Raar maar waar: hoe meer auto-ongelukken, bosbranden, diabetespatiënten en bomaanslagen er zijn en hoe meer luchtvervuiling we creëren, hoe meer ons bnp stijgt. Dus zo lang we vasthouden aan dit meetinstrument, zullen politici blijven sturen op een destructieve bnp-groeiende koers. Het is tijd voor een nieuwe liniaal.
Voor we beginnen: een korte opfriscursus. Het bruto nationaal product (bnp) is de totale toegevoegde waarde van alle goederen en diensten die in een bepaalde periode (meestal een jaar) door de bevolking van een bepaald land wordt geproduceerd. Het bnp verschilt van het eveneens veelgebruikte bbp (bruto binnenlands product): waar het bnp alle Nederlanders (exclusief buitenlanders die in Nederland werken, inclusief Nederlanders die in het buitenland werken) meerekent, rekent het bbp alle mensen die in Nederland werken (inclusief buitenlanders die in Nederland werken, exclusief Nederlanders die in het buitenland werken). Beide geven de economische welvaart van een land weer. Op de bnp-landenlijst staan bovenaan (1) China, (2) Verenigde Staten en (3) India. Onderaan staan (222) Tuvalu, (223) Niue en (224) Tokelau. Nederland staat op de 27e plaats.
Eenzijdig meetinstrument
Er zijn weinig cijfers die wereldwijd door zoveel mensen worden gebruikt en waar we zoveel van denken af te kunnen leiden. Toch is het bnp maar een heel eenzijdig meetinstrument. Het geeft namelijk niks anders weer dan de economische activiteit. Dat had senator Robert Kennedy in 1968 al door:
“Het bruto binnenlands product omvat luchtvervuiling en reclame voor sigaretten en de ambulances die op de snelwegen verkeersslachtoffers weghalen. Het rekent de speciale sloten voor onze deuren mee en ook de gevangenissen voor de mensen die ze stukmaken. Het bruto binnenlands product omvat de vernietiging van de cederwouden en het verlies van natuurlijke schoonheid (…). Het neemt toe met de productie van napalm en raketten en kernkoppen. Maar het houdt geen rekening met de gezondheid van onze gezinnen, de kwaliteit van het onderwijs of het genoegen dat we aan spelen beleven. (…) Het telt niet de schoonheid van onze poëzie mee of de kracht van onze huwelijken, noch de intelligentie van het publieke debat of de integriteit van ambtenaren (…). Het meet kortom alles, behalve dat wat het leven de moeite waard maakt.”
Welvaart versus welzijn
Hoewel het handig is om een dergelijk meetinstrument te hebben, is het onverstandig om het als dé maatstaf van ‘hoe goed een land het doet’ te gebruiken. Want sommige dingen zijn heel gunstig voor de economie van een land (en dus voor dit cijfer), maar helemaal niet voor het welzijn van de staatsburgers ervan. Zo heeft de VS een hoog bnp omdat ze schrikbarend weinig vakantiedagen hebben. Wat we ook zien, is dat economische groei vaak ten koste gaat van de planeet: kijk maar naar grote issues als klimaatverandering en het verlies van biodiversiteit. Of als we minder investeren in de zorg bevorderen we economische groei – want dat scheelt geld, maar gaat ons nationale welzijn erop achteruit.
“De held van het bbp is een gokverslaafde kankerpatiënt die net is beroofd, door een dure scheiding gaat en volledig op hol slaat tijdens de zomersolden. Heel wat activiteiten voegen geen waarde, maar vetzucht toe aan de samenleving” – Rutger Bregman
Kortom: belangrijke zaken als het milieu, sociale ongelijkheid of kwaliteit van leven worden niet meegenomen in het bnp maar zijn wel degelijk onmisbaar om te meten hoe goed het met een land gaat. We moeten daarom niet blijven streven naar een steeds hoger bnp en eindeloze economische groei, zeggen ook lector Betekeniseconomie Kees Klomp en Hans Stegeman van Triodos Bank. Want: “We zijn er in het Westen misschien welvarender door geworden, maar de negatieve gevolgen worden steeds zichtbaarder”, aldus Hans. En: “Vandaag de dag kun je stellen dat welzijn ten koste gaat van welvaart. Een land is dan overontwikkeld”, legt Kees uit. Het moge inmiddels duidelijk zijn: met onze bnp-fetish lossen we problemen als klimaatverandering niet op, zegt ook econoom en nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz.
