Alles waar je aandacht aan besteedt, groeit!
Stel je eens voor: een wereld waarin we niet langer afhankelijk zijn van voedsel uit verre landen. Een toekomst waarin je de mensen die je voedsel telen grotendeels kent of op z’n minst kan bezoeken. Je eet vooral uit eigen streek en hebt niet het gevoel dat je ‘belemmerd’ wordt in je keuzes. Overal zie je levendige boerderijen waar je graag rond wilt wandelen. Omdat ze mooi zijn, divers, kleurrijk en bruisen van positieve energie. Klinkt dat als een sprookje? Het is dichterbij dan je denkt!
Conventionele boeren zijn de duivel niet
Ik geloof dat de mensheid, en hoe die evolueert, grotendeels gedreven wordt door de wens tot zingeving. Vaak komt daaruit voort dat zij iets bedenken dat uiteindelijk goed voor henzelf zal zijn, maar ook iets is waar de mensheid op zit te wachten. Zo zijn in elk geval de meeste innovaties tot stand gekomen. De conventionele landbouw is daar een mooi voorbeeld van: veel eten, tegen een lage prijs, met de mogelijkheid om het als het ware ‘over te nemen’ van de natuurlijke processen.
Ook al ben ik geen voorstander van dit systeem, ik heb er wel respect voor. Het is indrukwekkend, de innovatie, implementatie en het kwantitatieve resultaat. Ik ben ook niet van mening dat elke boer die zijn gewassen zo teelt een slechte boer is. Het is waar we met zijn allen voor hebben gekozen. Niet alleen met onze keuzes in de supermarkt. Het is wat we jarenlang hebben gesubsidieerd. Kortom, het is wat het is.
We gaan een nieuwe kant op, omdat goedkoop niet langer komt uit de supermarkt, waar de conventionele landbouwproducten belanden. De kosten van deze producten worden namelijk niet in de supermarkt, maar later bij de dokter betaald en – als we zo doorgaan – creëren we toekomstige schaarste.
“We staan aan het begin van een indrukwekkende revolutie”
We staan aan het begin van een bijzonder indrukwekkende revolutie. We zijn tot het besef gekomen dat we voor allerlei prijsverlagingen, gebruiksgemak en andere veronderstelde voordelen uiteindelijk toch een hogere prijs betalen dan we denken. Namelijk ten koste van onze eigen gezondheid.
We putten de bodem uit, bedreigen de biodiversiteit en worden ziek door het gebrek aan nutriënten in ons voedsel. De natuur is het helaas niet eens met monoculturen. Laatst zag ik op LinkedIn een bericht over de resultaten van het Jena Experiment. Een sinds 2002 lopend Duits onderzoek naar biodiversiteit en het effect van plantendiversiteit op ecosystemen. Het toonde aan dat diverse plantengemeenschappen niet alleen productiever en veerkrachtiger zijn, maar ook beter bestand tegen klimaatverandering dan monoculturen. Steeds vaker worden mijn intuïtieve gevoelens door de wetenschap bevestigd! Een goed gevoel moet ik zeggen. Diversiteit in het landschap is uiteindelijk veel beter. Voor onze bodem, voor onze gewassen en voor onszelf!
In contact met je eten, in contact met jezelf
Door de jaren heen hebben wij veel jonge vrijwilligers op onze boerderijen mogen verwelkomen. Doorgaans stadskinderen op zoek naar een nieuw avontuur. Het stadse leven geeft te vaak een gevoel van leegte. Een leegte die moet worden gevuld met consumptie of avontuur. Veel van hen waren angstig, onzeker, ongelukkig, zoekende en vaak fysiek niet in de beste conditie. Het is mij al lang geleden duidelijk geworden dat het in contact komen met de basis – je eten verbouwen, samenwerken, buiten zijn en genieten van puur, vers en minimaal bewerkt voedsel – je niet alleen fysiek maar ook geestelijk gezond maakt. Dat heb ik keer op keer mogen aanschouwen.
De werkelijkheid is dat de hedendaagse boer niet eens meer echt in contact staat met het landschap. De hele dag rondrijden in een tractor met de gps aan is niet hetzelfde als lopen door een veld met een grote biodiversiteit aan plantsoorten. Torenhoge schulden bij de bank en te weinig betaald krijgen voor je oogst, zijn de norm, niet de uitzondering. Voor hen geen stadsleven, maar toch een vrij stressvol bestaan.
“Torenhoge schulden bij de bank en te weinig betaald krijgen voor de oogst zijn de norm, niet de uitzondering”
Het managen van een regeneratief, holistisch systeem, waar je observeert hoe alles met elkaar verbonden is, vereist dat je in contact komt te staan met je eigen zintuigen, met de plantensoorten, de diersoorten en natuurlijk met je medewerkers. Tijd doorbrengen in een natuurlijke omgeving vermindert stress en verhoogt de creativiteit. Het is alsof moeder natuur je gratis therapie aanbiedt. Kleine, diverse boerderijen, met open dagen en workshops, geven je die kans, of je nu boer bent of gewoon een bezoeker.
