Van hoofd naar hart: het is tijd voor meer kwetsbaarheid
In een tijd van mentale reuring, neemt psycholoog Lenie van Schie ons mee in het proces van zelfonderzoek. In haar vorige blog schreef ze over uniciteit: hoe ieder van ons uniek is en een individueel bewustzijn heeft. In deze blog ligt de focus op ons hart.
Lange tijd was ik erop gericht om anderen te helpen, er voor hen te zijn. Daar was ik goed in en mijn hulp werd gewaardeerd. Mijn hart moet in al deze daden aanwezig zijn geweest, maar ik kon dat niet voelen, het was niet vrij. Het was gevangen in tal van patronen.
Aan patronen liggen overtuigingen ten grondslag, zoals het idee dat wij mensen door ons verstand te gebruiken controle kunnen uitoefenen op ons leven. De ontwikkelingen in het klimaat laten ons, meer dan alle andere crises, zien dat een dergelijke aanname niet klopt. We hebben meer dan ooit ons hart nodig. Een hart dat vrij is van patronen.
Als we geboren worden is dat hart van ons open en vrij, maar al jong raakt het verstrikt. Hoe kan dat zo gebeuren?
De wereld en Ware Natuur
Als we geboren worden zijn we nog sterk verbonden met onze Ware Natuur. Dat kunnen we waarnemen bij een jonge baby: hoe die onbekommerd slaapt, gretig drinkt aan de borst en weer tevreden tot rust komt, en dan die lachjes. Hier komen we in direct contact met openheid, kwetsbaarheid, met onze Ware Natuur zelf en ons hart herkent hier iets, raakt ontroerd, vertederd.
Deze openheid staat in sterk contrast met hoe de wereld functioneert. In de wereld waarin wij leven ligt de nadruk niet op kwetsbaarheid en openheid, maar op iets bereiken. Als opgroeiend mens moet je ervoor zorgen dat je een positie verwerft in je leven en dat doe je door je mind te gebruiken, door hard te werken, de beste te worden. De wereld waarin we leven doet een beroep op ons verstand en niet op ons hart. Zo wordt het lastig om ons hart open te houden en het te leren kennen. Want wat is dat hart eigenlijk?
Een gevoelsorgaan
Ons hart is hét gevoelsorgaan. Het is gevoelig voor schoonheid en liefde, voor zachtheid en begrip en als jong kind is ons hart open en nieuwsgierig: we willen dat wat buiten ons ligt ontmoeten, het leven proeven, er is een natuurlijk verlangen dat uitreikt, spontaan en vrij. We willen gezien worden in wie we zijn, ontmoet worden in die openheid. Daar is vaak niet voldoende ruimte voor.
Als jong kind al krijgen we te maken met ouders en andere volwassenen die het druk hebben, wiens harten vaak niet meer zo open zijn, die ervan uitgaan dat kinderen moeten leren zich aan te passen, met onderwijs dat zich richt op de ontwikkeling van de mentale vermogens. Het kinderhart vormt zich naar de omgeving, het is flexibel en leert snel wat wel en niet kan, weet al op jonge leeftijd wanneer de ouders of verzorgers blij worden van haar en wanneer ze boos worden. Als kind passen we ons aan, doen vaak wat er gevraagd wordt en wat niet wenselijk is, verdringen we.
Ons hart beschermen
Aan de buitenkant lijkt er niet zoveel aan de hand te zijn, we doen immers gewoon mee! Maar in ons hart knaagt het. We voelen ons afgewezen, hebben het idee dat we niet goed zijn zoals we zijn, ervaren vernedering als er om ons gelachen wordt, of machteloosheid als er niet naar ons geluisterd wordt, we raken ontmoedigd, geven iets op. We kunnen ons kwetsbaar voelen en zo klein ineens. Die gevoelens proberen we te verdringen: we moeten anders zijn, sterker, beter ons best doen, ons niet zo laten gaan, ervoor zorgen dat we belangrijk zijn voor anderen. Zo leren we niet alleen om de pijn te onderdrukken, maar gaan we onszelf ook afwijzen. We vergeten wat er in ons hart woont en kunnen zelfs besluiten om ons hart voor altijd gesloten te houden, om onkwetsbaar te worden.
