Een laat, schoorvoetend schuldbekentenisje

12 december 2025 DOOR Sophie de Jong Gezond LEESTIJD: 10 MIN

Begin december 2025 heeft het tijdschrift Regulatory Toxicology and Pharmacology eindelijk een sleutelpijnstuk over Roundup en glyfosaat uit het jaar 2000 ingetrokken. Dat artikel, van Williams, Kroes & Munro, concludeerde dat glyfosaat “geen enkel gezondheidsrisico voor mensen” zou vormen: geen kanker, geen vruchtbaarheidsproblemen, geen schade aan het hormoonsysteem. Het werd een hoeksteen onder de claim Roundup is veilig’.

Nu blijkt zwart-op-wit wat al jaren via de Monsanto Papers naar buiten sijpelde: het stuk is in werkelijkheid in hoge mate door Monsanto-medewerkers geschreven, zonder als auteur vermeld te worden. Interne e-mails beschrijven drie jaar ‘hard werk’ van Monsanto-wetenschappers om deze ‘onafhankelijke’ review in elkaar te zetten, als onderdeel van een strategie die ze zelf ‘Freedom to Operate’ noemden. Dit alleen al spreekt boekdelen.

De hoofdredacteur spreekt in de retractietekst over ‘ernstige ethische bezwaren’ rond de onafhankelijkheid van de auteurs, de verstrengeling met Monsanto en het feit dat de conclusies vrijwel uitsluitend waren gebaseerd op niet-gepubliceerde, interne Monsanto-studies, terwijl tegenbewijs gewoon bestond.

Waarom zo laat?
Wat mij het meest boos maakt, is niet eens dát het artikel nu is ingetrokken, maar dat dit pas 25 jaar na publicatie en acht jaar na de onthullingen in de rechtszaken gebeurt. In 2017 lagen de interne e-mails al op tafel; daarin staat letterlijk dat Monsanto bij een nieuwe publicatie “het schrijven wel zou doen” en externe wetenschappers alleen nog maar hoefden te “editen & signeren”. “Zo hebben we het ook gedaan met Williams, Kroes & Munro 2000”, schrijft een Monsanto-medewerker.

Toch bleef dit artikel jarenlang rustig als onderbouwing gebruikt worden voor de veiligheidsstatus van het middel, ook in wetenschappelijke reviews en in beleidsdocumenten. De redacteur geeft nu zelf toe dat de retractie “al in 2017 had kunnen gebeuren”, maar dat “twee informatiestromen elkaar niet vonden”.

Eerlijk gezegd vind ik dat beschamend. We hebben het hier niet over een obscuur muizenexperiment, maar over een sleutelstuk dat door overheden is gebruikt om het grootste herbicide op aarde als veilig te bestempelen, terwijl één van de belangrijkste onafhankelijke instanties, het IARC van de WHO, glyfosaat in 2015 juist als “waarschijnlijk kankerverwekkend voor de mens” (Group 2A) heeft geclassificeerd.

Dat dit artikel pas nu valt, zegt veel over ons als mensheid. Het zegt vooral veel over hoe macht opereert. Financiële belangen worden zekergesteld, en dit gaat niet altijd volgens de wet.

“Nederland is hooguit beter in het verbergen van corruptie dan andere landen”

Geloof je dit niet? Kijk voor de grap eens naar de documentaire Food for Profit. Hier wordt aan het daglicht gebracht hoe er in het Europese Parlement ministers worden omgekocht om te stemmen in het belang van de industrie en niet die van volksgezondheid. In Nederland wanen wij ons altijd beter dan al die corrupte landen. Helaas, ben ik wat dat betreft nogal sceptisch. Hooguit beter in het verbergen van de corruptie denk ik inmiddels. Want vergis je niet, ook hier heerst corruptie. Onze landbouwminister in Europa stemde immers ook niet tegen, hoewel de meerderheid in de Tweede Kamer dit duidelijk wel van hem verlangde.

Nederlands stemt tegen, maar toch tien jaar glyfosaat erbij…
In 2017 verzamelden meer dan één miljoen Europeanen via de European Citizens’ Initiative #StopGlyphosate handtekeningen voor een totaalverbod op glyfosaat en een hervorming van de toelatingsprocedure voor pesticiden.

