Pleaser, tegendraads, of binnenvetter: hoe we ons gedragen is niet wie we echt zijn

8 april 2022 DOOR Lenie van Schie Gezond LEESTIJD: 8 MIN

In een tijd van mentale reuring, neemt psycholoog Lenie van Schie ons mee in het proces van zelfonderzoek. Ze helpt ons bewust te worden van gedragspatronen die niet langer functioneel zijn. “Patronen zijn aangeleerd gedrag en iets wat is aangeleerd, daar kunnen we ons van bevrijden.”

Al heel jong hielp ik als oudste van vijf kinderen mee in het gezin. Het waren de jaren na de oorlog en alles stond in dienst van de wederopbouw. Ik was er als steun voor mijn ouders en wie of wat ik was, werd daaraan ondergeschikt. Ik haalde zekerheid, een gevoel van eigenwaarde en betekenis uit de taken die ik op me nam. Op de momenten dat ik in een gezelschap verkeerde waar mijn hulp niet werd gevraagd, voelde ik me onzeker en ongemakkelijk, wist ik niet hoe ik me moest gedragen. Mijn zelfbeeld was samengevallen met de pleaser.

Onze jonge jaren vormen en bepalen ons: we denken te weten wie we zijn en wat we wel en niet moeten doen. Dat ‘weten’ geeft niet alleen houvast, we gaan er zo mee samenvallen dat we denken dat ook werkelijk te zijn: het geeft ons een identiteit. Maar die identiteit is niet echt, ze bestaat uit beelden die slechts een afspiegeling zijn van ons wezenlijke ik en uit gedrag dat lang niet altijd functioneel is. Ze is als een cocon en als we ons verder willen ontwikkelen dan zullen we die cocon moeten onderzoeken, zodat zij soepeler en losser wordt en wij vrijer worden.

Zelfbeelden

Daarvoor kijken we eerst naar de manier waarop wij een besef van een ‘ik’ ontwikkelen, want hoe doen we dat, of liever: hoe ontstaat die? Als we geboren worden, hebben we nog geen idee wie of wat we zijn, maar de ontwikkeling van wat wij een persoonlijkheid noemen, begint al jong.

Ze ontstaat in en door het contact met onze ouders, verzorgers, voogden; we zijn erg gevoelig voor de manier waarop zij naar ons kijken, voor de aandacht die ze wel of niet geven. Door de manier waarop zij naar ons kijken en ons benaderen, leren we over onszelf: ‘Zijn zij geïnteresseerd in mij? Ben ik belangrijk voor hen, willen ze me ontmoeten?’ Deze vroege interactie bepaalt in hoge mate het zelfbeeld dat we als kind gedurende de eerste jaren opbouwen. Als we een jaar of vier, vijf zijn, hebben wij een beeld gevormd van onszelf en de wereld om ons heen, dat lange tijd meegaat. Een zelfbeeld dat dus in grote mate gebaseerd is op hoe anderen ons zagen. En dat bepaalt hoe we in de wereld functioneren en relateren, hoe wij ons gedragen.

Bewegingen

Karen Horney – geboren in 1885 – was een van de eerste vrouwelijke psychoanalytici. In ons contact met de buitenwereld ontdekte zij drie bewegingen: de beweging naar iets toe, van iets af en tegen iets in.

Deze bewegingen zijn niet alleen een manier om te communiceren, ze reguleren ook onze behoeften en onze energie. We zien deze regulatie in haar meest pure vorm bij een jong kind. Het ene moment kruipt het bij je op schoot (de beweging naar iets toe), het volgende moment kan het boos worden omdat het iets moet doen wat het niet wil (de beweging tegen iets in). En het kan zich terugtrekken in zichzelf en volledig tevreden opgaan in zijn spel (de beweging van iets af).

De impuls die ons tot een van deze bewegingen aanzet komt van binnenuit, zoals honger, de behoefte aan beweging of de behoefte om op jezelf te zijn, of ontstaat als reactie op iets van buitenaf: iets wat je hoort, wat je prettig vindt of wat je niet aanstaat.

Patronen

In onze jonge jaren raken deze primaire, natuurlijke bewegingen gevangen in patronen door de manier waarop we ons afstemmen op en aanpassen aan onze omgeving. Meestal is een van die patronen in ons dominant aanwezig. Het springt op de voorgrond terwijl de anderen op de achtergrond aanwezig zijn en ze kunnen gender bepaald zijn. Welke zijn die patronen?

De beweging naar iets toe

Wanneer de beweging naar iets toe overheerst in iemands gedragspatroon, is diegene als het ware voortdurend aan het uitreiken. Het meest bekende voorbeeld hiervan is de pleaser, iemand die vooral harmonie zoekt en conflicten probeert te vermijden. Mensen met dit gedrag nemen vaak teveel op hun schouders. Ze zijn erop gericht om het allemaal ‘goed te doen’ en raken gemakkelijk overwerkt. We zien dit vaak terug bij hulpverleners, maar ook bij anderen zoals managers in een organisatie en vaker bij vrouwen dan bij mannen. Er is een sterk gevoel dat je de ander, de organisatie of de wereld moet redden.

