Laten we een wereld creëren waarin we veilig vrouw kunnen zijn
Met de heropleving van de #metoo-beweging, werd onze redacteur Roanne geconfronteerd met haar eigen conditionering: “Ik nam aan dat dit nou eenmaal bij vrouw zijn hoorde.” Tijd om af te rekenen met deze maatschappelijke absurditeit, besluit ze met dit essay.
Ik was net zestien en had een Levi’s spijkershort aan, een hemdje dat aan de zijkanten mijn bh liet zien en cowboylaarzen. Zo’n soort festivaloutfit had ik in de bladen gezien en ik vond het mooi. Mijn stiefzusje en ik waren op Lowlands. We hopten van vriendengroep naar vriendengroep, van podium naar podium, van bar naar bar. Ergens tussen dat hoppen door spraken twee mannen van rond de dertig mij aan: “Hoe oud ben je?” “Zestien”, antwoordde ik. Ze keken afkeurend en zeiden: “Zo jong en er al zo uitzien.” Ik zag mezelf van een afstandje en schaamde me voor mijn lijf.
Maar ik liet me niet uit het veld slaan. Het jaar daarop droeg ik hetzelfde setje, dit keer op een ander festival: Dour. Het Belgische festival was in alle opzichten extremer dan Lowlands. Als zeventienjarigen zagen mijn vriendinnen en ik mensen massaal out gaan door drugs, de verhouding man-vrouw was flink uit balans en achteraf bleek dat er veel verkrachtingen hadden plaatsgevonden. Onbewust van deze intensiteit stonden we te dansen en te ouwehoeren. We hadden het goed. Tijdens een optreden kwam een man bij ons staan, wederom eentje van in de dertig. Mijn vier vriendinnen waren met hem aan het praten en dollen. Ik niet en was vooral aan het luisteren naar de muziek. Op een bepaald ogenblik stond hij achter mij en stopte zijn hand in mijn onderbroek en de andere in mijn bh. Ik had met een paar jongens gezoend, maar was niet perse toe aan meer dan dat. Mijn seksualiteit was zich nog aan het ontluiken. Met zijn handen op plekken waar niemand anders nog was geweest, verstijfde ik, vertwijfeld of ik dit nu fijn vond of niet. Ik werd wakker en ontworstelde me. “Je vind het wel lekker”, zei hij nog terwijl ik mijn weg baande naar de rand van de festivaltent. Ik was in shock en mijn vriendinnen met mij. Geen idee van het hoe, wat en waarom dit gebeurde.
Als tienermeid en adolescent waren dit niet mijn enige ervaringen. Ik ben meerdere malen hoer genoemd ongeacht de kleding die ik droeg, een man rende in een bos al rukkend achter mij aan, auto’s en scooters reden langzaam voorbij als ik op de fiets zat, riepen me na of boden geld aan, iemand had zonder consent seks met mij, er is tijdens het uitgaan vaak aan mijn billen en borsten gezeten en toen ik niet inging op een aanbod om seks te hebben probeerden drie mannen de deur van mijn hotelkamer open te krijgen.
“Alle vrouwen die ik ken hebben soortgelijke situaties meegemaakt ongeacht kleding, locatie of tijdstip”
Het makkelijkst is om mezelf de schuld te geven van al deze voorvallen. En dat heb ik ook gedaan. Dan had ik… dat shirtje met sideboobs niet aan moeten trekken, niet naar een festival moeten gaan, niet ‘s nachts naar huis moeten fietsen, niet met hem mee naar huis moeten gaan, niet op blote voeten naar het bos moeten gaan, niet alleen op reis moeten gaan en überhaupt niet uit moeten gaan.
Mijn moeder had het geweldig gevonden als ik dit allemaal achterwege had gelaten, gewoon altijd thuis was gebleven en genoegen had genomen met puzzelen. Ze was als de dood dat mij iets overkwam. Waarschijnlijk uit eigen ervaring. Ik herinner mij een gesprek waarin ze voor de zoveelste keer zei dat ik niet alleen terug mocht fietsen na het uitgaan. Voor de grap opperde ik om een plaksnor te dragen. Zij vond dat oprecht een goed plan. Maar ondanks al haar inspanningen, was ik een eigenwijze opgroeiende jonge vrouw die geen zin had om zich te verstoppen. Ik wilde erop uit, ik wilde feest, ik wilde avontuur.
