Ex-vluchteling Salim Afghanmal geeft jonge asielzoekers een plek in zijn restaurant
Salim Afghanmal kookt in zijn restaurant niet alleen heerlijk Afghaans eten, maar ondersteunt ook jonge nieuwkomers bij hun eerste stappen in de Nederlandse maatschappij. Salim weet als geen ander hoe belangrijk dit is. Hij kwam op zeventienjarige leeftijd in zijn eentje naar Nederland. Dankzij de steun van anderen ontwikkelde hij zich van afwasser tot restauranteigenaar. “Als iedereen elkaar vasthoudt, dan valt er niemand.”
Salim groeit op in Afghanistan. Een prachtig land, vertelt hij, maar verscheurd door oorlog. In zijn geboorteland maakte hij een aantal mooie jaren mee. Tot de komst van de Taliban. “We moesten vluchten en alles achterlaten. Voor mijn ouders was dit het ergst. Ze hadden zoveel opgebouwd, maar konden enkel een koffer meenemen.”
“Mijn vader zei altijd: ‘Jij kent het échte Afghanistan niet.’ En dat klopt, want het was altijd oorlog.”
Salims ouders stuurden hun zeventienjarige zoon naar Europa. “Het was te duur om allemaal te gaan. Ik was jong en had nog een hele toekomst voor me. Dus vertrok ik in mijn eentje. Het afscheid was moeilijk, want ik wist niet of ik mijn familie ooit nog terug zou zien.”
Hulp en liefde
Zonder familie of vrienden komt Salim in Nederland terecht. “Ik moest tweeënhalf jaar wachten op mijn verblijfsvergunning. Dat was een moeilijke en onzekere tijd: ik wist niet of ik mocht blijven en ik kende niemand. Hele dagen zat ik alleen thuis. En dan ging ik piekeren, over de toekomst en mijn familie. Het voelde alsof ik gek werd.”
Gelukkig was daar de familie Alizadah, een Afghaans gezin dat vijfentwintig jaar geleden naar Nederland vluchtte. Zij ontfermden zich over Salim. “Van hen kreeg ik hulp en liefde. Ik voelde me niet langer alleen, maar onderdeel van een familie. Dat gaf me kracht en het gevoel dat het goed zou komen.”
“In Nederland maakt het niet uit wie je vader of moeder is. Als je talent hebt en hard werkt, kun je je dromen waarmaken. Die boodschap wil ik aan nieuwkomers meegeven.”
In het restaurant van de familie Alizadah werkt Salim zich op van afwasser tot chef-kok. Na vijf jaar besluit hij samen met een vriend een restaurant te openen. Inmiddels loopt het Afghaanse restaurant Sarban (voorheen Darah) als een trein. “Alle gerechten zijn op basis van familierecepten. We nemen de tijd voor zowel de bereiding van het eten als het contact met de klanten. Dat maakt eten bij ons een unieke ervaring.” Naast de vestiging in Utrecht waar Salim de leiding heeft, is Sarban te vinden in Tilburg, Den Bosch en Den Haag. Meer dan 250 vluchtelingen werden er de afgelopen jaren al opgeleid.
Anderen helpen
“Het duwtje in de juiste richting dat ik van de familie Alizadah heb gekregen, geef ik met liefde door aan andere nieuwkomers,” vertelt Salim. En dat is niet alleen goed voor de jongeren, maar ook voor de maatschappij. “Nieuwkomers kennen de taal en cultuur niet. Als je lang moet wachten op een verblijfsvergunning en niets mag doen, is het moeilijk om daarna ineens aan de slag te gaan. In ons restaurant helpen we daarbij.”
“Ik heb zelf ervaren dat een klein beetje hulp op het juiste moment een wereld van verschil kan maken.”
Salim is blij dat hij Afghaanse nieuwkomers in Nederland kan helpen. Toch wil hij ooit terug naar zijn geboorteland. “In Afghanistan zag ik kinderen op straat auto’s wassen. Ook al is dat daar heel normaal, ik voelde dat er iets niet klopte. Deze kinderen horen op school, waar ze zich kunnen ontwikkelen. Het is een van mijn dromen om hen een kans te geven op een betere toekomst, bijvoorbeeld door voor hen een school te bouwen.”
Meer weten over het verhaal van Salim Afghanmal? Bekijk zijn videoportret:
Video door: Jeppe van Pruissen & Rozemarijn Weyers
Wil je meer verhalen lezer over hoe we samen de maatschappij meer verbonden kunnen maken? Meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief.
Oorspronkelijk gepubliceerd op 14 november 2018. Laatste update: 14 juli 2023.