Sinds 2019 heeft de ‘Glyphosate Renewal Group’ (een coalitie met o.a. Bayer) intensief gelobbyd bij de Europese Commissie en lidstaten voor hernieuwing van de vergunning. Hoewel de tweede kamer in Nederland met meerderheid tegen een verlenging stemde, onthield Piet Adema, minister landbouwzaken zich van het stemmen. Hij stemde noch vóór noch tegen. Een dubieuze keuze als je het mij vraagt. En hij was niet de enige… Doordat ook veel andere lidstaten zich afzijdig hielden, was er geen gekwalificeerde meerderheid vóór of tegen. De Europese Commissie verlengde daarna het middel uiteindelijk zelf voor tien jaar.

Dat besluit is gebaseerd op beoordelingen van EFSA (European Food Safety Authority) en ECHA (European Chemicals Agency), die “geen kritieke zorgen” zagen. Dit wordt nu verdedigd als ‘wetenschappelijk onderbouwd’. Tegelijkertijd wijzen onafhankelijke wetenschappers en NGO’s op grote hiaten in die beoordeling: ruwe data van de studies wordt veelal niet gedeeld, belangrijke nieuwe studies zijn niet meegewogen en er is nauwelijks serieus gekeken naar mengseltoxiciteit, hormoonverstorende effecten en langetermijnblootstelling van kinderen.

Hoe kwamen zij tot deze conclusie?
EFSA en ECHA baseren hun conclusies grotendeels op door de industrie zelf aangeleverde GLP-studies (Good Laboratory Practice), die verplicht zijn in het toelatingsdossier. Zij beoordelen dus vooral wat producenten indienen, terwijl veel onafhankelijke, peer-reviewed onderzoeken buiten de officiële beoordelingskaders vallen. Juist daarom zijn de zes kernstudies waarop hun veiligheidsoordeel rust zo omstreden: ze zijn niet onafhankelijk, vaak niet openbaar, sommige bevatten methodologische fouten, en uit analyses blijkt dat een deel van deze studies mogelijk door of met invloed van Monsanto is geschreven of niet voldoet aan moderne toxico­logische normen. Hierdoor ontstaat een beoordeling die formeel ‘regelconform’ is, maar wetenschappelijk onvolledig en sterk bevooroordeeld richting industriebelangen.

“De hele Europese risicobeoordeling moet opnieuw tegen het licht worden gehouden”

En nu blijkt dat één van de meest geciteerde ‘veiligheidsreviews’ – Williams, Kroes & Munro 2000 – niet eens eerlijk is geschreven. Dat zou wat mij betreft genoeg moeten zijn om de hele Europese risicobeoordeling opnieuw tegen het licht te houden.

Een 11.000-Pagina Doolhof
Naast het feit dat er aan de verkeerde belangen wordt gedacht (industrie boven gezondheid) zijn er andere redenen waarom dit soort besluiten vaak niet uitlopen op een echt goed geïnformeerde beslissing. Ten eerste is het beoordelingsrapport dat politici zouden moeten lezen extreem omvangrijk, bij de laatste herbeoordeling liep het RAR-bestand op tot zo’n 11.000 pagina’s. Daarnaast is veel onderliggende data is ingewikkeld: toxicologie, blootstellingsmodellen, residu-analyses, milieueffecten, etc. Dit betekent dat politici vaak last-minute dossiers met lobbyinformatie, samenvattingen en beleidsadviezen voorgeschoteld krijgen, niet de complete wetenschappelijke files.

“Politici krijgen vaak last-minute dossiers met lobby-informatie, samenvattingen en beleidsadviezen voorgeschoteld”

Dus eigenlijk zou je kunnen concluderen dat de industrie hier bepalend is. Des temeer omdat politici letterlijke teksten gebruikten die uit de lobbypapieren van de industrie kwamen.

Onze kinderen als offer
Als moeder raakt dit me het meest. We hebben het niet alleen over kanker bij volwassen boeren, maar ook over baby’s, kinderen en tieners die opgroeien in een chemische soep waar ze nooit om gevraagd hebben. Endocriene verstoorders – stoffen die inwerken op ons hormoonsysteem – worden in steeds meer onderzoeken in verband gebracht met: vervroegde puberteit, vooral bij meisjes, afwijkende borstontwikkeling, soms al op hele jonge leeftijd, vruchtbaarheidsproblemen en zaadkwaliteitsdaling, metabole problemen zoals obesitas en insulineresistentie en verhoogde risico’s op hormoongevoelige kankers.

