Waarom veranderen zo moeilijk is (en hoe het wél lukt)

21 februari 2023 DOOR Lenie van Schie Gezond LEESTIJD: 8 MIN

In een tijd van mentale reuring neemt psycholoog Lenie van Schie ons mee in het proces van zelfonderzoek. We lijken te ‘moeten’ veranderen, om een betere versie van onszelf te worden. Maar in hoeverre is het mogelijk om te veranderen?

Een van mijn cliënten kwam met een burn-out thuis te zitten. Ze was gewend om hard te werken en alles goed geregeld te hebben, ze had een verantwoordelijke baan die haar met trots vervulde – als jong meisje had ze niet kunnen studeren en dat had ze alsnog ingehaald. Ze droeg de volledige zorg voor haar twee kinderen en het gezin, voor haar man die een drukke baan had. Ze droeg alles en van het ene moment op het andere kon ze niets meer. Dit bracht haar in een diepe onzekerheid en deed haar aan de rand van een depressie belanden. En ze was doodmoe, maar ze kon niet ontspannen. Ze ‘moest’ veranderen, maar hoe ‘doe’ je dat?

Na een decennialange focus op economische groei, harder werken, materieel comfort en het volgen van meer opleiding, lijken de grenzen van een dergelijke groei bereikt. Een verontrustende opwarming van het klimaat en een toenemend aantal burn-outs, maant ons tot bezinning, tot heroriëntatie, tot verandering.

Een dergelijke verandering bereik je niet alleen door eenvoudigweg te besluiten om andere keuzes te maken. Veranderen gaat ook over verlies, over afscheid nemen van iets waaraan we gewend en gehecht waren. Gewoonten zitten niet alleen in ons gedrag, maar in onze diepste overtuigingen, in ons hele lijf. 

‘Moeten’ veranderen

Hoogleraar persoonlijkheidsstoornissen Roel Verheul in Trouw pleit ervoor om het ongelooflijk potentieel van mensen tot veranderen beter te benutten. Bij het woord potentie veer ik op: wij mensen hebben een enorm groeipotentieel, dat ben ik met hem eens. Maar tussen de regels door las ik dat er een wil moet zijn, dat je moet doorzetten, dat het heus wel lukt als je maar je best doet.

Het is een opvatting die ontstond begin jaren zeventig. Binnen de gedragswetenschappen was een vak ontwikkeld, andragologie, de wetenschap van veranderingen. De titel van een van de studieboeken was: sociale technologie. Het was een tijd waarin gewoontes, normen en waarden op de schop gingen. De vrouwenbeweging kreeg voet aan de grond en we spraken over het open huwelijk. Mensen gingen de straat op om te demonstreren en universiteiten werden bezet. Het was een dynamische tijd waarin er veel veranderde. Het vak andragologie paste daar perfect in.  

Andragologie gaat over ‘doen’. Het is een rationeel opgezet veranderingsproces: je analyseert de uitgangssituatie, bepaalt je doelen en maakt een stappenplan. Het klinkt eenvoudig, toch? Met zo’n schema zou je elke gewenste verandering kunnen bereiken. Maar dat geldt alleen voor processen waarover je controle hebt. En zoveel controle hebben we eigenlijk niet.

Doen

Je kunt ervoor kiezen om hard voor een examen te werken, minder vlees te eten, een gezondere leefstijl erop na te houden, een jaar lang niets nieuws te kopen, elke dag een kwartier te mediteren. Dat soort dingen kun je doen en bij een deel van ons mensen lukt dat ook. We worden er tevreden van, of trots; we krijgen controle over ons leven en dat is fijn. 

Het wordt minder als het ons niet lukt. Dan krijgen we commentaar van onze innerlijke criticus: we hebben niet goed ons best gedaan, voelen ons schuldig, raken gefrustreerd, stoppen met te geloven in verandering, geven het op.      

Een andere cliënt had een hele lijst gemaakt van alles wat ze niet meer wilde. Ze vond zichzelf te emotioneel, te afhankelijk, te goedgelovig, te onzeker, te ontevreden. Al deze items stonden onder elkaar als een to-do lijst en achter elke zin stond, onderstreept, ‘moet weg’. Alsof je met een knop dat allemaal zomaar kunt veranderen. Met vallen en opstaan leerde ze te onderzoeken. Dat begon met gronden, met zitten, met op de uitademing de verbinding te zoeken met steun. Dan ontspant er iets. Je bent niet meer alleen. Ze ontdekte haar zelfoordeel en waar dat vandaan kwam, ze analyseerde de oorsprong van haar gedrag, werd mild naar zichzelf. En zo ontstond er groei.

Groeien

De grootste veranderingen vinden plaats door groei. We zien het bij kinderen: gedreven door een natuurlijke neiging tot onderzoek, door een gezonde dosis nieuwsgierigheid, een verlangen om te ontdekken, groeien ze op, groeiden wij op. Totdat ergens die groei leek te stoppen: het karakter was gevormd, de persoonlijkheid was vastgelegd: ‘Zo zit ik nu eenmaal in elkaar …’ Hoe komt het dat bij veel mensen hun nieuwsgierigheid hen niet langer voortdrijft en het verlangen naar nieuwe ontdekkingen het opgeeft? 

