Brein en digitalisering (1): hoe hersenrot ben jij?

24 december 2025 DOOR Gastauteur Gezond LEESTIJD: 10 MIN

Hoe meer prikkels we krijgen, hoe normaler het wordt om complexe onderwerpen steeds oppervlakkiger tot ons te nemen. Jammer, want juist het geven van betekenis is een vaardigheid die plezier geeft en mentale fitheid brengt. Tiesja Huizenga zet in een serie voor MaatschapWij dit fenomeen in breder perspectief. In de eerste aflevering staat brainrot centraal, een woord dat precies laat zien waarom betekenis geven nodig is.

Ik las ergens dat Einstein zei: “Je kunt een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt”. Ja, dacht ik, ik denk dat dit klopt. En vrijwel tegelijkertijd vroeg ik me af: als dat inderdaad zo is, welke denkwijzen zijn er dan eigenlijk?
Door deze vraag begon ik voor de lol denkwijzen te verzamelen, en al doende rolde ik van de ene vraag in de ander. Ik speelde met het idee of je, als je bewust op verschillende manieren kan denken, je dit denkvermogen ook kunt inzetten om gevoelens op verschillende manieren te benaderen en om bewust van perspectief te wisselen?

Wat begon als een grapje bleef een grapje, maar werd ook een serieus onderzoek. En keer op keer viel ik van de ene verbazing in de ander. De potentie van ons brein is zo enorm, terwijl we ons daar nauwelijks bewust van lijken te zijn. Daarom verwachten we ook niet van onszelf en van elkaar dat we die mogelijkheden onderzoeken, laat staan benutten. Maar zodra je ontdekt wat je er allemaal mee kunt, én hoe leuk het is om ermee te spelen, is het mind-blowing. Had ik het maar eerder ontdekt!

“De potentie van ons brein is zo enorm, terwijl we ons daar nauwelijks bewust van lijken te zijn”

Sindsdien pionier ik om mensen bewust te maken van de genialiteit van hun eigen denkvermogen én van het positieve effect ervan op neuroplasticiteit, mentale gezondheid en veerkracht. En dat het leuk is om te doen én hard nodig. Want scrollen, binge-watchen, eindeloos swipen vlakken onze mentale scherpte en flexibiliteit elke dag opnieuw een beetje verder af.

Brainrot
Dat ik niet de enige ben die dit wilde agenderen bleek toen Oxford University Press brainrot tot het woord van 2024 maakte. Ook Erik Scherder, hoogleraar klinische neuropsychologie en bekend van tv-optredens en lezingen, waarschuwt ons op een toegankelijke en sympathieke manier voor de gevaren van hersenrot. Hij laat zien hoe passieve digitalisering en constante snelle prikkels het denkvermogen en de mentale scherpte langzaam aantasten, en benadrukt hoe belangrijk het is om ons brein actief te blijven uitdagen. Oxford University Press stelde dat steeds meer mensen merkten dat digitale consumptie het concentratie en denkvermogen aantast. Daarom, voordat we ons verliezen in de woorden van 2025, nog even snel een terugblik: wat is brainrot? Hoe is het ontstaan? En waarom is het voor onszelf en de hele samenleving écht beter én leuker als we zelf en met elkaar proberen om brainfit te zijn?

Oxford University omschrijft brainrot als een mentale afvlakking die kan ontstaan door het langdurig consumeren van triviale, passieve en oppervlakkige prikkels. Het gaat niet alleen om online gedrag, maar om elke activiteit waarin je absorbeert zonder er actief en autonoom over na te denken. Het voelt ontspannen en normaal, maar ondertussen raakt je brein gewend aan gemak, snelheid en oppervlakkigheid.