Maar ook al had ik haar wens wel opgevolgd, dan waren er nog steeds dingen voorgevallen op de middelbare school, stages of werk. Op school zei mijn mentor dat als ik ouder was geweest hij verliefd op mij zou zijn en een dronken leraar vertelde op mijn diploma-uitreiking dat ‘ie van mij hield en probeerde me op mijn mond te zoenen. Een fotograaf op mijn stageplek zei dat ik de mooiste vrouw op het feestje was, hing over me heen en voegde met een hitsige toon ‘die lippen’ toe aan zijn statement. Ergens lijkt het onschuldig, maar deze mannen waren ver in de vijftig en ik zeventien en vierentwintig. Had mijn moeder dat willen voorkomen, dan had ik niet alleen moeten puzzelen, maar ook niet naar school moeten gaan of altijd die plaksnor moeten dragen.
“Ik ben geschrokken van het feit dat we niet schrokken dat dit gebeurde”
Het ding is: Alle vrouwen die ik ken hebben soortgelijke situaties meegemaakt ongeacht kleding, locatie of tijdstip. Dit gebeurt ondanks onszelf.
Met de heropleving van de #metoo-beweging – na de #BOOS-aflevering over The Voice of Holland – ontkom ik er niet meer aan om mijn ervaringen onder ogen te komen. “Ben echt woedend wakker geworden met allemaal oude herinneringen in mijn hoofd die ik altijd maar heb aangenomen als ‘zo is het nou eenmaal’ en waarop ik mijn gedrag aangepast heb”, schreef Lize Korpershoek op Instagram. Ik las het en schrok van mijn eigen apathie. Van hoe ik niks voelde. Na de aflevering was ik ook wakker geworden met herinneringen, maar ik was niet boos en vond het eigenlijk nog steeds normaal, als iets dat bij vrouw-zijn hoort.
Na de schrik kwam verdriet. Over alle keren dat mannen over mijn grens waren gegaan. En ik nog te jong was om überhaupt de tijd te hebben gehad om mijn grens te ontdekken.
In retroperspectief, ben ik geschrokken van het feit dat mijn vriendinnen en ik niet schrokken dat dit gebeurde. Van hoe normaal we het vonden dat dit ons overkwam. Hoe we het bagatelliseerden – want ja, we zijn niet van onze fiets gerukt en de bosjes ingesleurd – en de ervaringen in het hokje ‘dit hoort er nu eenmaal bij’ stopten. We pasten ons gedrag aan en stelden onszelf verantwoordelijk voor wat ons overkwam.
Ik ben geschrokken van hoe ik reageerde op de eerste #metoo-berichten vijf jaar geleden. Hoe ik mijn ervaringen hier niet aan koppelde. Hoe ik mezelf afsloot en het deurtje naar ‘ervaringen waarin mannen over mijn grens gingen’ dichthield met woorden als: “Dit gaat niet over mij.” Ik barricadeerde de deur met een soort gevoel van medelijden voor ‘de man’ die zichzelf niet kan helpen. En een aversie om mezelf als ‘slachtoffer’ te identificeren, want dat is geen fijne plek (ik vertik het nog steeds om mezelf daarmee te identificeren). Maar met het dichthouden van die deur sloot ik mij ook af voor de ervaringen van andere vrouwen, en bagatelliseerde deze.
“Het bepaalde de relatie met mijn lichaam, nog voor ik een eigen relatie met haar nieuwe vormen had kunnen opbouwen”
Ik ben geschrokken van de mate van invloed die deze ervaringen onbewust op de relatie met mijn eigen lichaam hebben gehad. Nadat de man mij in de festivaltent had betast – ik vind het nog steeds moeilijk om het aanranding te noemen – heb ik mijn hemdjes met sideboobs niet meer aangeraakt en ging ik voor grote blouses en truien. Nadat ik nee had gezegd tegen seks en ‘s nachts wakker werd met die gozer bovenop me – idem, ik kan het geen verkrachting noemen – heb ik op mijn achttiende mannen afgeschreven en een jaar celibatair geleefd.
De manier waarop mannen omgingen met mijn lichaam bepaalde mijn relatie met mijn lichaam, nog voor ik een eigen relatie met haar nieuwe vormen had kunnen opbouwen. Ik had ook nog nooit kennisgemaakt met mijn borsten, heupen en lange benen. Dit was nieuw. Maar voordat ik me daartoe kon verhouden, had iemand anders haar al toegeëigend. Wat resulteerde in een algeheel gevoel van schaamte en vervreemding.