‘Natuurlijke groei’ is groei die spontaan plaatsvindt, die haast ‘vanzelf’ gaat. Over dit soort groei heb je geen controle. We kunnen besluiten dat we meer mediteren, maar als we dan op ons kussentje zitten en onze gedachten alsmaar afdwalen, kunnen we die niet zomaar onder controle krijgen. Een van mijn cliënten die heel bang is voor afwijzing en daardoor niet durft te doen wat ze eigenlijk zou willen zei tegen mij: ‘ik raak er zo gefrustreerd van, ik wil het loslaten, maar het gaat niet’. Ook ‘loslaten’ kun je niet doen. Toch is dat vaak het eerste wat mensen vragen als het gaat om veranderen: Hoe moet ik het doen? Want als we dat weten, kunnen we het oplossen.

Potentie betekent mogelijkheid tot … Groei is als een knop aan een struik die in het voorjaar langzaam opzwelt en tot leven komt, mits de omstandigheden gunstig zijn. Een cultuur waarin we denken alles onder controle te hebben, biedt niet bij uitstek de omstandigheden die spontane groei en ontwikkeling stimuleren. 

Zelfonderzoek

Wat we wel kunnen doen is onderzoeken wat er speelt, wat zich aandient. Dat onderzoek wordt gemakkelijker naarmate we ons kunnen gronden in onszelf, in ons lichaam en in ons bewustzijn. Als we dat doen, gaat er iets in ons open. Wat dat iets is en hoe zich dat ontvouwt, weten we pas als het gebeurt. Dat maakt deze reis tot een echt avontuur. We hoeven ook niets op te lossen, er is niets verkeerd aan hoe we zijn. Een kale boom denkt ook niet dat er iets fout is omdat hij nog geen blaadjes heeft. Hij laat zich leiden door de seizoenen. Hij denkt niet na over de hoeveelheid blaadjes, over de grootte en waar ze moeten komen. Hij houdt zich er ook niet mee bezig hoe lang het duurt voordat zijn vruchten rijp zijn. Groei kent een eigen bewegingsimpuls, en hoe meer we die groei de ruimte kunnen geven, hoe makkelijker deze zich voltrekt.

Voor de ‘doener in ons’ is dit heel erg lastig. Maar groeien is een proces van ontvouwing en rijping. Geen kind groeit op dezelfde wijze, geen enkele boom is hetzelfde en niemand van ons groeit en ontvouwt zich op eenzelfde manier. We zijn allemaal uniek, ook in dit proces.

Acceptatie

Een belangrijke voorwaarde voor groei is acceptatie. Werkelijke groei kan er alleen zijn als we onszelf niet afwijzen. We moeten bereid zijn om alles wat in ons leeft te ontmoeten, ook de lastige gevoelens, zoals schaamte en schuld, de pijnlijke en boze gevoelens. Groei vraagt van ons dat we onszelf omarmen in alles wat we zijn. En dat geldt, hoe vreemd dat ook klinkt, ook voor de afwijzing zelf. Ook die moeten we omarmen en bevragen: ‘Wat maakt dat ik dit gevoel niet accepteer, dat ik zo niet wil zijn?’

Groei vraagt dat we blijven kijken naar al die bewegingen die we maken. Het wordt gemakkelijker daarnaar te kijken als we dat doen vanuit de verbinding met de grond en met onze verticale verbinding. Zo doe je dat:

Ervaren

Ga rustig zitten. Neem iets in gedachten wat je lastig vindt, iets wat recent is gebeurd.

Wat neem je waar in je lichaam en je ademhaling?

Neem dan tijd om je te gronden en je te verbinden met je verticaliteit. Voel de verbinding tussen ‘hemel’ en ‘aarde’. Focus op je in- en uitademing en volg die een paar minuten. Breng je aandacht naar je buikcentrum.

Kijk dan opnieuw naar dat incident.

Wat gebeurt er met je adem, je gronding en je verticaliteit? Als je merkt dat je het contact daarmee verliest, laat dan je focus op het incident los en breng je aandacht terug naar je gronding. En kijk opnieuw naar het incident.

Wat zie je hier? Zijn hier normen aanwezig van waaruit gekeken wordt? Is hier een kritische stem die jou terechtwijst? Wat vind je daar eigenlijk van? 

Zie je hier verband met je kindertijd?

Staat een van je ouders hier voor je?

We laten vragen opkomen, niet om er mentaal mee aan de slag te gaan, maar om te kijken wat zich aandient. Er zijn tal van antwoorden die leiden naar nieuwe vragen. Zo doen we onderzoek naar onszelf. 

De geleide meditatie is hier te beluisteren.

Wil je meer verhalen lezen over mentale gezondheid? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang iedere week een flinke dosis positiviteit en blikverruimende kennis in je mailbox. En je krijgt ons nieuwste e-magazine cadeau!

Lenie van Schie

Al jarenlang werkt Lenie van Schie als psycholoog, spiritueel coach en trainer. Naast individuele groeiprocessen gaat haar belangstelling uit naar de ontwikkeling van het bewustzijn vanaf de tijd dat onze nomadische voorouders over de aarde trokken tot in deze digitale eeuw. Ze schrijft blogs voor verschillende podia en in 2021 kwam haar derde boek uit: ‘Langs de weg van het hart’.

Bekijk alle artikelen van Lenie van Schie
Abonneer
Laat het weten als er

1 Comment
Meest gestemd
Nieuwste Oudste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Steun
MaatschapWij
10 EURO
Bij MaatschapWij zetten we al meer dan zeven jaar denkers en doeners in de schijnwerpers die onze samenleving groen, gezond en verbonden maken. Zonder betaalmuur of andere obstakels. En zonder winstoogmerk. Dit collectief kan zonder financiële steun niet bestaan. Veel hebben we niet nodig: elke donatie, hoe klein of groot ook, is welkom. Sluit je aan, we hebben je nodig!
Tuurlijk!
GERELATEERD