“Hersenrot ontstaat door het langdurig consumeren van triviale, passieve en oppervlakkige prikkels”

Het risico zit erin dat je denkt dat je ontspant, terwijl je je brein juist traint om oppervlakkig en automatisch te reageren. Daniel Kahneman, psycholoog, gedragseconoom, Nobelprijswinnaar en auteur van Thinking, Fast and Slow, onderscheidt twee denksystemen: systeem 1 werkt snel, automatisch en reageert op korte prikkels en snelle beloningen; systeem 2 werkt langzaam, verdiepend en is nodig voor focus, begrip, complexe keuzes en creativiteit.

Beide systemen zijn waardevol, maar bij brainrot raakt de balans verstoord: Systeem 1 domineert en systeem 2 krijgt te weinig werkruimte. Scrollen, swipen en binge-watchen versterken die onevenwichtigheid, waardoor je brein gewend raakt aan oppervlakkigheid en snelle afleiding – vaak zonder dat je het doorhebt.

Disbalans
En die disbalans sluipt erin. Niet in één moment, maar beetje bij beetje, dag na dag. Wat eerst een uitzondering was, wordt ongemerkt de standaard. Je raakt zo gewend aan snelle prikkels dat je niet meer voelt wanneer een situatie eigenlijk om verdieping vraagt. Je merkt niet dat je anders denkt, omdat iedereen om je heen hetzelfde is gaan doen. Juist dat maakt het verraderlijk: je verliest het onderscheidingsvermogen voordat je doorhebt dat je het kwijt bent.

Dit wordt niet alleen veroorzaakt door scrollen of binge-watchen. Veel van wat we dagelijks consumeren, spreekt vooral het snelle systeem aan. Denk aan populaire games die draaien op reflexen, triggers en beloningen. Of aan journaals en actualiteitenprogramma’s die vooral vertellen wat er gebeurt en wie iets deed, maar zelden ingaan op de diepere vragen zoals: waarom gebeurt dit eigenlijk? Het kijken van een sportwedstrijd of social media-feeds, push-notificaties, korte formats en politieke soundbites houden ons vast in die snelle modus.

Het verraderlijke van brainrot is dat je het vaak niet merkt. Het mooie? Zodra je begrijpt wat het is en hoe het ontstaat, kun je je mentale scherpte actief trainen. Om dat diepgaande denkvermogen te activeren, volgen we de sporen van hersenrot door de geschiedenis, technologie en cultuur.Van de eerste vermelding van de term in 1854 in Walden van Henry David Thoreau, tot het explosieve gebruik ervan tussen 2023 en 2024, toen het het woord van het jaar werd. Zo ontdekken we niet alleen wat brainrot is, maar ook hoe een nauwelijks gebruikte term ineens zichtbaar en urgent werd. Kortom: een uitnodiging om read and research langzaam te gaan.

Het vlindereffect
In 1961 ontdekte de meteoroloog Edward Lorenz iets opvallends. Bij het opnieuw draaien van zijn weersvoorspellingsmodel rondde hij een beginwaarde van 0,506127 af naar 0,506. Een miniem verschil dat compleet andere uitkomsten opleverde. Zo’n kleine afwijking zou theoretisch betekenen dat de vleugelslag van een vlinder in Brazilië een orkaan in Texas kan veroorzaken. Lorenz noemde dit het butterfly-effect: in complexe systemen kan een minuscuul verschil een kettingreactie starten die niemand had voorzien.

“In complexe systemen kan een minuscuul verschil een kettingreactie starten die niemand had voorzien”

In de praktijk betekent dit dat kleine acties enorme gevolgen kunnen hebben: één auto die te laat remt kan een kettingbotsing veroorzaken, een verkeerd woord kan een vriendschap veranderen, en een eerste plastic verpakking mondt decennia later uit in de plastic soep.

Zo’n ‘vlindervleugel’ verscheen tijdens de Tweede Wereldoorlog: de geallieerden stonden voor de enorme uitdaging om vijandelijke codetaal te kraken. Niemand had toen kunnen voorspellen dat dit het startschot zou vormen van wat wij nu de digitale revolutie noemen.

