Goed voor de boer, bodem én burger: waarom lokaal voedsel de toekomst heeft

9 augustus 2023 DOOR Nadine Maarhuis Gezond LEESTIJD: 8 MIN

Voedselproductie moet weer van boeren en burgers worden, in plaats van de machtige agro-industrie en supermarkten, vinden Bregje Hamelynck en Geert van der Veer. Daarom bouwen ze aan een lokaal en natuurinclusief voedselsysteem, zodat in 2040 alle burgers betrokken zijn bij landbouw én boeren een eerlijk inkomen verdienen. Bregje: “We moeten de zeggenschap over ons voedsel teruggeven aan de gemeenschap.”

Tijdens de kredietcrisis ontstaat bij Bregje Hamelynck het besef hoe kwetsbaar we onze economie – en daarmee ook ons voedselsysteem – hebben ingericht. Ze besluit een Permacultuur-opleiding te gaan doen, waarna ze in Friesland haar eigen Community Suported Agriculture-tuinderij start en CSA Netwerk Nederland opricht. “Op 1,9 hectare voeden we inmiddels elke week zo’n driehonderd mensen, die lid zijn van de tuinderij”, vertelt ze over Ús Hôf. Voedselcoöperatie Ús Iten, waar mensen producten van andere boeren en de biologische groothandel kunnen krijgen, is aan de CSA gelieerd. Bregje: “Zo hoeven mensen niet meer naar de supermarkt, dat is het idee.”

“Mensen die lid zijn van een CSA-boerderij of tuinderij leren weer dat kippen broeds zijn en dat ze in die periode geen eieren kunnen leggen. En dat spruitjes aan een plant groeien en dat het best veel werk is om die te oogsten”, deelt Bregje. “Eigenlijk is betrokkenheid bij voedselproductie een soort Trojaans paard”, vult oprichter van Herenboeren Geert van der Veer aan. Sinds 2012 heeft hij ruim 13.500 mensen aan 16 operationele Herenboerderijen en ruim 35 initiatiefgroepen verbonden. “Eén van onze leden vertelde me bijvoorbeeld dat hij door Herenboeren zijn baan bij een multinational heeft opgezegd en bij een lokale zorgorganisatie is gaan werken. Dat bewustzijn is – naast alle appels, rode kolen en eieren, misschien wel onze belangrijkste oogst.”

Bregje Hamelynck

Bregje en haar man Michel op CSA-tuinderij Ús Hôf. Foto door: Ús Hôf

Transparantie

In plaats van consument, zijn burgers bij CSA-boerderijen leden en bij Herenboeren mede-eigenaren. In beide gevallen committeren mensen zich voor een langere tijd aan een boerderij of tuinderij, betalen ze een vast bedrag per week en ontvangen ze in ruil daarvoor een eerlijk deel van de oogst. Zo deelt de voedselgemeenschap de lusten (zoals een overvloed aan aardbeien) én de lasten (een misoogst vanwege een hagelbui). En krijgt de boer – wat er ook gebeurt – altijd eerlijk betaald. “Dit vereist vertrouwen, maar ook dat je super transparant bent over alles”, zegt Bregje. “Waar zitten je kosten, wat is het loon van de boer, welke groene keuzes maak je al en waar kan het nog beter? Ook daarin moet je de gemeenschap inspraak geven.”

“Zolang grond zich in een speculatieve omgeving bevindt, blijven we vastzitten in een systeem waar boeren gedwongen worden om zoveel mogelijk productie uit hun land te persen” – Geert van der Veer

“We moeten de zeggenschap over ons voedsel teruggeven aan de gemeenschap”, stelt Bregje. Dan wordt voedsel niet alleen groener en gezonder, maar ook eerlijker en betaalbaarder, ziet ze. Want als je alle dure tussenschakels – zoals supermarkten – uit de keten haalt en als boer direct aan de burger levert, kom je uit op een eerlijkere prijs én kun je de boer tegelijkertijd beter betalen. Bregje: “Echt een win-win-win situatie.”

Het voedselsysteem van de toekomst

Om van betaalbaar, lokaal en agro-ecologisch voedsel vóór 2040 de norm te maken moet er nog een hoop gebeuren, zien Bregje en Geert. Te beginnen met grondeigendom: “In Frankrijk kost een hectare landbouwgrond 6.000 euro, maar in Nederland is gekozen voor de vrije markt, waardoor in de polder inmiddels 180.000 euro per hectare wordt betaald”, deelt Geert. “Zolang grond zich in een speculatieve omgeving bevindt, blijven we vastzitten in een systeem waarin boeren gedwongen worden om met monoculturen, pesticiden, kunstmest en megastallen zoveel mogelijk productie uit hun land te persen.”

Ook voor nieuwe boeren is het door de hoge grondprijzen vrijwel onmogelijk om een plek te vinden, terwijl: “we niet minder, maar juist méér lokale boeren nodig hebben”, stelt Geert. Met Aardpeer haalt hij daarom grond uit de traditionele economie om die vervolgens terug te geven aan gemeenschapsboeren. “Dan gaat het ineens niet meer over geld, maar over waarde en continuïteit. Dus: hoe kunnen we voedselproductie zo inrichten dat de bodem over zeven generaties nog steeds vruchtbaar is én we tegelijkertijd genoeg verdienen om onze kosten te dekken en de boer fatsoenlijk te betalen?”

