De kracht van het collectief: een ecologische wereld bouw je samen
Een gemeenschapsboerderij die ruim honderd huishoudens van lokaal voedsel voorziet, een ecodorp waar je betaalbaar kunt wonen en een wereldwijde beweging van duizenden mensen die samen uitgeputte landschappen herstellen: deze pioniers laten zien dat vrijwel alles mogelijk is, zodra je de focus verlegt van ‘zij’ en ‘ik’ naar ‘wij’.
“Als we een nieuwe economie willen creëren, waarin niet geld maar de ecologie leidend is, moeten we het ‘zij-narratief’ én het ‘ik-narratief’ achter ons laten”, stelt lector Betekeniseconomie Kees Klomp: “Want wanneer we wachten totdat ‘zij’ – de grote vervuilers en overheden – in actie komen, of we alle verantwoordelijkheid op onze eigen schouders leggen, ervaren we vooral frustratie en machteloosheid. Terwijl denken in termen van ‘wij’ mensen juist in hun kracht zet.”
Zodra je op lokaal niveau jouw ‘wij’ vindt – een groep gelijkgestemden die samen in actie wil komen – ontstaat namelijk beweging, weet ook ecoloog en filmmaker John D. Liu. Nadat hij zijn journalistieke carrière begin jaren ’90 aan de wilgen hing om zich volledig op landschapsherstel te focussen, voelde hij zich in eerste instantie een roepende in de woestijn. “Het overtuigen van mensen kostte me zoveel energie, dat ik te weinig overhield voor het daadwerkelijke herstelwerk”, vertelt hij. “Toen heb ik besloten: vanaf nu focus ik alleen nog op mensen die wél willen.”
Landschapherstel
Sindsdien slaagde John er keer op keer in om overal ter wereld zijn ‘wij’ te vinden: groepen wetenschappers, overheidsmedewerkers, boeren en andere betrokkenen met wie hij samen ecosystemen regenereert. In 1995 kwam hij bij het Loess Plateau terecht, een gebied in China ongeveer even groot als België. “Toendertijd was het één van de meest gedegradeerde landschappen op Aarde”, herinnert John zich: “Het leek wel een soort Grand Canyon, vol kurkdroge valleien die gevormd waren door heftige regens.”
Inmiddels is het landschap weer groen, vruchtbaar en productief, zien we in John’s documentaire The Lessons of the Loess Plateau. “Eigenlijk is het heel simpel: geen enkel landschap put zichzelf uit”, legt de ecoloog uit: “Degradatie komt dus vrijwel altijd door mensen. Zodra je daarmee ophoudt, en de natuur een beetje op weg helpt, begint het herstel. Dan komt de watercyclus terug, worden bodems weer vruchtbaar, filtert de natuur giftige stoffen uit het systeem en neemt biodiversiteit toe.”
Om anderen in staat te stellen bij te dragen en hun ‘wij’ te vinden, richt John in 2017 Ecosystem Restoration Camps op: een wereldwijde beweging van landschapsherstel waarbij iedereen – ecoloog of niet – zich kan aansluiten. “Inmiddels zijn er 57 landschapsherstelprojecten op zes verschillende continenten waar meer dan 20.000 mensen hebben meegeholpen om 9.000 hectare te herstellen en ruim 2,7 miljoen planten en bomen te planten”, vertelt John trots. Vóór 2030 wil hij hier 100 projecten, één miljoen betrokkenen en 3,1 miljoen hectare van maken. “We moeten onze landschappen op dezelfde schaal gaan herstellen als we ze nu verwoesten. Dat lukt alleen samen.”
“Vrijwel alles is mogelijk zodra je de focus verlengt van zij naar wij”
Betaalbaar wonen voor iedereen
Ook Ad Vlems, medeoprichter van Ecodorp Boekel, kent de kracht van het collectief. Samen met zijn vrouw en een groep (op dat moment toekomstige) bewoners, slaagde hij erin om 36 klimaatpositieve woningen voor 180.000 euro per stuk te realiseren, en ze vervolgens als sociale huurwoningen te verhuren. Ad: “We zijn onze eigen projectontwikkelaar en huisbaas, dus we hoeven geen winst te maken. De sociale huurinkomsten zijn precies genoeg om onze lening in dertig jaar af te betalen. Zo blijven huizen plekken om in te wonen, in plaats van investeringsobjecten om geld mee te verdienen.”
