Bij restaurant Toespijs staat er veel meer op het menu dan lekker eten
Glenda van Duivenvoorde is oprichter van Toespijs: een restaurant en cateringbedrijf dat mensen in de bijstand helpt ervaringen op te doen om te gaan ondernemen. Dat is niet voor niks. Glenda kwam zelf in de bijstand terecht nadat haar jongste dochter met een handicap werd geboren als gevolg van het zikavirus. Met haar restaurant zet ze zich in voor een inclusieve arbeidsmarkt en strijdt ze tegen vooroordelen over mensen in de bijstand.
“Vanaf mijn vijftiende werkte ik al”, vertelt Glenda: “Maar toen mijn dochtertje alle zorg nodig had, kon ik voor het eerst in mijn leven niet meer voltijd werken. Dat was een hele omschakeling: terug naar Nederland vanuit Suriname om de juiste zorg voor mijn dochter te krijgen, geen huis, geen baan, ik moest alles opnieuw opstarten. Ik heb echt een knop om moeten zetten om te beseffen dat mijn positie als ontvanger van bijstand niet mijn toekomst bepaalt en mij ook zeker niet tegenhoudt in het najagen van mijn dromen.”
“Er zit een stigma op mensen die in de bijstand zitten. Terwijl ze zoveel potentie hebben”
Ondernemen vanuit de bijstand
Glenda zit, ondanks haar uitdagende privé-situatie, niet stil. Vanuit de gemeente Zoetermeer doet ze een coachingstraject. “Daar kwam ik erachter dat ik wilde koken. Na zes maanden kon ik als zzp’er uitstromen.” In november 2018 start ze met Toespijs als cateringbedrijf en kookt ze vooral voor feesten en partijen. Haar motto is dan al: ‘ik kom overal waar eten nodig is’. Vanuit de sociale werkplaats in Zoetermeer begeleidt ze jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt in de keuken. Daar bereiden ze gratis maaltijden voor minimagezinnen door klanten die bestellingen plaatsen te vragen om extra te betalen.
Na een tijdje begint het te kriebelen bij Glenda. “Ik liep in het winkelcentrum waar ik woon en toen zag ik een lege unit staan – gewoon een groot leeg betonnen blok – en zag potentie. Maar ik was net uit de bijstand, had geen kapitaal, helemaal niks. Negen maanden ben ik druk bezig geweest met een nieuw bedrijfsplan om te kijken hoe ik het kon financieren en wat het zou gaan kosten. Een van mijn beste vriendinnen kon me een gedeelte lenen en via mijn coach bij de gemeente ben ik in contact gekomen met de Rabo Foundation die een lening aanbood. In december 2020, hartje covid, ging het restaurant Toespijs open.”
Nu is Toespijs vier dagen in de week open. Het restaurant biedt dagverse maaltijden aan. Het personeel zit in de bijstand en wil in veel gevallen zelf ondernemen. Om voedselverspilling tegen te gaan worden overgebleven maaltijden aan minima-gezinnen gedoneerd.
Geen gemakkelijk traject
“Het pad dat ik heb bewandeld was moeilijk”, zegt Glenda: “Omdat er niet zoveel ondernemers voor mij waren die hetzelfde traject hebben doorlopen en ook vanuit de bijstand zijn gaan ondernemen. Geld alleen is niet genoeg. Je hebt een netwerk nodig en een handreiking, iemand die je bij de hand neemt en die zegt: dit zijn de stappen die je kunt zetten. Die persoon ben ik nu graag voor anderen die willen ondernemen. Want: als je in de bijstand zit kan het best wel een eenzame plek zijn. Je voelt je heel klein in de maatschappij, ook omdat er een stigma zit op mensen die een bijstandsuitkering krijgen. Terwijl ze zoveel potentie hebben. Ik wil ze graag bewust maken van hun eigen kunnen.”
Maatschappelijk stigma doorbreken
“Ik ben opgevoed met het idee van hard werken”, zegt Glenda: “Dus ik begreep zelf ook nooit waarom mensen in de bijstand zaten. Tot ik ineens aan de andere kant kwam te staan. Ik had de pech dat mijn klantmanager – een gemeenteambtenaar die mensen in de bijstand begeleidt – hetzelfde idee had als ik voordat ik in de bijstand kwam. Mijn dochter moest bijvoorbeeld elke week naar het ziekenhuis in Den Haag en daarvoor leende ik de auto van mijn moeder. Dan moest ik verantwoorden waarom ik met de auto ging, daarvoor een parkeerticket kocht en niet met het openbaar vervoer ging. Terwijl ik een kind had dat nog geen rolstoel had en ook niet kon lopen. Dat soort dingen demotiveren en maken je klein.”
