De landbouw op de schop
“Ik geloof een ander verhaal. Ik geloof in een wereld waarin we voedselsystemen creëren die samenwerken met de natuur, deze zelfs helpen te regenereren en gezond voedsel verbouwen voor lokale afzet. Een verhaal waarin de boer, de consument en de aarde weer met elkaar verbonden zijn, waar regionale identiteit weer waarde heeft”, aldus Lars Veraart van de Stichting ALPA, opgericht om als landbank te fungeren voor een nieuwe generatie ecologische boeren.
Over landbouw wordt zoveel gezegd en geschreven. Het is ook niet niks. De meesten van ons eten graag drie keer per dag, iedere dag en bij voorkeur kwalitatieve en gezonde producten. We zijn met velen op een bijzondere planeet die duidelijke grenzen heeft en stelt. Hoe doe je dat? Hoe verbouw je nou zoveel voedsel voor zoveel mensen op een beperkte hoeveelheid grond, met beperkte hulpbronnen en beperkte ruimte om je afvalproducten kwijt te kunnen? Al decennialang wordt ons voorgehouden dat industrialisatie, intensivering, technologische innovatie, chemische hulpmiddelen, genetische gemodificeerde organismen en internationale handelsverdragen het geldende antwoord zijn en de enige manier om de wereldbevolking te voeden.
“Op een dag zullen we terugkijken op dit donkere tijdperk in de landbouw en onze hoofden schudden. Hoe hebben we ooit kunnen geloven dat het een goed idee was ons voedsel met behulp van vergif te laten groeien? – Jane Goodall –
Nu komen daar NTG’s (nieuwe genomische technieken) en precisielandbouw met AI als hoofdpiloot nog bij. Ik geloof niet in dat verhaal en niet enkel omdat het de wereld in wordt geblazen door een zeer beperkt aantal financiële winstmakende mega-corporaties. Ik geloof niet dat voortdurende schaalvergroting nodig is, dat al het leven uit een akker spuiten nodig is, dat appels de wereld overvliegen nodig is. Nodig, noch wijs. Ik zie natuurlijk de financiële winst die eruit te halen valt voor die enkeling, maar ik zie vooral de buitensporige schade die wordt aangedaan aan unieke ecosystemen, een aanval op de basis van ieders leven. Ik zie de teloorgang van sociale netwerken en de verdamping van cultuur. Ik zie de ontevreden boeren, de misplaatste subsidies, de bergen afval, de gereduceerde kwaliteit van al dit dure innovatieve voedsel en de vele chronische en fatale ziekten die hieruit volgen. En ik zie ook dat het allemaal niet nodig is.
Ander verhaal
Ik geloof een ander verhaal. Ik geloof in een wereld waarin we voedselsystemen creëren die samenwerken met de natuur, deze zelfs helpen te regenereren en gezond voedsel verbouwen voor lokale afzet. Een verhaal waarin de boer, de consument en de aarde weer met elkaar verbonden zijn, waar regionale identiteit weer waarde heeft. Alle kennis hebben we, zowel van vroegere tijden en volkeren als van de huidige moderne wetenschap. Men noemt dit tegenwoordig regeneratieve of natuurinclusieve landbouw en ook wel agro-ecologie. Het is een kwestie van willen. Dat echt willen, daar zit het hem in. En daar zijn we allemaal deel van. Van de consument op de lokale markt, de supermarkt eigenaar en de boer zelf. Van een bestuurslid in een lokale gemeenteraad tot de Europarlementariër in Brussel. Van de groenteboer op de hoek tot de CEO van een mega groot pesticidenbedrijf in Basel. Het wijzen naar elkaar heeft weinig zin. Het beweren dat het niet mogelijk is, is weinig steekhoudend. Het samen inzien dat het wel degelijk anders kan, en zoals het nu is gewoon niet meer kán, daar gaat het om.
Lokaal en duurzaam
Wereldwijd wordt er door velen hard gewerkt aan lokale duurzame voedselproductie. In veel landen is het zelfs nog norm. In andere landen, waar de ‘groene revolutie’ in de landbouw sinds de jaren 50 grootschalig is omarmd, zoals in het grootste deel van Europa, komen er overal initiatieven op die zich inzetten voor een eerlijke, ecologische lokale landbouw. Ook in Nederland zijn er tal van dit soort inspirerende en hoopgevende kartrekkers. Als je wilt, kun je je waar dan ook in Nederland aansluiten bij een biologische tuinderij, een voedselcoöperatie, een landbank, een pluktuin, een boerenmarkt of een volkstuin, zodat je gezonde lokale producten op je bord kunt hebben. Met helaas de aantekening dat dit niet voor iedereen financieel haalbaar is, doordat deze producten meestal een behoorlijke meerprijs hebben. Wat gebeurt er toch met die miljarden aan Europese subsidies? Welke kant stromen die op?