“Baby’s, kinderen en tieners groeien op in een chemische soep waar ze nooit om gevraagd hebben”

Een recent artikel beschrijft hoe een breed scala aan hormoonverstorende chemicaliën – waaronder bepaalde pesticiden – verband houdt met steeds vroeger intredende puberteit en hormonale ontregelingen bij vrouwen. In Europa lopen projecten als EndoCompass en centra zoals EDMaRC in Kopenhagen voorop in het in kaart brengen van de effecten van milieuchemie op het hormoonsysteem van kinderen, inclusief mogelijke transgenerationele effecten.

En dan komt er zo’n reviewartikel uit 2000 dat stellig claimt dat glyfosaat géén enkel effect heeft op het endocriene systeem van mens of dier, gebaseerd op niet-gepubliceerde industriestudies, en nu dus ingetrokken wegens ernstig gebrek aan integriteit. Maar we maken wel weer beleid op basis van soortgelijke studies en rapporten.

Kunnen we nu zeggen: “glyfosaat veroorzaakt gegarandeerd borstkliertumoren bij baby’s”? Nee, zo simpel is het niet, en zo mag je wetenschap ook niet behandelen. Maar we weten wél dat kinderen veel gevoeliger zijn voor pesticiden dan volwassenen. Dat hormoonverstoorders juist tijdens zwangerschap en vroege kindertijd onevenredig veel schade kunnen aanrichten en dat glyfosaat anno nu overal wordt gevonden: in bodem, oppervlaktewater, stof in huis, en onze urine.

“Hormoonverstoorders richten juist tijdens zwangerschap en vroege kindertijd onevenredig veel schade aan”

Als we eerlijk zijn, dan is het bijna onmogelijk om de werkelijke impact van deze chronische, lage blootstellingen exact te kwantificeren. De latentie is lang, oorzaken zijn verweven (voeding, leefstijl, andere chemicaliën) en het onderzoek heeft decennia achtergelopen op de marketing.

Het voorzorgsprincipe
Maar onzekerheid is geen excuus om door te gaan zoals we deden. Het zou juist reden moeten zijn voor voorzorg. Ik hoop dat ook dat deze retractie een wake-upcall die bij ons als burger ten minste één gevoel los zou moeten maken.

“Onzekerheid is geen excuus om door te gaan zoals we deden”

En dat is dat we met zijn allen ons moeten inzetten voor het voorzorgsprincipe. Als voedsel zonder glyfosaat al eeuwen mogelijk is, is het dan wijs om nu alles maar naar onze hand te zetten?

Op zijn minst zou een van de vereisten moeten zijn dat wetenschappelijke onderzoeken geschreven door bedrijfswetenschappers zonder transparante disclosure van ruwe data uit alle risicobeoordelingen moeten worden verwijderd.

Toelatingsdossiers voor pesticiden moeten verplicht grote hoeveelheden onafhankelijk gefinancierde studies bevatten, niet alleen bedrijfseigen rapporten. Het Ramazzini Institute noemde dit in 2018 al als essentieel en dat geldt ook voor onderzoek naar carcinogeniciteit, neurotoxiciteit en endocriene effecten bij realistische blootstellingen.

Hoe komen we weg van petrochemische landbouwgiften?
Nederland zou kunnen kiezen voor een nationaal verbod op glyfosaat en een actieve ondersteuning van boeren bij de omslag naar glyfosaatvrije systemen. Dit gaat niet alleen over één stofje. Glyfosaat is het symbool van een landbouwmodel dat leunt op ecologische verstoring, goedkope olie, chemie en monoculturen. Als we echt willen veranderen, moeten we aan die basis sleutelen.

“Als we echt willen veranderen, moeten we aan die basis sleutelen”

Er zijn nu al boeren – biologisch én regeneratief – die met zeer weinig of geen synthetische herbiciden werken. Dat kost soms meer arbeid en vraagt om andere keuzes, maar het kán. Denk hierbij aan mechanische onkruidbestrijding: schoffelen, wiedeggen en gebruik van permanente bodembedekkers (klaver, luzerne, mengsels) waardoor onkruid minder kans heeft. Slimme rotatie: door afwisseling van gewassen en gewascombinaties verandert de druk van onkruiden en plagen. Ook moeten we veel meer gaan denken in kleinschaligere, diverser landschapsontwerpen: hagen, bloemenranden en agroforestry creëren natuurlijke plaagonderdrukking en betere bodemgezondheid.

