Het klaslokaal als broedplek voor een leefbare toekomst
De jeugd heeft de toekomst. Tenminste, als we onze planeet leefbaar weten te houden. Maar veel jongeren maken zich zorgen en hebben het gevoel zelf nauwelijks invloed te hebben op die toekomst. Door op school aan de slag te gaan met lokale uitdagingen op het gebied van voedsel, biodiversiteit of de economie, helpt Stichting Technotrend ze hun zorgen om te zetten in handelingsperspectief.
Stel je voor dat je een middelbare scholier bent uit Amsterdam. Tijdens steeds zwaardere hoosbuien zie je hoe jouw geliefde stad keer op keer blank komt te staan. Je weet dat klimaatverandering hier een belangrijke oorzaak van is. Op school en op social media word je ermee om je oren geslagen. Maar je hoort weinig over wat je kunt doen om het tij te keren, als individu of samen met je medescholieren. Het leidt ertoe dat je je steeds meer zorgen begint te maken. Bestaat Amsterdam over dertig jaar nog wel? Of staat het dan permanent onder water? En wat betekent dit voor jouw toekomst, en die van je leeftijdsgenoten?
“Economieonderwijs zou niet moeten gaan over grafieken en modellen, maar over verbinding met de wereld om ons heen”
Je komt het klaslokaal binnen, je broekspijpen nat omdat het schoolplein nog onder water staat na de laatste hoosbui. Tijd voor de economieles. Je verwacht een uur vol grafieken en modellen over winstmaximalisatie en groei, want dat is toch waar de economie om draait? Verrassend gaat je blik omhoog als je de economiedocent hoort zeggen: “Boeken dicht allemaal, vandaag is de stad ons klaslokaal.”
Samen met je docent trekken jullie de wijk in. Daar praten jullie met bewoners: wat vinden zij belangrijk voor hun wijk? Waar maken ze zich zorgen over? Woorden als groen, gezondheid en verbinding vallen regelmatig. “Dit is toch geen economie?”, vraagt een van je medescholieren? “Jawel hoor”, antwoordt je docent. “Dit is de Donuteconomie, waar niet welvaart, maar welzijn voorop staat. De komende weken zullen jullie nadenken over hoe je van je eigen wijk een Donutwijk kunt maken.”
Hart, hoofd en handen
Samen met leerlingen werken aan een Donutwijk is een voorbeeld van de onderwijsprogramma’s van Stichting Technotrend. Hoewel de naam doet vermoeden – “we krijgen die vraag altijd”, zegt Wouter Buursma van Technotrend lachend – dat het om techniek gaat, draait het hele programma om duurzaamheid in het onderwijs. En dan het liefst op lokaal niveau. “Wij geloven dat je grote thema’s het beste zo dichtbij mogelijk kunt halen, dan worden ze tastbaar voor de kinderen. In Rotterdam zijn leerlingen bijvoorbeeld de wijk ingetrokken om samen met Rotterdams Weerwoord een klimaatbestendig plein te ontwerpen. Zo leren ze over biodiversiteit in de stad, waarom groen de stad gezonder en klimaatbestendiger maakt en over de circulaire economie. Want wat doe je bijvoorbeeld met alle stenen die je uitbreekt als je er een plein van maakt vol planten en bomen? Kun je die op een andere plek hergebruiken?”
“Ik hoop dat het onderwijs een plek wordt voor kinderen om gehoord te worden en zichzelf te kunnen zijn. Waar hun emoties en meningen er mogen zijn.”
De onderwerpen die tijdens een programma van Technotrend aan bod komen zijn divers, waardoor ze aan verschillende vakken gekoppeld kunnen worden. Zo onderzoeken leerlingen van het Haagse Segbroek College de potentie van het voedselmoeras uit hun stad. Hoe gezond is het eten dat uit het moeras komt, kennen de inwoners het en willen ze lokale producten kopen? Leerlingen leren zo over de voordelen van een lokale economie, over wat gezond voedsel voor hun eigen lichaam betekent en hoe een lokaal voedselsysteem daar aan kan bijdragen.
Onderwijspioniers
Door leerlingen actief aan vraagstukken uit hun omgeving te laten werken wordt het klaslokaal de broedplek voor hun eigen, leefbare toekomst. Klaslokaal is hierbij spreekwoordelijk, want leren vindt volgens Wouter altijd en overal plaats, juist ook buiten de muren van de school. “Wat mij betreft mag het onderwijs veel speelser en opener. Het huidige onderwijs is veel te veel gericht op het eindresultaat, op cijfers en prestaties. Het gaat vooral om het hoofd. Hart en handen staan op de tweede plaats. Terwijl dat juist in deze tijd en bij thema’s als klimaatverandering een belangrijke rol speelt. Ik hoop dat het onderwijs een plek wordt voor kinderen om gehoord te worden en zichzelf te kunnen zijn. Waar hun emoties en meningen er mogen zijn. En waar leerlingen en docenten elkaar kunnen helpen en samen aan actuele thema’s werken. Zo maken we van jongeren wereldburgers die de duurzaamheidstransitie in een stroomversnelling brengen.”
Docenten zijn een cruciale schakel tussen Technotrend en de leerlingen. Zij zijn degenen die het onderwijs – van onderaf – kunnen veranderen. “We werken met veel plezier samen met onderwijspioniers. Bijvoorbeeld met Wieneke Maris, die zich hard maakt om duurzaamheid een prominente plek te geven in het schoolcurriculum. Dat is hard nodig. Neem het economieonderwijs. Dat zou niet moeten gaan over grafieken en modellen, maar over verbinding met de wereld om ons heen.”
Wouter is zich bewust van de urgentie van verandering, maar begrijpt ook dat het niet makkelijk is. “Docenten moeten al zo veel. De werkdruk in het onderwijs is torenhoog, ze hebben vaak nauwelijks de tijd om lessen goed voor te bereiden. Ik wil daarom echt een ode brengen aan de docenten die het anders willen doen.”
Ben je economiedocent en wil je weten hoe het programma van Stichting Technotrend jou kan helpen om duurzaamheid onderdeel te maken van jouw lessen? Van 14 t/m 18 november vindt de Week van het Economieonderwijs plaats. Stichting Technotrend organiseert een Docentendag en een Praktijkdag.
Wil je vaker verhalen lezen over onderwijspioniers? Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Inspiratie gegarandeerd. Je krijgt ook nog eens gratis ons e-magazine cadeau.