Bijdragen aan het grotere geheel? Laat je ego varen en focus je op lokaal
Op lokaal niveau de handen ineenslaan voor een betere toekomst, dat is volgens Riek Siertsema het geheim van leefbare regio’s. Als bestuurder brengt ze circulaire initiatieven in Noord-Nederland samen en verschuift ze normen. Riek: “We moeten ons ego aan de kant durven zetten en ons weer wederzijds afhankelijk opstellen, net zoals gemeenschappen dat vroeger deden.”
“Als je nadenkt over de toekomst van een regio, moet je eerst weten waar je vandaan komt”, vertelt Riek Siertsema vanaf het Hunebedcentrum in het Drentse Borger, waar ze als vrijwilliger bij betrokken is. “De mensen die hier lang geleden leefden wisten dat ze elkaar nodig hadden. De een zorgde voor voedsel, de ander voor warme kleding. En zo waren ze wederzijds van elkaar afhankelijk, maar op een gelijkwaardige manier.” Inmiddels heeft afhankelijkheid in onze geïndividualiseerde samenleving een negatieve connotatie gekregen, ziet Riek. “Terwijl: als je écht samenwerkt, kun je iets creëren dat veel mooier en levensvatbaarder is.”
“Je eigen leven houdt een keer op, maar het grotere geheel leeft voort”
“Vaak denken mensen dat hun initiatief of project het mooist of belangrijkst is. Maar binnen een regio staan alle verschillende projecten juist naast elkaar: ze zouden in een netwerkconstructie moeten functioneren”, legt Riek uit. Als voorzitter van de Raad van Transitie van het Noordelijk Innovatielab Circulaire Economie probeert ze dit proces te faciliteren. “We zijn allemaal deel van een groter geheel: een familie, dorp, regio en ecosysteem. Dus zouden we er goed aandoen om onze ego’s achterwege te laten en het belang van het collectief voorop te stellen. Want je eigen leven houdt een keer op, maar het grotere geheel leeft voort.”
De kracht van lokaal
Bijdragen aan ‘het grotere geheel’ werkt paradoxaal genoeg het best op lokaal niveau, ziet Riek. “Dit komt omdat het lokaliseren van de economie je in staat stelt om te overzien waar dingen vandaan komen en hoe ze geproduceerd worden. Die akker in China waar katoen verbouwd wordt kan ik immers niet bekijken, maar bij de Drentse vlasboer kan ik langsfietsen. Dus moeten we de stap maken van globaal naar lokaal, door per regio met elkaar te bekijken: hoe kunnen we onze voedselproductie of energievoorziening dichtbij huis halen?”
“Minder consumptie biedt ruimte voor vrijheid en creativiteit. Het is alsof je licht reist: je kunt gaan waar je wil”
De economie van genoeg
“Genoegen leren nemen met genoeg hoort daar ook bij, want er zitten grenzen aan wat je binnen een regio kunt realiseren”, gaat Riek verder. Toch hoeft dit geen probleem te zijn: “We consumeren in Nederland alsof we 3,6 planeten hebben en leggen de rekening bij de natuur en toekomstige generaties. Dus dat het minder moet, staat vast. Maar minder biedt ook ruimte voor vrijheid en creativiteit. Het is alsof je licht reist: je kunt gaan waar je wil.” Ondernemers die de stap maken van bezit naar gebruik, en zo met minder grondstoffen meer waarde creëren, zijn daar volgens Riek een mooi voorbeeld van: “Neem MUD Jeans, die spijkerbroeken verhuurt en van de vezels van oude broeken nieuwe jeans maakt. Zij zijn de lantaarndragers, die ons de weg wijzen richting een circulaire toekomst.”
“Als we allemaal aan hetzelfde hogere doel werken, is er ineens genoeg tijd en geld om samen te werken aan natuurbehoud en een inclusieve maatschappij waarin de wederzijdse afhankelijkheid in balans is”, zegt Riek over de toekomst. Ze is positief gestemd en ziet dat overal een verschil gemaakt kan worden: “Als je de baas bent van een groot bedrijf kan één verandering door je omvang al enorme impact hebben. En als je leerkracht bent op een basisschool, kun je met kinderen praten over de wereld. Zo kunnen we allemaal een stap zetten.”
Benieuwd naar meer verhalen van circulaire toppers in Noord-Nederland? Bekijk de documentaire ‘Ode aan het ongemak’ van het Noordelijk Innovatielab Circulaire Economie (NICE):
Dit verhaal maakten we in opdracht van het Noordelijk Innovatielab Circulaire Economie (NICE)