Onderzoek van o.a. Wageningen laat al zien dat alternatieven ‘meestal beschikbaar’ zijn en dat het gebruik van glyfosaat in veel toepassingen niet strikt noodzakelijk is, óók al vinden onderzoekers het economisch soms ‘een noodzakelijk kwaad’. We zouden niet moeten streven naar lagere voedselprijzen, maar naar kwalitatief hoge producten voor iedereen, tegen een betaalbare prijs. En dat we dan misschien een gesprek aan moeten gaan over hoe wij als maatschappij ons geld uitbesteden, dan is dat denk ik een beter gesprek.

“We zouden niet moeten streven naar lagere voedselprijzen, maar naar kwalitatief hoge producten voor iedereen, tegen een betaalbare prijs”

Ik zou zeggen: als een stof die het water vervuilt, biodiversiteit aantast en mogelijk kankerverwekkend is als ‘noodzakelijk kwaad’ wordt bestempeld, dan is het tijd om het systeem zélf te veranderen, niet om dat kwaad eindeloos te verlengen.

Een laat, schoorvoetend schuldbekentenisje
De retractie van dit glyfosaat-‘veiligheidsartikel’ voelt voor mij als een laat, schoorvoetend schuldbekentenisje van een deel van het wetenschappelijke systeem. Het laat zien hoe makkelijk machtige bedrijven wetenschap kunnen sturen, en hoe lang het kan duren voordat de waarheid – of in elk geval de twijfel – officieel wordt erkend.

Maar het is óók een opening. Nu er eindelijk hardop wordt gezegd dat dit artikel niet deugt, hebben we alle reden om de Europese glyfosaat-toelating opnieuw tegen het licht te houden, hormoonverstoorders veel serieuzer te nemen, zeker voor kinderen en versneld af te stappen van petrochemische landbouw en pesticiden in onze publieke ruimte.

“Nu duidelijk is dat dit artikel niet deugt, hebben we alle reden om de Europese glyfosaat-toelating opnieuw tegen het licht te houden”

Als boerin en kok zie ik elke dag dat voedselproductie zónder deze middelen mogelijk is. Het is soms lastiger, vraagt meer vakmanschap en samenwerking, maar het levert iets op dat onbetaalbaar is: gezonde bodems, schoon water, biodiversiteit en daardoor een veel gezonder mens!

Ik wens voor kerst een toekomst waarin we vertrouwen kunnen hebben in onze voedselsystemen en een toekomst waarin wij als mens ons weer gaan richten op de meest basale, maar ook meest zingevende dingen. Namelijk in het voorzien van onze primaire levensbehoeften; schone lucht, schoon water, voedingsrijk eten, sterke familie banden, oprechte menselijke verbinding en een plekje om thuis te noemen. De rest is wat mij betreft onnodige fluff!

Sophie de Jong

Sophie de Jong is mede-oprichter van The Farming Chefs en combineert haar uitgebreide ervaring als farm-to-table chef-kok, restaurateur en regeneratieve boerin. Met meer dan tien jaar ervaring in biologische landbouw, waarvan acht jaar regeneratief, heeft ze haar passie voor duurzaam voedsel en culinaire creativiteit samengebracht op een regeneratieve boerderij in centraal Portugal. Samen met haar man, Filipe da Cunha, inspireert Sophie anderen om een regeneratieve levensstijl te omarmen en de verbinding tussen land en bord te herontdekken via haar YouTube-kanaal, workshops en cursussen.

Bekijk alle artikelen van Sophie de Jong
Abonneer
Laat het weten als er

0 Comments
Meest gestemd
Nieuwste Oudste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Steun
MaatschapWij
10 EURO
Bij MaatschapWij zetten we al meer dan zeven jaar denkers en doeners in de schijnwerpers die onze samenleving groen, gezond en verbonden maken. Zonder betaalmuur of andere obstakels. En zonder winstoogmerk. Dit collectief kan zonder financiële steun niet bestaan. Veel hebben we niet nodig: elke donatie, hoe klein of groot ook, is welkom. Sluit je aan, we hebben je nodig!
Tuurlijk!
GERELATEERD