Veranderen met respect voor de levenslijn en een brief uit 2048
“Hoe moest het anders?”, zo schrijft een grootmoeder in een brief uit 2048 aan haar kleindochter. Ze kijkt terug op deze tijd. “We wisten wel dat het anders moest, maar er waren altijd redenen om niet te hoeven veranderen.” Marcella Bremer, consultant en auteur van het recent verschenen boek De Levenslijn laat aan de hand van de brief van de grootmoeder zien hoe we in 2048 wel een ander verhaal kunnen vertellen.
“Lieve kleindochter, je vraagt hoe de verandering gelukt is… Het is misschien moeilijk voor te stellen, maar vroeger dachten we heel anders. We waanden ons de slimste soort op aarde en we leefden volgens het ladderverhaal: we klommen omhoog op de ladder van macht, status, spullen en comfort. Daarboven leek alles onder controle, maar onze broeikasgassen warmden de aarde op. Er kwamen steeds meer orkanen en de levensboom die onze levensladder stutte viel om.
Opeens stond de mens weer op ooghoogte met de natuur. Toen pas zagen we het met eigen ogen: de stormen troffen een landschap van magazijnen, snelwegen, vliegvelden en datacenters. Ze raasden over weilanden vol landbouwgif en geasfalteerde steden vol mensen met astma, kanker en verslavingen. We zaten er middenin!
De pandemie had ons eerder wel gewaarschuwd, maar toen gingen we gewoon door. Er waren wel actiegroepen, maar de meeste burgers wachtten op de leiders. We hoopten dat technologische oplossingen ons zouden redden. We waren uitgeput van te veel werk, van zoveel informatie en desinformatie. Als anderen doorgingen met vliegvakanties en grote landen steenkool bleven stoken, dan konden wij als individuen de wereld niet redden. We moesten onze rekeningen betalen, dus moesten we werken. Bedrijven moesten winst maken, want anders hadden wij geen werk. Overheden hadden ons belastinggeld nodig. Zonder geld stond alles stil. Dus we gingen door met produceren en consumeren, hoe moest het anders?”
Ja, maar, nee!
Misschien ken je die bekende cartoon? Als een leider het vraagt, steekt iedereen de hand op voor verandering. Iedereen heeft wel ideeën over hoe dingen anders of beter kunnen. Maar zodra het idee van verandering concreet wordt – dus zodra de leider vraagt wie er mee wil doen aan het veranderen – gaan de handen naar beneden. Hoe komt dat toch?
- Veranderen is niet makkelijk, want je gewoontes laten je vanzelf doen wat je altijd al deed.
- We willen ook liever niet opvallen, maar erbij horen in een groep. Als je verandert, dan vindt iedereen daar wat van!
- Je wil houden wat je hebt. Het is moeilijk vergelijken tussen de zekerheid van het nu versus de onzekerheden van de toekomst.
- Bovendien, laat de anderen eerst maar wat doen!
Weg van of er naartoe?
Veranderen is als strijden tegen de zwaartekracht. Als je niets doet, blijf je zitten. Misschien veranderen we alleen als het echt niet anders kan. Het liefst blijven we op onze plek, in het hier-en-nu, tenminste, als die plek veilig is. Maar onze voorouders wisten wel weg te vluchten van het gevaar. Of naar iets beters toe. We kunnen het dus wél: veranderen.
Het leven is een dynamische beweging tussen ‘weg van iets’ en ‘naar iets toe’. We bewegen continu tussen iets vermijden en iets willen bereiken. Als de toekomst te eng wordt door klimaatverandering, als je niets meer mag en alles minder wordt, dan wil je niet veranderen. Dan krijg je een ‘weg van’ reactie. Terug naar de jaren vijftig alsjeblieft! Als je dat weet, kun je al die mensen die stemmen op conservatieve, nationalistische, terug-naar-vroeger partijen misschien ook beter begrijpen.
Dus hoe krijg je jezelf zover om wel te veranderen? En het ook vol te houden? Daarbij helpt een sterke ‘weg van’ motivatie zeker. Maar we hebben niet altijd een ‘brandend platform’ nodig om te veranderen of een beer die achter ons aan rent. Ook een sterke ‘er naartoe’ wens kan je in beweging zetten richting de toekomst.
Voor welke toekomst zou jij het ongemak en de onzekerheid van verandering willen doorstaan? Welke toestand is die moeite waard? Hoe ziet een leefbare, inspirerende toekomst eruit?
De grootmoeder deelt haar toekomstdroom:
“Na de ladder stonden we met beide voeten op de grond, verbonden in een web van levenslijnen met planten en dieren, voorouders en nazaten. Gezond, gelukkig en gelijk – het noorden was niet belangrijker dan het zuiden, het heden woog niet zwaarder dan de toekomst. We leefden volgens het verhaal van de levenslijn die alle levensvormen verbindt, ongeacht tijd en plaats. Die levenslijn golft uit de diepe tijd van het universum naar het heden, door naar de diepe tijd van de toekomst…”
In de jaren na 2020 werkten de grootmoeder en haar tijdgenoten hun droom uit in een concrete visie, want veranderen kun je niet alleen.
Zo krijg je helder wat de verandering jou en de jouwen oplevert. Je begint met het Wat. Het Hoe komt daarna. Richt je in eerste instantie niet op wat níet – maar vooral op wat wél. Richt je op wat jij en wij allemaal gaan vermeerderen: zoals gezondheid, tijd, vriendschappen en lokaal leven.