Landbank
Op Europees vlak zijn er ook steeds meer van dit soort initiatieven. Velen zien en willen, proberen en slagen. Eén zo’n project is ALPA, een organisatie die actief is in Transsylvanië, Roemenië. ALPA is opgericht om als landbank te fungeren voor een nieuwe generatie ecologische boeren. Ik woon zelf sinds 2009 in Transsylvanië en heb vanaf het begin het enorme potentieel gezien voor een toekomst met een groot aantal kleinschalige gediversifieerde ecologische boerenbedrijven. In Roemenië woont ongeveer de helft van alle kleinschalige boeren van de EU en er verdwijnen er vijf per uur! Al de percelen land en vele boerderijen blijven achter, klaar om overgenomen te worden.
“Er verdwijnen vijf kleinschalige boeren per uur”
Voornamelijk gebeurt dit overnemen door grote boerenbedrijven of door investeerders en beleggers, vaak buitenlands, met grond als het nieuwe goud. De lokale bevolking verliest hierdoor op grote schaal de toegang en band met de landbouwgrond die hun voorouders al generaties lang verbouwden. Dat de jonge generatie boeren geen toegang tot land meer vindt is een veel voorkomend probleem, ook buiten Roemenië. Het land is ofwel weggepikt door investerende corporaties, ofwel onbetaalbaar door woekerprijzen, veroorzaakt door de speculatie. Organisaties als ALPA treden hier naar voren en verwerven fondsen om landbouwgrond aan te kopen, het zo uit de markt te halen en beschikbaar te stellen aan een nieuwe generatie ecologische boeren. Want, zonder land, zeker geen kleinschalige ecologische boeren en gezond voedsel.
ALPA is een afkorting voor het Roemeens ‘Acces la Pâmǎnt pentru Agroecologie’, vertaald Toegang tot Land voor Agroecologie. We zijn een jonge organisatie en zijn actief in een gebied met waanzinnig potentieel voor lokale ecologische landbouw. Hier kan geschiedenis geschreven worden, hier kunnen we laten zien dat het in Europa wel degelijk anders kan.
Biodiversiteit
Transsylvanië is in het buitenland vooral bekend om zijn vleermuizen en bloeddorstige vampiers. Minder bekend is dat die vleermuizen hier zo uitbundig zijn (32 soorten!) omdat de dichtheid insecten (nog) zo bijzonder hoog is, in tegenstelling tot die in West Europa (70-80 procent verdween in grofweg de laatste veertig jaar, voornamelijk door landbouw gifstoffen). Door al die insecten doen ook de wilde bloemen, vogels en zoogdieren het goed. Kortom, de biodiversiteit is zeer hoog, en vormt Transsylvanië een ware hotspot in Europa. En dit is belangrijk. Niet alleen voor de vleermuis in Transsylvanië, ook voor vleermuizen in Limburg. De genetische rijkdom aan biodiversiteit, plant en dier, die in Transsylvanië nog voort mag leven, kan het essentiële verschil uitmaken of Europese (en globale) ecosystemen zich door de milieucrisis weten te slaan of niet. Het behoud van de levende insecten en planten 2000 kilometer van de Veluwe, mocht weleens een veel grotere urgentie en vergaand belang hebben dan we tot nog toe hebben beseft. Ecosystemen kennen geen landsgrenzen, en hebben elkaar hard nodig.
“De biodiversiteit is zeer hoog en maakt van Transsylvanië een ware hotspot in Europa”
De hoge biodiversiteit in Transsylvanië is mede te danken aan eeuwenlange kleinschalige ecologische landbouw. Kleine akkers, weinig gifstoffen, stalmest. Land beheerd door lokale boeren die in directe verbinding staan met de gezondheid van de grond en het leven erin en erop. Een belangrijke doelstelling in het werk van ALPA is om de nieuwe generatie boeren de kans te geven dit mooie en cruciale werk te kunnen voortzetten.
Met en voor elkaar
En zo werken we aan een duurzame toekomstvisie, waar gezond voedsel verbouwd kan worden voor lokale consumptie en tegelijkertijd de natuur bij te staan zich te regenereren, zodat de kinderen van onze kleinkinderen opgelucht kunnen terugkijken naar wat wij in deze eeuw voor cruciale keuzes gemaakt hebben, in Transsylvanië, in Nederland, met en voor elkaar.
Jeppe van Pruissen en Joris van Egmond hebben een indrukwekkende documentaire gemaakt over de Gouden Cirkel en het belangrijke werk van de stichting ALPA. De documentaire kan worden vertoond aan geïnteresseerden in dit belangrijke project. Een voorproefje van deze documentaire is te zien in deze trailer.
Wil je meer leren over ALPA of meehelpen land vrij te maken, bezoek dan de vernieuwde website: www.alpa.land.
Tekst door: Lars Veraart
Lars werkte vijftien jaar als dierenarts in Frankrijk waar hij zag hoe boeren bezweken onder de druk om steeds meer rendement te halen. Eind 2014 besloot hij dit systeem niet langer te dienen en werd hij regeneratief boer in Transsylvanië. Hij is medeoprichter van Provision, een voorbeeldboerderij en centrum voor Agro-ecologie en Geweldloosheid. Tevens is hij een van de initiatiefnemers van de stichting ALPA. Dit artikel verscheen ook in de zomereditie 2024 van het New Financial Magazine.