Mogen we daarom in plaats van – of ten minste naast – het bnp een ander meetinstrument verwelkomen?
Indicatoren voor welzijn en geluk
Koning Jigme Singye Wangchuk van Bhutan verklaarde al in 1972 niet meer te geloven in het bnp. Het bruto nationaal geluk was volgens hem belangrijker. Sindsdien staat het bng in de Bhutaanse grondwet omschreven als centraal speerpunt van het regeringsbeleid. De pijlers ervan zijn bevordering van rechtvaardige en duurzame sociaaleconomische ontwikkeling, behoud en bevordering van culturele waarden, behoud van het natuurlijke milieu en goed bestuur van ondernemingen.
De filosofie van de koning leidde in 2012 tot het World Happiness Report van de Verenigde Naties. Aan de hand van zes variabelen (lange levensverwachting, voldoende sociale ondersteuning, onderlinge vrijgevigheid, vrijheid in het maken van levenskeuzes, weinig corruptie en een hoog bruto binnenlands product) krijgt een land een rapportcijfer tussen 1 (slecht) en 10 (goed).
In dit rapport staat op de bng-landenlijst de o-zo-welvarende Verenigde Staten op een 16e plaats. Het land dat het op bnp-niveau uitstekend doet, wordt geplaagd door verslavingen, depressies, zelfmoordneigingen en zelfbeschadiging. India staat op plek 136. De top 3 bestaat respectievelijk uit Finland, Denemarken en IJsland. Nederland staat op nummer 5. Het minst gelukkig zijn de inwoners van Zimbabwe, Libanon en Afghanistan.
Welzijn boven welvaart wereldwijd
In 2020 werd in Groot Brittannië een onderzoek gedaan door lobbygroep Positive Money. Daaruit bleek dat een overheid die sociale indicatoren gebruikt om het succes van het land aan te tonen, in plaats van de totale geldwaarde van goederen en diensten, wat betreft de Britten een go heeft. In Nieuw-Zeeland zijn ze al een stap verder. Daar presenteert de regering sinds 2019 een begroting gebaseerd op welzijn in plaats van op groei. Ook Nederland maakt gebruik van de Monitor Brede Welvaart waarmee zowel de economische als de ecologische en sociaal-maatschappelijke aspecten van welvaart worden gemeten. En sinds covid-19 is ook de aandacht voor Kate Raworth’s donuteconomie gegroeid.
Zijn we dan eindelijk op het kantelpunt beland waarin we welzijn verkiezen boven welvaart? Waarin we werken met een nieuw scorebord voor de samenleving? Als het aan ons ligt wel. Het begin is er.
Dit kun jij doen:
- Voor bedrijven: Neem welzijn mee in je beslissingen en hang een prijskaartje aan vervuiling en uitbuiting. Door deze true cost pricing weet de consument wat iets écht kost.
- Voor burgers: Stem met je euro’s op de betekeniseconomie en verkies het welzijn van mens, dier en planeet boven welvaart. Consumeer anders, minder of helemaal niet. Doe bijvoorbeeld mee met onze koop niks nieuws challenge!
- Voor overheden: Stuur met beleid op welzijn en geef prioriteit aan alternatieve meetinstrumenten die welzijn in plaats van welvaart meten.
Iedere week een flinke dosis positiviteit en blikverruimende kennis in je mailbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang gratis ons nieuwste e-magazine. Inspiratie gegarandeerd.
Oorspronkelijk gepubliceerd op 9 juli 2020. Laatste update: 1 maart 2023