Van codetaal naar digitaal
De Duitsers ontwikkelde codetalen om hun militaire plannen geheim te houden. Alan Turing richtte zich op de Enigma-codes en ontwikkelde een systematische, algoritmische aanpak om deze patronen te doorgronden. Tegelijkertijd werkte Tommy Flowers aan de veel complexere L-berichten en bouwde hij Colossus, de eerste elektronische computer die razendsnel enorme hoeveelheden informatie kon verwerken. Het bijzondere van Turing en Flowers is dat ze ieder een cruciaal element inbrachten. Turing had het idee: een systematische, algoritmische manier om codetaal te kraken. Flowers had de machine: Colossus, een razendsnel rekenapparaat dat de enorme hoeveelheden data kon verwerken.

Toen idee en machine samenkwamen, ontstond een synergie die het individuele werk ver overstijgt: een functionerend systeem dat codes kraakte en uiteindelijk de basis legde voor de digitale wereld. Het idee was theoretisch, de machine een technisch wonder, maar zonder richting. Samen maakten ze het onvoorstelbare mogelijk.

Kort daarna begon de digitalisering van beeld en geluid. In 1957 maakte Russell Kirsch de eerste digitale foto en in de jaren 60 legde Bell Labs het eerste geluid digitaal vast. Beeld en geluid werden zo omgezet in cijfers, waardoor alles wat later volgde – films, muziek, games, social media – volledig digitaal en razendsnel reproduceerbaar werd.

Dagelijks leven
De digitale revolutie veranderde niet alleen de techniek, maar ook ons dagelijks leven. Waar je vroeger een krant aan tafel las of het nieuws op vaste tijden keek, vaak samen met anderen, is alles nu direct en persoonlijk. Social media, nieuwsapps, berichten en foto’s komen binnen op één apparaat: je telefoon. Alles is altijd beschikbaar, visueel aantrekkelijk en supersnel. Ongemerkt verschoven we van open kijken naar de wereld en de mensen om ons heen, naar een constante focus op ons scherm, vaak alleen.

“Ongemerkt verschoven we van open kijken naar een constante focus op ons scherm”

Achter het journaal en het nieuws zaten nog niet zo lang geleden redacties die zelf onderzoek deden, verbanden legden en oorzakelijkheid van misstanden onderzochten. Door de opkomst van nieuwsplatforms en apps die nieuws gratis toegankelijk maakten, moesten redacties bezuinigen. Diepgang verdween en informatie werd een doorgeefluik: hetzelfde nieuws, dezelfde feiten, maar met een ander sausje. Programma’s die probeerden te verklaren waarom iets gebeurde, verdwenen of kregen minder ruimte.

Social media versterkten dit effect. Als je online gaat, krijg je vooral te zien wat je interesseert of emotioneel raakt. Algoritmes filteren de wereld voor je en creëren zo een personalized filter bubble, waardoor verbanden, context en andere benaderingen en perspectieven naar de achtergrond verdwijnen.

Vlindervleugeltjes
Samen zorgen deze vlindervleugeltjes – de snelle toegang tot informatie, sociale media, gratis nieuws en de focus op wat boeit – voor een omgeving waarin ons brein steeds oppervlakkiger en reactiever denkt. Wat zichtbaar is in de wereld om ons heen, lijkt indrukwekkend en handig. Wat er onzichtbaar gebeurt in ons hoofd, is subtiel maar ingrijpend: het ontstaan van hersenrot.

Zo hebben digitale vlindervleugeltjes – sociale media, gratis nieuws, mobiele apparaten, algoritmes – samen de nieuwe wereld én ons brein gevormd. Hoewel we steeds beter lijken te begrijpen dat dit impact heeft en elkaar en onze kinderen waarschuwen voor de gevolgen, herkennen we ze vaak slecht in onszelf.

