
Waarom jouw adem niet van jou is
Ik zit in de trein naar Leiden en kijk naar de mensen om me heen. Een vrouw met een hoofddoek scrolt door haar telefoon. Een man in pak staart naar buiten, zijn vingers trommelen ongeduldig op zijn laptop. Een jongeman met een koptelefoon glimlacht continu, blijkbaar heeft hij een goede podcast te pakken. En dan gebeurt er iets heel bijzonders.
Ik realiseer me dat ik hun adem inadem. Ik adem in wat zij uitademen. En zij ademen in wat ik uitadem. We delen onze moleculen met elkaar, hier, in deze kleine ruimte die met zo’n 130 kilometer per uur door het Nederlandse landschap glijdt. Die uitwisseling van moleculen door onze adem: het is geen metafoor, het is werkelijkheid. Daar ben ik me pas sinds kort van bewust. Iets in me kantelt. Een duizeling en verwondering tegelijk.
De wiskunde die alles verandert
Eerder die week had ik een podcast gehoord van astrofysicus Neil deGrasse Tyson. De titel was clickbait van de beste soort: “Our breath contains molecules Jesus inhaled.” Twee uur lang luisterde ik met groeiende verbazing naar wat hij uitlegde.
Er zijn meer luchtmoleculen in één enkele ademhaling dan dat er totale ademhalingen zijn in de gehele atmosfeer van de aarde. Wanneer jij uitademt, verspreiden zich genoeg moleculen om elke toekomstige ademhaling op aarde te ‘bevolken’. En aangezien lucht snel mengt, betekent dit dat de moleculen die je nu inademt, ook ooit zijn ingeademd door Jezus. Door Mohammed. Door Cleopatra. Door de eerste mens die vuur maakte.
“De moleculen die je nu inademt, zijn ooit ook ingeademd door Jezus, Mohammed en Cleopatra”
Adem dat even in.
De atmosfeer blijkt een perfect gemengde soep van moleculen. Elke lepel, elke adem, bevat sporen van elke vorige lepel die ooit genomen is. Sinds het luisteren van die podcast kan ik het niet meer loslaten. In de trein wordt het ineens tastbaar. Ik ben niet alleen aan het ademhalen, ik ben aan het delen. Met vreemden. Met mensen die ik misschien als ‘anders’ zou bestempelen. Maar ondertussen mengen onze moleculen zich, worden we letterlijk, fysiek, deel van elkaar. Op moleculair niveau worden we deel van elkaar. En dat is niet weinig.
Vragen die ontstaan
Mijn fantasie neemt de vrije loop. Ben ik wie ik ben door de adem van anderen? Door de mensen die voor mij hebben geleefd, naast me hebben gezeten, in dezelfde ruimtes hebben bestaan? Is de adem een onzichtbare overdracht van informatie die we tot ons nemen?
“Is de adem een onzichtbare overdracht van informatie die we tot ons nemen?”
Ik kijk weer naar de man in pak. Wat zou hij stemmen? PVV, Partij voor de Dieren, D66? Die vrouw met de hoofddoek: waar komt ze vandaan? Wat is haar verhaal? En dan treft het me: ik schreef ooit voor MaatschapWij een artikel over hoe we schuttingen bouwen. Om onze tuinen, om onze landen, om onze ideeën. Hoe we grenzen trekken tussen ‘wij’ en ‘zij’. Maar ondertussen, bij elke ademhaling, verdampen die grenzen. We delen onze moleculen met iedereen. Met de mensen aan de andere kant van de wereld. Met iedereen die ooit heeft geleefd.
Je deelt een deel van je adem met de miljarden mensen die ons voorgingen. Bij elke ademhaling word je een deel van de geschiedenis. En word je een deel van iedereen die na jou komt.
Waar mystiek en wetenschap elkaar ontmoeten
Het opmerkelijke aan Tyson is dat hij, als wetenschapper, niet alleen bij de wetenschappelijke feiten blijft. Hij zegt: “Deze ontdekking grenst aan het spirituele.” Hij zet de deur open naar iets groters. Hij toont aan dat de kloof tussen wetenschap en spiritualiteit kunstmatig is. Iets wat wij zelf hebben gecreëerd. Wetenschap toont ons de verbondenheid die mystici al eeuwen voelen. De mystiek die spirituele tradities benoemen, de eenheid van alles, de onderlinge vervlechting, wordt door de wetenschap niet ontkracht. Het wordt bevestigd. Onderbouwd. Meetbaar gemaakt.
“De eenheid van alles wordt bevestigd en onderbouwd door de wetenschap”
We zijn uit dezelfde materie gemaakt. We ademen dezelfde lucht. Dit is geen filosofisch gedachte-experiment. Het is een fysieke realiteit die bij elke ademhaling plaatsvindt.
De ironie van ons bestaan
En toch. We leven in een tijd waarin we ons steeds meer van elkaar gescheiden voelen. We bouwen schuttingen, trekken grenzen, creëren hokjes. We categoriseren onze eigen soort in landen, culturen, ideologieën, stemgedrag. Maar ondertussen delen we bij elke ademhaling dezelfde moleculen. Met onze buren die we niet groeten. Met mensen aan de andere kant van een grens die we hebben getrokken. Met iedereen die we als ‘anders’ beschouwen.
De adem herinnert ons eraan dat scheiding een illusie is. Niet symbolisch. Fysiek.
De vraag die blijft
In die trein keek ik om me heen en vroeg me af: wat zou er gebeuren als we dit echt begrepen? Als we niet alleen intellectueel wisten dat we verweven zijn, maar het ook voelden, bij elke ademhaling? Zouden we dan nog schuttingen bouwen?
Tyson zei dat dit inzicht grenst aan het spirituele. Maar misschien is het spirituele helemaal niet zo ver van het wetenschappelijke als we denken. Misschien zijn het twee talen die hetzelfde vertellen: dat we één zijn. Altijd geweest zijn. Altijd zullen zijn. Elke ademhaling is een herinnering aan onze fundamentele vervlechting. Een fysieke, meetbare, onvermijdelijke herinnering.
Ik wens je een bewuste ademhaling toe. Een waarin je voelt dat je niet alleen bent. Dat je nooit alleen bent geweest.
Tekst Michael van Loenen, oprichter van House of Changemakers. Een plek om op te laden voor doeners met idealen.Hij geeft workshops over de Uno-box (een kunstzinnig kompas om betekenis en impact voor jou als individu of je organisatie/initiatief te (her)ontdekken), is spreker, auteur en was mede-oprichter van sociale onderneming YouBeDo (nu Amy & Eva).