De beweging tegen iets in

Als de beweging tegen iets in overheerst in iemands leven, noemen we dat ook wel de ‘verzetsstructuur’. We zien deze bij het koppige kind, dat weigert zich aan te passen aan de eisen van de ouders. Als er veel spanningen zijn in huis, kan woede een uitlaatklep zijn voor de spanningen. Het is vaak niet de meest veilige bescherming, maar woede geeft je het gevoel dat je sterk bent en dat jou niets kan overkomen. En dat besef geeft houvast. Een van mijn cliënten met wie ik ooit werkte zei standaard eerst ‘nee’ voordat ze onderzocht of ze iets wel wilde.

Soms wachten we met onze grens te trekken, tot we heel boos worden; dan is de kans groot dat men ons aanspreekt op onze boosheid en dat de reden waarom we boos worden niet wordt opgepikt, namelijk: dat er geen rekening wordt gehouden met ons belang.

De beweging van iets af

Iemand bij wie de beweging van iets af overheerst, heeft de neiging zich terug te trekken. In gezelschap zal diegene vooral stil zijn en zich niet snel ergens mee bemoeien. Het is vaak lastig om met zo iemand contact te krijgen. Op vragen komt slechts een kort antwoord, en wat de persoon echt voelt en denkt houdt hij of zij voor zich. Het lijkt soms alsof zo iemand in een ivoren toren zit, ver weg van het gekrioel op Aarde, en zich heeft afgewend van de verbinding met het volle leven.

Een van mijn cliënten is het vaak oneens met wat er op haar werk wordt besloten, maar ze geeft dat niet aan. De boosheid die ze daarover ervaart, slaat naar binnen en ze hoopt dat ze snel met pensioen kan, rekent de jaren die ze nog moet uit in dagen.

Patronen bieden houvast, maar ze zijn lang niet altijd functioneel: ze maken ons eerder onzeker, ze beperken onze vrijheid tot handelen en belemmeren onze psychische en spirituele groei. We houden eraan vast uit gewoonte, maar we kunnen ze onderzoeken en beginnen onszelf ervan te bevrijden.

Oefening: 

In welk van deze patronen herken je jezelf het meest? En in welke situatie zie je dat patroon het duidelijkst optreden?

Ga goed zitten en ga met je aandacht naar het ‘zitten’ zelf, de stoel onder je. Op elke uitademing stel je je voor dat je dieper in de stoel zakt. Focus vervolgens op je ruggengraat, die verticale verbinding tussen de grond onder je en de ruimte boven je. (Kijk hiervoor eventueel in een eerder blog waarin gronden staat uitgelegd.) Doe dit een paar minuten, tot je voelt dat je gegrond bent.

Neem dan een situatie voor ogen waarin je je patroon herkent. Neem je veranderingen gewaar in je lichaam, je houding en ademhaling. Is er spanning of verkramping?

Laat dan de situatie weer gaan en focus op je gronding, je verticaliteit en je ademhaling.

Als je dat een paar minuten hebt gedaan en je gronding weer helder is, ga dan opnieuw met je aandacht naar de situatie en kijk of je tegelijkertijd contact kunt houden met je gronding en je verticaliteit. Wat merk je op?

Patronen zitten niet alleen in ons gedrag. Ze zitten ook in ons lijf, in onze spieren, pezen, houding, ademhaling. Wanneer we niet alleen kijken naar het gedrag maar ook voelen wat dat in ons lichaam doet, zijn we ons meer bewust van het patroon. Wanneer we onze gronding en verticaliteit kunnen voelen samen met het patroon in ons lichaam, zijn er hier twee: er is een ‘ik’ in een meer vrije toestand en een ‘ik’ – vaak een stuk jonger – die gevangen zit in het specifieke patroon. Je ontdekt dat je niet je patroon bént, je hébt het. Die befaamde uitspraak ‘zo zit ik nu eenmaal in elkaar’, klopt niet. Patronen zijn aangeleerd gedrag en iets wat is aangeleerd, daar kunnen we ons van bevrijden!

Fragmenten uit deze blog zijn eerder verschenen in mijn boek: ‘Langs de weg van het hart’

Wil je meer lezen over mentale gezondheid? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang iedere week een flinke dosis positiviteit en blikverruimende kennis in je mailbox. En je krijgt ons nieuwste e-magazine cadeau!

Lenie van Schie

Al jarenlang werkt Lenie van Schie als psycholoog, spiritueel coach en trainer. Naast individuele groeiprocessen gaat haar belangstelling uit naar de ontwikkeling van het bewustzijn vanaf de tijd dat onze nomadische voorouders over de aarde trokken tot in deze digitale eeuw. Ze schrijft blogs voor verschillende podia en in 2021 kwam haar derde boek uit: ‘Langs de weg van het hart’.

Bekijk alle artikelen van Lenie van Schie
Steun
MaatschapWij
10 EURO
Bij MaatschapWij zetten we al meer dan zeven jaar denkers en doeners in de schijnwerpers die onze samenleving groen, gezond en verbonden maken. Zonder betaalmuur of andere obstakels. En zonder winstoogmerk. Dit collectief kan zonder financiële steun niet bestaan. Veel hebben we niet nodig: elke donatie, hoe klein of groot ook, is welkom. Sluit je aan, we hebben je nodig!
Tuurlijk!
GERELATEERD