We sluiten het hart als bescherming tegen de buitenwereld, tegen de kans om pijn gedaan en gekwetst te worden. Zodat we zelf geen verdriet meer hoeven te voelen. We besluiten dat die tijd voorbij is, onze kindertijd, dat die achter ons ligt. Maar realiseren ons niet dat we ‘nee’ zeggen tegen het hart.
Onderzoek
Laten we hier een klein onderzoek doen: pak pen en papier, zet de timer op vijf minuten en schrijf gedurende die tijd op wat er bij je naar boven komt als je deze vraag hoort: ‘Wat is er goed aan om je hart gesloten te houden?’
Wat ontdek je?
Een innerlijk kind
De belangrijkste reden dat ons hart gesloten blijft, heeft te maken met de gevoelens die we als kind ondervonden. We willen niet terug naar de tijd waarin we afhankelijk waren van anderen, de tijd waarin we ons machteloos voelden en klein. Want het zijn deze gevoelens die we als eerste tegenkomen als ons hart zich opent. Dat gebeurt meestal als iets ons diep raakt, bijvoorbeeld een ongevoelige leidinggevende die geen empathie kan opbrengen voor onze persoonlijke situatie en meer van ons vraagt dan wij kunnen geven. We worden emotioneel, zijn niet langer in staat om zakelijk te denken. Er zijn tal van andere situaties die ons hart doen openbreken, het kan de oorlog in Oekraïne zijn of het verlies van een geliefde.
Als er heftige emoties vrijkomen, vraag je dan af of het iets met je kindertijd te maken kan hebben. Is hier een jonger iemand aanwezig die zo hard heeft geprobeerd om het goede te doen, die zo machteloos stond en die zich nu opnieuw niet gehoord of gezien voelt? En treedt dat kind nu op de voorgrond? Neemt dat de plaats in van de volwassene? In mijn vorige blogs schreef ik over de verticale en horizontale verbinding. Hier heb je die verticale verbinding nodig om jezelf terug te brengen in je volwassen-zelf.
Oefening
We beginnen met gronden.
Voel de stoel onder je en de stevigheid van de grond onder de stoel. Voel op elke uitademing die grond onder je, alsof je je langzaam laat zakken en zo meer in je bekken en je buik bent, de steun voelt van die grond. Breng dan je aandacht naar je rug, naar je ruggengraat, je verticaliteit. Voel jezelf hier zitten.
Neem vervolgens een situatie in gedachten waarin je je ongemakkelijk voelde, boos werd, je afgewezen voelde, moest huilen.
Wat doet dat met je? Wat precies gaat er door je heen?
Breng, als dat nodig is, je aandacht terug naar je ruggengraat en kijk en voel vanuit die verticale houding naar de situatie.
Vraag jezelf dan af: Wie is degene met deze gevoelens? Wat speelt hier?
Is hier een jonger iemand aanwezig? Hoe oud is die? Zie je iets van de omgeving van het kind, iets van de situatie waarin het zich bevindt?
Wat gebeurt hier precies, waar raakt zij, hij of hen zo van streek?
Wat gaat er door je heen als je dat kind ziet?
Kun je je hart openen naar dit kind en compassie voelen voor het feit dat het dit moest meemaken?
Het zijn ervaringen uit onze kindertijd die ons hart gesloten doen houden. Je telkens opnieuw openen voor de pijn, de angst, en de woede van dat kind, opent je hart. Als je haar emoties kunt erkennen, er met compassie mee kunt zijn, heel je het. Zo bevrijd je je hart.
De oefening is te beluisteren op mijn podcastkanaal.
Wil je meer verhalen lezen over compassie? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang iedere week een flinke dosis positiviteit en blikverruimende kennis in je mailbox. En je krijgt ons nieuwste e-magazine cadeau!