Als je eenmaal weet naar welke toekomst je toe werkt, dan is veranderen makkelijker als je hieraan denkt:
- Begin klein, met het veranderen van gewoontes die je makkelijk kunt volhouden
- Doe het samen met een groep gelijkgestemden, dan heb je steun aan elkaar
- Kijk voorbij de huidige ‘hoe-dan’ obstakels naar die toekomst waar je het voor doet
- Jij doet wat binnen jouw controle ligt en daarmee beïnvloed je anderen! Je maakt meer verschil dan je direct kunt zien!
Maar het systeem dan?
Groepen gaan langzamer dan individuen. Noem dat even het systeem, als makkelijke verzamelterm. Als individuen beïnvloeden we overheden, maatschappelijke organisaties, belangengroepen, buurtinitiatieven en bedrijven – door te stemmen, te kopen, te demonstreren, te praten, te weigeren of te gehoorzamen.
De grootmoeder uit de toekomst herinnert het zich zo:
“Toen ontstond er een sociale beweging van mensen die wilden veranderen. Ze zaten overal: in het parlement, in directies, op ministeries, bij verenigingen, in de buurt en thuis…. We wilden een beter leven. We plantten bomen, gingen auto’s delen, spullen uitlenen, dingen repareren, eten uit lokale moestuinen. Zo leerden we onze buren kennen, we kwamen vaker buiten en wilden niet meer fulltime werken. We kregen tijd voor ouderen en kinderen, voor buurtcoöperaties, voor filosofieclubjes, energiecollectieven of vrijwilligerswerk.
De overheid volgde het volk. Er kwam een ecotaks op broeikasgassen, plastics, grondstofgebruik en restafval. Je kon best auto’s, biefstukken en fashion kopen, maar je betaalde de echte kosten. Onze consumptie halveerde spontaan. Ons criterium was niet langer geld, maar het leven. Wat goed is voor het leven, is goed voor allen.”
Als individu kun je sneller dan als groep of systeem. Maar als je maar één ander zover krijgt om duurzamer te doen, dan heb je je impact al verdubbeld. Beïnvloed je tien anderen, die op hun beurt ook tien anderen beïnvloeden – dan krijg je exponentiële verandering.
We hebben alle partijen nodig voor systeemverandering. Maar we hoeven niet op ze te wachten. Mensen kopiëren elkaar en samen zijn we het systeem: als werknemers, als kiezers, als consumenten, als burgers. Dus het maakt uit wat je doet als individu. Als we volhouden, veranderen we normen, wetten, regels, overheden en organisaties.
De transitie tussen 2024 en 2048
Natuurlijk is dat niet altijd makkelijk. Het tijdperk van transitie tussen 2024 en 2048 is en was turbulent, zoals onze grootmoeder zich herinnert:
“Zulke transities zijn roerig. Hoe dat ging? Eerst kwamen wij burgers in actie, toen de overheden, als laatste de bedrijven. Maar de verandering was heftig: al die verschillende belangen, informatie en desinformatie, dan neemt de polarisatie toe, daarna de chaos. De voorhoede duwt vooruit, de macht wil houden wat ze heeft, de burgers zijn verdeeld, verward of bang. Al die conflicten! Voor de eco-terroristen ging de verandering niet snel genoeg. De rijkste één procent van de wereld vertraagde juist, die wilden blijven profiteren. Wat er toen allemaal gebeurde… ik ben blij dat we het hebben gehaald. En jij ook natuurlijk, lieve kleindochter, anders zaten we hier niet. De levenslijn gaat door, voor al wat leeft.”
Bereid je dus voor op chaos, onzekerheid en conflict. Het hoort bij grote transities!
Blijf kritisch. Check de feiten, pas op het framen en de stemmingmakerij, let op de deepfakes en het manipuleren van beelden. Blijf nuchter nadenken, blijf in dialoog met je groep mede-veranderaars, maar kijk ook bewust naar informatie die niet in jullie beeld past. Soms leer je het meest van wat er niet klopt en van je critici.
Houd moed en houd vol. Als je ongeduldig wordt, put dan troost uit de systeemtheorie. Om complexe systemen te veranderen heb je ongeveer een kwart van de mensen nodig die consistent dingen anders doen. Voordat een kwart van de mensen consistent dingen duurzaam/sociaal/anders doet, is er onzichtbaar van alles gaande, maar je ziet dat nog niet direct in het grote geheel. Het nieuwe normaal is nog pril, in wording. Het duurt een tijd voor meer mensen bepaald gedrag en denkwijzen gaan kopiëren. Eerst doen de voorlopers het anders, dan gaat de afwachtende meerderheid het ook doen en tot slot krijg je misschien degenen mee die zich verzetten. Of niet en dat is in een democratie ook prima. Welke toekomst wil jij samen creëren?
Tekst door: Marcella Bremer
Marcella Bremer (www.marcellabremer.com/nl/) werkt als consultant aan organisatiecultuur, leidinggeven en veranderen voor meer positieve impact. Ze schreef een aantal boeken over organisatiecultuur en verandering. Haar roman De Levenslijn over (klimaat)verandering verscheen recent bij Uitgeverij Doornwater. In het boek wordt de levenslijn gevolgd van de familie van de hoofdpersoon tussen 1822 en 2048. Wat zijn de lessen uit het verleden – en kun je misschien ook leren van je nazaten? Als deze levenslijn tenminste doorgaat…?