Ik vraag me af hoe het met de gezondheid van de gemiddelde burger zou zijn als ze regelmatig een bezoek brachten aan hun lokale regeneratieve boerderij om inkopen te doen, een workshop te volgen of voor een etentje waarvoor ze eerst door de moestuin en over het land konden lopen.
De grootste belemmering voor het opschalen van kleine boerderijen
De grootste belemmering voor het opschalen van kleine boerderijen ligt in de combinatie van financiering, regelgeving en toegang tot markten. Kleine boerderijen missen vaak de schaalvoordelen die grootschalige landbouwbedrijven wel hebben, waardoor investeerders minder snel geneigd zijn te financieren. Tegelijkertijd zijn de administratieve lasten en regelgeving vaak gericht op grootschalige productie, wat een onevenredige druk legt op kleinere producenten. Daarbij komt dat toegang tot afzetmarkten beperkt blijft door de dominantie van grote spelers in de voedselketen, waardoor kleine boerderijen moeilijk hun producten bij de consument kunnen krijgen zonder tussenkomst van dure distributiesystemen.
Hoe maak je inkopen bij je lokale boer mainstream?
Het antwoord is drievoudig! Ten eerste hebben we veel meer kleine boeren nodig! Veel jonge mensen die zich angstig, doelloos en ongezond voelen, zouden zich kunnen vinden in een nieuw beroep. Deze boodschap moeten we overal verspreiden! En samen met deze boodschap moet de wetgeving voor kleine lokale boeren versoepeld worden, zodat ze niet moeten opboksen tegen mega-bedrijven.
“Boer zijn is een beroep dat de heldenstatus verdient”
Boer zijn is een beroep dat een heldenstatus verdient (oké, ik geef toe, dit is niet geheel objectief, zeker niet uit de mond van een kleine boer, maar toch!). Als koks rocksterren kunnen worden, waarom dan niet de kleinschalige boer?!
Ten tweede moeten er innovatieve manieren komen om de producten van dergelijke kleine bedrijven aan de man te brengen. Om inkopen bij lokale boeren zo makkelijk mogelijk te maken, moeten drempels worden verlaagd en moet het gemak centraal staan. Een goede start is een gebruiksvriendelijke app of online platform waar consumenten eenvoudig producten kunnen bestellen, betalen en een ophaal- of bezorgoptie kunnen kiezen. Denk aan een ‘click-and-collect’ model, waarbij consumenten hun boodschappen kunnen ophalen op strategische punten in de stad. Voor extra gemak kunnen buurtdepots of lockers worden ingericht waar bestellingen 24/7 kunnen worden afgehaald.
Tot slot speelt transparantie en kennis een belangrijke rol. Hiervoor moet er nog veel meer gepraat worden over de positieve impact op het geheel van gezonde, regeneratieve voeding. Door meer berichtgeving in de media over de voordelen van lokaal voedsel en duidelijke communicatie via sociale media kunnen boeren een bredere en loyale klantenkring opbouwen.
Wat aandacht krijgt… groeit!
Niemand zegt dat het makkelijk is om grootschalige landbouw te herstructureren. Maar de voordelen zijn enorm! We hebben de kans om een wereld te bouwen waarin ons voedsel ons niet alleen voedt, maar ook verbindt, inspireert en beschermt.
“We hebben de kans een wereld te bouwen waarin ons voedsel ons niet alleen voedt, maar ook verbindt, inspireert en beschermt”
Ik hoop dat ik, door het delen van veel lekkere farm-to-table recepten, inspirerende verhalen van andere ‘regenerators’ en het vaak genoeg van de daken schreeuwen van dit bericht, kan bijdragen aan een landschap dat verandert in een mozaïek van kleine, diverse, regeneratieve boerderijen.
Het is immers een immens energie-gevend toekomstbeeld. En daar hoort een positief verhaal bij! We moeten niet denken in termen van ‘minderen’, ‘geen vlees’, ‘vervang-producten’, ‘diëten’ en allerlei andere beperkingen restricties. We moeten denken in constructieve termen van ‘meer boeren’, ‘meer planten’, ‘meer dieren’, ‘meer bodemleven’, ‘meer diversiteit in ons landschap’ en ‘meer samenhorigheid’! Dit zal ons smaak, gezondheid en plezier brengen. Daar durf ik mijn hand voor in het vuur te steken!
Wees optimistisch, wees een held!
Fotografie: The Farming Chefs
Wil je meer inspiratie over hoe je vaker lokaal kunt eten? Schrijf je in voor de nieuwsbrief!