“Mijn dochter heeft mij de kracht gegeven om te kijken naar potentie en naar wat er wel is, in plaats van wat er niet is”
Mensen denken daarnaast vaak dat je niks hoeft te doen als je een uitkering krijgt, maar het tegendeel is waar, volgens Glenda. De bijstand kent een sollicitatieplicht en je moet vrijwilligerswerk doen. Veel mensen die bij Toespijs komen zijn daarom enerzijds heel erg gemotiveerd, maar anderzijds bekaf. Daar heeft Glenda iets op bedacht: “Het belangrijkste is om eerst te ontladen. Iemand komt binnen en gaat gewoon lekker mee de keuken in. En dan beginnen we bij de basis: de dagelijkse werkzaamheden, groenten snijden, helpen bij de kassa, klanten aanspreken. Vaak komen mensen vanuit een geïsoleerde situatie. Langzamerhand, als ze meer met klanten in contact komen, merk je dat ze zich trotser voelen en dat hun zelfvertrouwen omhoog gaat.”
Inclusieve arbeidsmarkt
Glenda maakt zich hard voor een inclusievere arbeidsmarkt. “Het begint met begrijpen waarom die afstand er is. Waarom zijn er groepen mensen die consequent niet kunnen meedraaien in de maatschappij en wat doet de maatschappij verkeerd om hen (g)een plek te geven? Het is heel makkelijk om te kijken naar wat iemand niet kan, dan kunnen we zo tien werkplekken zien waar je niet aan de slag kunt. Maar dat kost tijd, daar hebben we niks aan. Misschien is iemand fysiek beperkt, maar wat kan deze persoon mentaal? Heeft diegene bijvoorbeeld een sterk analytisch vermogen of een scheikundige achtergrond? Dan kun jij dus in een bepaald bedrijf heel goed aan de slag, zolang we zorgen dat er rolstoelvoorzieningen zijn. Zo kunnen we het zelfvertrouwen van zoveel mogelijk mensen boosten en mogelijkheden creëren.”
“Wat je niet kan is absoluut niet belangrijk. Alleen wat je wél kan doet er toe”
IGNITE Award
Die mogelijkheden kan Glenda zelf, mede dankzij het winnen van de IGNITE Award, blijven ontwikkelen. “Het prettige van deze prijs is dat het niet alleen geld, maar echt een traject is. Ik heb mijn plan aangepast en mijn begroting bijgesteld naar het bedrag dat ik heb gewonnen. In etappes wordt gekeken naar wat je nodig hebt en in welke fase. Zo kan ik de komende jaren het geld besteden wat ik heb gewonnen. Dus IGNITE Award denkt mee over de lange termijn, helpt mee bouwen en samen te groeien.”
Groot dromen
Kort nadat het restaurant openging overleed de dochter van Glenda. “Dat was voor mij alles waar ik de jaren daarvoor heb gewerkt. Dat was heel hard en een hele zware deuk in het plan dat ik had. Tegelijkertijd was het brandstof: ‘ik blijf doorgaan’. Ik heb keihard gestreden om uit de bijstand te komen, dat was voor haar. Ze kon niet lopen, ze kon niet praten, ze kon heel veel niet, maar ik heb nooit gekeken naar wat ze niet kon. Ik heb altijd gekeken naar wat ze wel kon. En wat ze kon is stralend lachen, heel vrolijk zijn, en de mensen om haar heen blij maken. Ze was echt een lichtbundel. Zij heeft mij de kracht gegeven om dat voor anderen te zijn en te kijken naar potentie, naar wat er wel is, in plaats van wat er niet is. Het is mijn missie om er altijd voor anderen te zijn en door te gaan in het leven. Het leven kan zo over zijn, dus als mijn laatste dag aanbreekt dan moet ik terugkijken op hele mooie herinneringen en vooral veel liefde, en liefde krijg je echt door mensen toe te laten, met mensen te zijn, die handreiking te zijn voor een ander.”
Geen droom is te groot voor Glenda: “Het pad zal nooit makkelijk zijn, maar hoe graag je het wilt zal ervoor zorgen dat het gaat lukken. Denk in potentie, want wat je niet kan is absoluut niet belangrijk. Alleen wat je wél kan doet er toe.”
Dit verhaal kwam tot stand in samenwerking met de IGNITE Award. Bekijk de IGNITE hall of fame voor meer inspiratie!
Iedere week een flinke dosis positiviteit en blikverruimende kennis in je mailbox?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang gratis ons nieuwste e-magazine.
Inspiratie gegarandeerd.