In een tijd waarin je lichaam verandert krijg je zoveel boodschappen naar je oren geslingerd. Videoclips laten zien dat vrouwen sexy moeten zijn, de bladen zeggen dat je kleding moet dragen waarin je vormen te zien zijn en bloot de norm is. Maar doe je dat dan wordt je geshamed, ben je een hoer en lok je kennelijk grensoverschrijdend gedrag uit. Dus moet je oppassen voor deze predators en geen korte rokjes dragen. Erger nog, shamen en onzeker maken, zijn manieren om je in bed te krijgen. Mannen zeiden dingen als ‘mijn vrienden snappen niet dat ik met je praat’ of ‘je bent niet de dunste hè’. Een tactiek uit het boek ‘The Game’, kwam ik later achter. Mijn lichaam werd een container van schaamte en niet van liefde en bewondering.
“We zijn pas net aan het ontwaken uit een eeuwenlange onderdrukking van vrouwen en het waanbeeld dat vrouwen ‘nu eenmaal een tweederangs geslacht zijn’”
Het ding is, ik denk dat alle mannen die mijn relatie tot mijn eigen lichaam hebben bepaald, geen idee hebben. Ik denk dat de man op Dour niet wist dat je niet zomaar met je handen aan iemand moet zitten en op de een of andere manier echt dacht dat ik dat wilde. Tien jaar later weet hij waarschijnlijk helemaal niet meer wie ik ben. Ik denk dat degene die seks met mij had zonder consent alleen maar denkt dat het slechte seks was. Ik denk dat alle mannen die mij ooit hoer noemden, geld aanboden, aanraakten of intimideerden, zich van geen kwaad bewust zijn.
Niet omdat ze inherent slecht zijn. Maar omdat ze zelf nogal troubled waren wat betreft hun eigen seksualiteit. Ook zij zagen in de videoclips vrouwen als lustobjecten afgebeeld. Keken naar vrouwonvriendelijke porno waar het web vol meestaat. En kregen de boodschap dat het normaal is om als man je pik achterna te lopen. Ze groeiden op in een samenleving waarin de relatie met het vrouwelijke lichaam nog niet geheeld is. We zijn pas net aan het ontwaken uit een eeuwenlange onderdrukking van vrouwen en het waanbeeld dat vrouwen ‘nu eenmaal een tweederangs geslacht zijn’. Seksueel overschrijdend gedrag lijkt één van de naweeën van deze erfenis.
Als samenleving mogen we onszelf verlossen van deze conditioneringen. We zijn tot zoveel meer in staat dan dit. We mogen herdefiniëren wat het betekent om man of vrouw te zijn. Een dialoog voeren met elkaar over wat het betekent om een lichaam te hebben met genderspecifieke kenmerken. En onze seksualiteit herontdekken. Seksualiteit is iets om te vieren en geen machtsmiddel om elkaar te bestrijden.
“Zodat we hen niet thuis hoeven te houden en verplicht moeten laten puzzelen of een plaksnor moeten laten dragen als ze alleen naar huis fietsen”
Mannen die deze machtsbehoeften ervaren mogen innerlijk werk verrichten en hun relatie met vrouwen, hun eigen lichaam en seksualiteit en alle ingewikkelde kwesties die daarbij horen, onderzoeken. Want wat maakt eigenlijk dat je deze behoeftes voelt? Wat is de relatie met je eigen lichaam en seksualiteit? Waar komen sommige behoeftes tot macht vandaan? Zit er onzekerheid of angst onder? Hoe kijk je naar vrouwen? En waarom? Vind je het een fijne houding? Of wil je eigenlijk net als ieder mens fijn liefdevol consciëntieus contact?
Vrouwen hoeven de schuldgevoelens, de onderwaardering, de overtuigingen dat ‘dit er nou eenmaal bijhoort’ en de schaamte over hun eigen lichaam, niet meer te dragen. We mogen onze conditioneringen loslaten en onszelf bevrijden.
Laten we – mannen en vrouwen – dit samen doen voor onze toekomstige dochters. Zodat zij niet aangeraakt worden zonder dat ze dat willen. Dat ze hun lichamen en seksualiteit zelf mogen ontdekken zonder bemoeienis. Dat ze zelf mogen bepalen wat ze aantrekken, waar ze is, met wie en hoe laat. Dat ze niet geshamed worden of onzeker worden gemaakt om in bed te krijgen. Dat oudere mannen hen met rust laten en hen nooit of te nimmer toe-eigenen. Zodat we hen niet thuis hoeven te houden en verplicht moeten laten puzzelen of een plaksnor moeten laten dragen als ze alleen naar huis fietsen. Zodat ze veilig vrouw kunnen zijn.
Wil je ook een persoonlijk essay delen met de wereld, stuur je creatie naar ons op! Wil je meer verhalen van onze redacteuren lezen, schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief en krijg ons laatste e-magazine cadeau.