De poppen van Tessa Koopmanschap brengen mensen bij elkaar
Hoe zullen we ons de coronapandemie van 2020 herinneren? Een jaar waarin vanzelfsprekendheden verdwenen en we moesten wennen aan een nieuw normaal. Een jaar waarin vooral negatief nieuws en sombere voorspellingen de media domineerden. Gelukkig ontstaan in tijden van crisis ook veel mooie dingen. Het boek Nederland Bedankt toont 48 verhalen van prachtige mensen, organisaties en initiatieven die ontstonden tijdens de coronacrisis. Wij mogen tien van die verhalen plaatsen. Deze week lees je het verhaal van Tessa Koopmanschap over eenzaamheid en afstand.
Schildersezels tot poppen transformeren en als symbool gebruiken in een performance-art optreden: multidisciplinair kunstenares Tessa Koopmanschap doet dit in haar theaterstuk dat zij tijdens de eerste lockdown opvoerde. De achterliggende thematiek was de eenzaamheid en het sociaal isolement van mensen met lichamelijke beperkingen. De gedwongen isolatie tijdens de lockdown ging Tessa enorm aan het hart en vormde de inspiratie voor haar stuk ‘Mag ik je even aanraken?’
Inspiratie
Vijf jaar lang werkte Tessa elke dinsdag als vrijwilliger in een theaterwerkplaats voor en door mensen met een beperking. De theaterwerkplaats bestaat al tientallen jaren onder de bezielende leiding van Hemmo D. en meerdere trouwe vrijwilligers. Door COVID-19 gingen de activiteiten niet door en zaten mensen in verschillende woongroepen alleen op hun kamer. Geen bezoek, geen workshops en geen contact meer. “Dat raakte mij ontzettend”, zegt Tessa. Onbewust speelde wellicht ook mee dat Tessa’s beide dochters op dat moment in verwachting waren. Het idee dat iemand zijn of haar kleinkinderen niet mocht of kon zien, daar werd ze verdrietig van. Tessa deed toen wat zij als beeldend kunstenares altijd doet: zij maakte er een performance over. De vraag die zij hierbij centraal stelde, was: hoe is het om je kleinkinderen, familie en vrienden niet te mogen zien?
Performance met poppen
Voor de deelnemers van de theaterwerkplaats bedacht Tessa een performance met poppen en dans, die zij vervolgens zelf uitvoerde. Haar eigen frustratie over alle beperkingen van de lockdown en het bijbehorende leed uitte Tessa in beweging en dans. Daarbij symboliseerden de poppen de levenloosheid en onbereikbaarheid van de kleinkinderen en familie, die deze mensen niet mochten zien tijdens de lockdown. Tessa filmde zichzelf tijdens het dansen en bewegen. De leider van de theaterwerkplaats Hemmo toonde daarna de beelden aan de deelnemers.
“Om kunst te maken is het noodzakelijk om te worden teruggeworpen op jezelf, daarna pas kun je iets creëren”
Tessa: “Mentaal zijn deze mensen er helemaal bij, alleen hebben zij een lichamelijke beperking door hersenletsel. Het is dus niet zo dat zij alles maar half meekrijgen.” De reacties op haar performance waren heel wisselend. “Sommigen gingen interpreteren wat ik voelde, wat prima was. Hemmo vroeg dan door en soms bleek dat de eigen emoties weggedrukt werden. Echter, door het uitgebeeld te zien, konden ze niet om de impact heen die de lockdown op hen had en zo ontstond een boeiend gesprek.”
Persoonlijke connectie
Op de vraag of Tessa een persoonlijke connectie heeft met de thema’s ‘eenzaamheid’ en ‘vrijheid’ valt het even stil. “Ja”, antwoordt zij na een tijdje. “Ik vind het mijn hele leven al een strijd om mezelf toe te staan mijn eigen vrijheid te bewaren en te bewaken. Hoewel ik dat wel heb georganiseerd door twee dagen in de week in de studio de tijd voor mezelf te nemen, vind ik het altijd lastig om om te gaan met het gevoel dat binnen onze maatschappij werk er pas toe doet, als het maatschappelijk relevant of productief is.” Ze zegt dit ook te zien aan de manier waarop kunst en cultuur in de maatschappij worden gewaardeerd. “Elk mens verlangt toch bevestiging en waardering van wat hij of zij doet. Ik ben al blij als mensen na een voorstelling naar mij toekomen, omdat zij zich herkennen in mijn performance.” Zo inspireerde Tessa’s stuk Marinus Zuidervaart, getroffen door hersenletsel, tot het schrijven van een lied: ‘Ik wil bij jou zijn’.
Creatief optimisme
De kunst- en cultuursector is extreem hard geraakt tijdens de pandemie. Veel theaters en bioscopen staan op het randje van de financiële afgerond. Toch lukt het Tessa om optimistisch te blijven. “Om kunst te maken is het noodzakelijk om te worden teruggeworpen op jezelf, daarna pas kun je iets creëren. Ik vind dat ik gezegend ben met talenten waarmee ik altijd verder kan, want ik kan altijd uit mezelf putten. Tegelijkertijd lukt het uitdragen van mijn werk, wat natuurlijk uiteindelijk het hogere doel is, niet in tijden dat mensen binnen moeten blijven.” Dankzij het vrijwilligerswerk bij de theaterwerkplaats heeft Tessa in deze periode toch uiting kunnen geven aan haar ideeën. Ze heeft zelfs op straat gedanst met mede-acteurs en vrijwilligers, met stokken tussen hen in als hulpmiddel voor het waarborgen van de anderhalve meter afstand. Door creatief en inventief te zijn lukte het Tessa – met de ondersteuning van de leider van de theaterwerkplaats – ook in tijden waarin fysiek contact niet mogelijk is, toeschouwers te raken met haar kunst.
Kunstenares Tessa Koopmanschap heeft zich bijzonder ingezet tijdens de coronatijd voor mensen met lichamelijke beperkingen als gevolg van hersenletsel. In het stuk ‘Mag ik je even aanraken’ laten poppen het sociaal isolement zien van mensen met een lichamelijke beperking die door de COVID-19-maatregelen geen bezoek mochten ontvangen van vrienden en familie. Gevoelens van frustratie, eenzaamheid en verlangen naar bewegingsvrijheid komen allemaal samen in het stuk performance-art van Tessa.
Wil je de andere 47 hartverwarmende en inspirerende verhalen lezen? Bestel het boek via de website van Nederland Bedankt. De totale opbrengst van het boek gaat naar Stichting Zorg na Werk in Coronazorg, het steunfonds voor hulpverleners geraakt door Covid-19. En vergeet niet dat je voor jouw persoonlijke held altijd een MaatschapWij-speldje kunt aanvragen.
Foto headerbeeld: Kevin Kwee