer ik te kijken naar wat ik wél kan doen, zodat ik tenminste iets van positieve impact kan maken. We zijn wel de generatie die het moet gaan doen.”
Stefan (28): “We voelen allemaal de urgentie om iets te doen. In mijn geval help ik studenten persoonlijk op weg om te kijken wat zij kunnen betekenen. Dat voelt als heel waardevol.”
Er is vliegschaamte, baarschaamte, vleesschaamte… Schamen jullie je weleens als het om het klimaat gaat?
Stefan: “Ja, ik ervaar wel een soort persoonlijk ongemak. Ik sta ook gewoon in de supermarkt boodschappen te doen en dan koop je al snel courgettes uit een ander land. Je doet het nooit honderd procent goed.”
Hilly (23): “Als ik een nieuwe jas koop, denk ik: ‘Dat is toch weer een nieuwe jas. Had ik ook tweedehands kunnen kopen’. Maar ik denk dat je jezelf de tijd moet gunnen, je kunt niet in één keer alles perfect doen. Als iedereen meer bewust wordt van de problemen, kunnen we het met z’n allen een stukje beter doen.”
Fenna (26): “Ja, ik geloof niet dat we naar perfectie moeten streven. Het gesprek aangaan met mensen werkt veel beter dan jezelf afrekenen op bepaalde acties. Dat merk ik ook bij mijn ouders. We praten er vaak over met elkaar en nu eten ze bijvoorbeeld geen vlees meer. Als ik nadenk over kinderen krijgen, dan wil ik dat eigenlijk niet op deze wereld. Ik heb teveel gelezen en gezien. Ik denk niet dat het nog goed gaat komen. Zo ontzettend jammer dat we het zover hebben laten komen. We zijn allemaal intelligente wezens, maar dit is achteraf misschien toch niet heel intelligent. Een beetje verdrietig eigenlijk.”
“Wanneer je eenmaal denkt in mogelijkheden, voel je veel meer vrijheid en voldoening”
Hoe blijven jullie mentaal gezond op een opwarmende Aarde?
Berber (21): “Ik vond het in het begin heel moeilijk om te leren over de circulaire economie, want daardoor viel het nog meer op dat de ‘reguliere’ wereld nog steeds lineair is. Dan dacht ik vaak: ‘Het komt niet meer goed.’ Ik draaide door, wilde niks meer kopen en iedereen bewust maken van duurzaamheid. Maar ik kon mensen niet bereiken en voelde me machteloos. Alsof ik de hele wereld op mijn schouders droeg. Voor mij hielp het om te beseffen dat ik het niet allemaal in mijn eentje kan oplossen.”
Elise: “Ik krijg vaak terug van vriendinnen: ‘Joh, wat maak je het jezelf moeilijk.’ Of: ‘Trek het je niet zo aan’. Ik denk dat het echt een last is om het wél te zien. Veel jongeren hebben ook last van een klimaatdepressie. Je moet weerbaar genoeg zijn om er niet aan onderdoor te gaan. Ik merk dat het voor mij helpt om met gelijkgestemden te praten.”
Stefan: “Ja, ik ben me er ook heel erg van bewust dat ik het mezelf moeilijk maak op deze manier en dat maakt het ook gelijk een lastige boodschap om te verkopen. Als je op een verjaardagsfeestje zit dan vertel je niet voor de lol: ‘Ik heb nog een goede tip voor je. Je leven wordt er wel een stuk moeilijker van.’ Maar ik zie het grotere plaatje en kan dat niet meer níet zien. Ik zie wat ik daarin kan doen. En dat het uitmaakt of ik vlees eet of niet, of dat ik met het vliegtuig reis of niet.”
Shanna (22) : “Soms voel ik me weemoedig als ik zie dat veel mensen bijvoorbeeld nog steeds fast fashion kopen. Alsof ik heel hard ren, terwijl de rest nog redelijk stil staat of zelfs achteruit loopt. Tegelijkertijd wil ik niet degene zijn die altijd blijft drammen dat iets niet duurzaam is. Ik wil eerder laten zien hoe vet duurzaamheid is. Ik zie dat ook als creatief denken: duurzaamheid is omdenken. Wanneer je eenmaal denkt in mogelijkheden, ‘wat kan ik wel eten als veganist of vegetariër’ in plaats van ‘wat moet ik allemaal laten’, voel je ook veel meer vrijheid en voldoening.”
Hoe kijken jullie naar de toekomst?
Stefan: “Dat zijn vragen waar ik heel ongemakkelijk van kan worden. Want: Hoe ziet mijn leven er over dertig of veertig jaar uit? Wat is er dan veranderd in de wereld? Tot hoever kunnen we het nog remmen? En doe ik wel genoeg? Of moet ik nog meer doen of iets anders..?”
Fenna: “Ik merk dat ik het heel lastig vind om vooruit te kijken en dat ik mezelf nu een beetje heb aangeleerd om met de dag te leven. Dat is een beschermingsmechanisme, omdat ik anders teleurgesteld raak. Ik vind het ook heel oneerlijk en kan ook echt boos worden als ik volwassenen zie die lekker met hun dingetjes bezig zijn zonder zorgen. Dan vraag ik me af: ‘Hebben jullie enig idee wat er gaande is en waar wij jongeren straks mee zitten?’”
Hilly: “Nederland kan nog heel veel doen. We hebben prachtige doelen om in 2050 circulair te zijn. Maar we kunnen niet alleen maar doelen stellen, we moeten ook gaan doen. Ik heb het gevoel dat hoe verder je een doel stelt in de toekomst, hoe later je pas aan de slag gaat. Nederland is heel innovatief, maar laten we die innovatie nu eens volledig loslaten op de circulaire economie. Want ja, het moet wel een keertje gebeuren.”
Marie (25): “Ik ben op een klein Duits eiland opgegroeid, één van de waddeneilanden in de Noordzee. Hier hebben we geen auto’s en elke keer als je materialen haalt, moet je ergens met een schip heen en het met paard en wagen naar je huis verplaatsen. Hergebruik is daarom heel normaal op mijn eiland. Voor een nieuwe muur gebruiken we stenen van een oude muur, want anders wordt het heel duur. Het moet overal normaal worden om zo te bouwen. Onze grootouders deden het ook al zo, dus wij kunnen het ook.”
Benieuwd naar de verhalen van mensen die in Noord-Nederland bouwen aan een circulaire toekomst? Bekijk de documentaire ‘Ode aan het ongemak’ van het Noordelijk Innovatielab Circulaire Economie (NICE).
Dit verhaal maakten we in opdracht van het Noordelijk Innovatielab Circulaire Economie (NICE)