“Digitale vlindervleugeltjes hebben de nieuwe wereld én ons brein gevormd”

Het sluimerende effect bouwt zich langzaam op, dag na dag, tot het punt dat het collectief zichtbaar en urgent wordt. En dát is precies wat er gebeurde: in 2024 werd brainrot woord van het jaar. Plotseling kon niemand er nog omheen.

Een oude didactische legende uit Siam illustreert dit mooi. De koning is zo onder de indruk van het schaakspel dat hij de uitvinder wil belonen. Hij zegt dat hij alles mag wensen wat hij wil. De uitvinder vraagt om één graankorrel op het eerste vakje van het schaakbord, en dat het aantal op elk volgend vakje verdubbeld wordt. Wat aanvankelijk een bescheiden wens leek, groeit al snel exponentieel, totdat het ineens onhoudbaar wordt. Dit omslagpunt – van no probs naar ‘alles uit de hand’ –symboliseert wat er in 2024 gebeurde met brainrot.

Omslagpunt
Zo’n plotseling omslaan noemen we kritische massa: het moment waarop iets sluimerends groot genoeg wordt om zichtbaar en impactvol te zijn. In wetenschap, sociologie en marketing helpt dit begrip voorspellen wanneer een innovatie, trend of verandering zichzelf gaat versterken en het nieuwe normaal wordt. Bij brainrot betekent het niet alleen dat het bewustzijn en de maatschappelijke aandacht zo groot werden dat Oxford het woord van het jaar koos. Het is ook het punt waarop iets dat eerst afwijkend of opvallend leek – oppervlakkig, automatisch denken – genormaliseerd wordt: het valt niet meer op, iedereen doet eraan mee, en het effect wordt vanzelfsprekend.

Vorig jaar stonden we op zo’n omslagpunt. De vraag is: betekent het dat we eindelijk inzien dat het roer écht om moet? Of is oppervlakkig, snel denken inmiddels het nieuwe normaal geworden? Het verraderlijke van brainrot is dat je het vaak niet merkt. Het goede nieuws: zodra je begrijpt wat het is, hoe het ontstaat en er bewust aandacht aan besteedt, kun je je mentale scherpte met gerichte oefening herstellen. We zijn niet de koning van Siam die een belofte heeft gedaan; we hoeven niet onbewust door te schuiven naar ‘het volgende vakje’ op het schaakbord, waarin de effecten van de digitale tijdgeest zich exponentieel verder verspreiden.

De keuze ligt bij ons – individueel én collectief – zakken we weg in de tijdgeest van oppervlakkigheid, of gaan we op zoek naar de weg terug?

Tekst: Tiesja Huizenga

Tiesja is grondlegger van KiCKWiJZER, een systematische aanpak waarmee ze mensen, relaties, teams, bedrijven en begrippen meer betekenis geeft, en waarmee ze de kunde, het plezier, de waarde en de kracht van betekenis geven aan anderen doorgeeft.

Gastauteur

Om Nederland socialer en duurzamer te maken hebben we iedereen nodig. Daarom verwelkomen we op MaatschapWij gastauteurs die hun licht op een bepaald thema laten schijnen. Op deze pagina vind je hun bijdragen. Zelf een artikel, blog, column of video delen op de website? Stuur dan een mailtje met je bijdrage of bijlage naar redactie@maatschapwij.nu. De redactie beoordeelt vervolgens of we het stuk bij MaatschapWij vinden passen.

Bekijk alle artikelen van Gastauteur
Abonneer
Laat het weten als er

0 Comments
Meest gestemd
Nieuwste Oudste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Steun
MaatschapWij
10 EURO
Bij MaatschapWij zetten we al meer dan zeven jaar denkers en doeners in de schijnwerpers die onze samenleving groen, gezond en verbonden maken. Zonder betaalmuur of andere obstakels. En zonder winstoogmerk. Dit collectief kan zonder financiële steun niet bestaan. Veel hebben we niet nodig: elke donatie, hoe klein of groot ook, is welkom. Sluit je aan, we hebben je nodig!
Tuurlijk!
GERELATEERD