Op het spectrum van jij en ik, zitten 'wij' in het midden
Een inzicht, droom of wens voor een mooiere samenleving, we hebben ze allemaal weleens. Met haar columns brengt redacteur Roanne ze aan het licht. Zodat we hopelijk nog net iets meer ‘wij’ kunnen worden. In deze column voor meer wij: Is er ook iets verbindends mogelijk in een tijd van polarisatie?
De zon is nog niet op, maar Gerard Ekdom is al te horen op de autoradio. “Ronald Ekdom,” grapt mijn vriend: “Of Pieter Ekdom,” grinnikt hij verder. Namen veranderen is zijn nieuwe grap. Ik lach mee. “Wel knap dat Ronald of Pieter niet krokant klinkt ‘s ochtends,” reageer ik verwonderd terwijl ik naar het klokje op het dashboard kijk dat 6:45 aangeeft. Het is maandagochtend en dat betekent dat mijn vriend weer aan de bak moet in de bouw. Mij zet ‘ie af bij mijn werkruimte.
Tijdens het radio-reclameblok van 6:55 verkondigen Shell en Vattenfall hun greenwashing PR-praatje en van binnen voel ik iets bekends opborrelen: een mengeling van boosheid, verontwaardiging, frustratie en wanhoop. De dag is nog maar mondjesmaat begonnen of ik zit me al op te vreten over alle misstanden. Het onderwerp maakt tegenwoordig niet meer uit: klimaatverandering, vermogensongelijkheid of de vleesindustrie. Ik wil beginnen aan een tirade, maar ik voel mijn energie al wegsijpelen voordat ik begonnen ben. Dus zet ik de radio maar uit. “Ik weet niet meer zo goed of boosheid echt iets oplevert, wat denk jij?” vraag ik. Mijn vriend knikt, waarmee hij non-verbaal aangeeft dat hij zelf nog te krokant is en niet klaar voor existentiële kwesties. Dus staren we maar over de weg.
De vraag borrelt verder in mijn hoofd. Met boosheid zet je dingen in beweging, kom je in opstand tegen hetgeen dat je onrechtvaardig vindt en creëer je ruimte voor wat wel de bedoeling is. Maar de strijd is soms ook vermoeiend. Want hoe groter de boosheid aan de ene kant, hoe groter de boosheid aan de andere kant, lijkt vaak de wetmatigheid. Met twee ogenschijnlijke tegengestelde groepen tot gevolg. Hoewel strijd ons verder kan brengen, maakt het situaties soms ook ingewikkeld en verwarrend. Is er ook iets verbindends mogelijk, iets dat polarisatie overstijgt?
Ik denk het wel, beantwoord ik mijn eigen retorische vraag terwijl ik uit de auto stap en mijn vriend een fijne dag wens. Het is als een lange liefdesrelatie tussen twee mensen, denk ik verder: je kan van alles projecteren op de ander óf elkaar ontmoeten in het gemeenschappelijk mens-zijn. We willen allemaal een fijn leven vol liefde en gezelligheid. Alleen weten we soms niet hoe en raken we met elkaar in de knoop over dat ‘hoe’. Een reepje zon duikt op in de hoek van mijn gezichtsveld en ik moet denken aan de songtekst van Nick Mulvey: “Can live as one as lovers, Live as two as enemies, So many never know the difference, Come step in the dark with me”. Had Pieter of Ronald Ekdom die vanochtend maar gedraaid.
Meer hoopvolle columns voor een socialere, vitalere en duurzamere samenleving? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!