“Grond is eigenlijk net als frisse lucht of schoon water: het is ons gemeenschappelijke natuurlijke kapitaal”, voegt Bregje toe. “Maar op een gegeven moment heeft iemand een hek om een stuk land gezet en gezegd: dit is van mij.” We moeten terug naar een situatie waarin grond zo wordt gebruikt dat het in lijn is met het collectieve belang, ziet ze. “Dus bijvoorbeeld: ruimte creëren voor mooi landschap en biodiversiteit, agro-ecologische boerderijen en betaalbare woningen. Dat is best een mentale overgang, want nu zijn we gewend om vooral vanuit ons individuele belang te denken.”

lokaal voedsel Herenboeren

Herenboeren verbindt burgers met hun voedselproductie. Fotograaf: Mark van Stokkom

Korte keten

Naast grond als commons komt in 2040 – als het aan Bregje ligt – minimaal 20 tot 25 procent van al het voedsel uit de korte keten. Zodat boeren onafhankelijker worden van grote supermarktketens die voor een dubbeltje op de eerste rij willen zitten. “Uiteindelijk zal dit ervoor zorgen dat supermarkten een betere prijs moeten betalen én dat ze op den duur ook zelf lokaler en coöperatiever worden”, legt ze uit.

“Ik vind het lastig om nu al over percentages te praten”, reageert Geert, “maar ik zie vooral een natuurgedreven, sociaal gebonden en economisch gedragen voedselsysteem voor me, waarin alle stakeholders ‘om’ zijn. Want het kan niet zo zijn dat we alleen van de boeren verwachten dat zij dingen anders gaan doen: ook de overheid, banken, landbouwopleidingen en consumenten moeten meebewegen.”

Voor sommige vormen van landbouw is volgens Bregje en Geert in 2040 geen plek meer. Zoals megastallen en bestrijdingsmiddelen: de landbouw is dan volledig vrij van gif en dierenleed. “En we boeren mee met de lokale ecologie”, stelt Geert. “Dus niet beginnen bij: wat voor landbouwactiviteit wil ik hier uitvoeren, maar: wat past het beste bij de bodem en het landschap?” De veestapel zal hierdoor automatisch inkrimpen, maar wel blijven bestaan, ziet Geert: “Sommige plekken zijn namelijk te nat voor akkerbouw en agroforestry, daar kun je prima met biologische veeteelt aan de slag. Maar van de bio-industrie moeten we echt af.”

“De overheid moet op prijs gaan sturen, zodat iedere burger een groene en gezonde keuze kan maken” – Bregje Hamelynck

Handelingsperspectief

De belangrijkste knop die we moeten indrukken om hier te komen is volgens Geert: de intentie om het op te lossen. “Natuurlijk is het nodig dat de overheid groene boeren beloont met subsidieregelingen. Maar het moet ook bij de huisarts in de spreekkamer zitten, omdat het met gezondheid en leefstijl te maken heeft”, zegt hij. “Iedereen moet zich afvragen: wat is mijn rol in het systeem, wat heb ik te doen om een landbouwsysteem te creëren dat toekomstbestendig is?”

Het Groenboerenplan kan houvast bieden, aldus Bregje, die aan het plan meeschreef. “Dat zijn tien thema’s waarvan we zeggen: hier moeten we mee aan de slag, zoals grondbeleid, het verankeren van natuurinclusief boeren in agrarisch onderwijs en voorlichting over duurzame voeding.” Ook echte prijzen – waarin de daadwerkelijke kosten voor mens, dier en natuur zijn meegenomen – zijn volgens haar essentieel. “De overheid moet op prijs gaan sturen, zodat iedere burger een groene en gezonde keuze kan maken. Want met biologische producten die substantieel duurder zijn dan gangbaar gaan we er niet komen.”

Volgende generatie

“Als ik ’s ochtends aan de ontbijttafel ga zitten en mijn kinderen zie, dat is mijn motivatie”, deelt Geert. “Aan hen kan ik niet uitleggen waarom we hun toekomst met elkaar zo verprutsen. Maar ik kan wel uitleggen wat ik doe en hoe ik probeer bij te dragen.” Het is niet altijd makkelijk, weet Bregje. “Maar we hebben het letterlijk over het voortbestaan van de mensheid op Aarde. Er alles aan doen wat in mijn mogelijkheden ligt om daaraan bij te dragen is voor mij de enige mogelijke keuze.”

Dit artikel is onderdeel van de reeks ‘Woordvoerders van de Toekomst’, die we samen met Transitiecoalitie Voedsel maken en die mede mogelijk is gemaakt door het programma Duurzaam Door. Samen zetten we de visionairs die twintig jaar vooruit kijken én die nu al werken aan een gezonder voedsel- en landbouwsysteem in de spotlights. Schrijf je in voor onze nieuwsbrief, dan ontvang je de volgende verhalen rechtstreeks in je inbox!

Fotograaf headerbeeld: Ús Hôf

Oorspronkelijk gepubliceerd op 3 april 2023. Laatste update: 9 augustus 2023.

Nadine Maarhuis

Als journalist, schrijver en videograaf probeer ik de verhalen van Aardebeschermers en maatschappijvernieuwers zo goed mogelijk te vertellen. Mijn favoriete thema’s: Het herstellen van ecosystemen, ‘alternatieve’ woonvormen, regeneratieve voeding, de welzijnseconomie en het (her)ontdekken van onze connectie met elkaar én Moeder Aarde.

Bekijk alle artikelen van Nadine Maarhuis
Abonneer
Laat het weten als er

1 Comment
Meest gestemd
Nieuwste Oudste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Steun
MaatschapWij
10 EURO
Bij MaatschapWij zetten we al meer dan zeven jaar denkers en doeners in de schijnwerpers die onze samenleving groen, gezond en verbonden maken. Zonder betaalmuur of andere obstakels. En zonder winstoogmerk. Dit collectief kan zonder financiële steun niet bestaan. Veel hebben we niet nodig: elke donatie, hoe klein of groot ook, is welkom. Sluit je aan, we hebben je nodig!
Tuurlijk!
GERELATEERD