“In het ecodorp hebben we een eigen voedselbos waaruit zestig procent van ons voedsel komt. Dat eten is gratis”, vertelt Ad: “Ook hergebruiken we regenwater en hebben we dankzij het duurzame energiesysteem geen energiekosten.” Als groep gedreven burgers kun je de sociale en ecologische lat heel hoog leggen, merkt hij: “Neem de huizen. Doordat je die zelf bouwt, kun je zeggen: we willen dat alles gemaakt is van organische materialen of van afval. In onze fundering zit bijvoorbeeld glasschuim, een reststroom van de glasrecyclingindustrie, en onze muren zijn gemaakt van kalkhennep. Hierdoor zit in onze woningen meer CO2 opgeslagen dan nodig was om ze te bouwen.”
Een boerengemeenschap
Boer Andres Jara ziet hetzelfde gebeuren in de landbouw. Ook daar stellen sterke gemeenschappen boeren in staat om maatschappelijke problemen te tackelen. “Bij de Stadsgroenteboer, een boerderij aan de westrand van Amsterdam, werken we op basis van Community Supported Agriculture”, vertelt Andres: “Dit betekent dat mensen – in ons geval 150 huishoudens – voor een oogstseizoen lid kunnen worden. Elke week ontvangen ze een groentepakket, voor een vast bedrag. In tijden van overvloed hebben alle leden mazzel, maar als er iets mislukt, heeft iedereen die week een beetje minder.”
Dankzij dit model zijn Andres en zijn collega-boeren niet alleen verzekerd van een leefbaar inkomen, maar kunnen ze ecologisch ook doen wat nodig is. Zo gebruikt de boerderij geen kunstmest of pesticiden en kiezen ze voor regeneratieve landbouwtechnieken, zoals no-dig. Andres: “Dit betekent dat we onze groentetuin niet omploegen, waardoor het bodemleven ongestoord haar ding kan doen. Zo bouw je de bodem op, met meer koolstofopslag, waterretentie, biodiversiteit en gezondere gewassen als gevolg.”
Ook herstelt de boerderij de verbinding tussen mensen en hun voedsel, door leden actief bij het reilen en zeilen te betrekken, bijvoorbeeld tijdens meewerkdagen. En dankzij het solidaire betaalsysteem kan iedereen aansluiten (mensen met minder budget kunnen kiezen voor een goedkopere optie, die leden met een hoger inkomen weer compenseren). Andres: “De gemeenschap zorgt in alle opzichten voor evenwicht: economisch, sociaal én ecologisch.”
Aan de slag
De groep mensen die verlangt naar een ecologische wereld groeit, iedere dag. Laten we ons verenigen. Want zodra we onze ‘wij’ gevonden hebben, gebeurt er iets magisch. Dan zijn we in staat om ‘het systeem’ – dat we overal en altijd met elkaar vormgeven – te veranderen. Boerderij voor boerderij, gemeenschap voor gemeenschap, landschap voor landschap…
Zo kom je samen in actie
- Regeneratieve boerderijen zijn overal. Je kunt je vandaag al aansluiten. Ook Herenboeren en CSA Netwerk verbinden je met jouw voedselgemeenschap.
- Zelf een gemeenschapsboerderij beginnen? Op de Regeneratieve School vind je opleidingen in alle soorten en maten en Stichting Lenteland, Land van Ons en Aardpeer helpen je met de zoektocht naar grond.
- Wil je je aansluiten bij een ecologische woongemeenschap of er zelf eentje oprichten? Neem een kijkje op Global Ecovillage Network Nederland en Tiny House Nederland.
- Voor iedereen die samen met anderen landschappen wil herstellen, dat kan via Ecosystem Restoration Camps. Ook Commonland en Rewilding Europe zijn goede startpunten.
- Of het nu over energie, spullen, voedsel, wonen of democratie gaat: de online ‘Localization Action Guide’ van Local Futures helpt je om samen met én voor jouw gemeenschap een verschil te maken.
Dit artikel verscheen eerder in het New Financial Magazine, een van de uitingen van de stichting New Financial Forum. De stichting bundelt krachten, ideeën, inspiratie en best practices van positief ingestelde mensen die een bijdrage leveren aan een nieuwe economie, dienstbaar aan mens, dier en aarde.
Op zoek naar meer verhalen over hoe we van ‘ik’ en ‘zij’ naar ‘wij’ komen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en mis niks!