Laten we het over boosheid hebben
In een tijd van opperste verwarring neemt Lenie van Schie ons mee op haar eigen zoektocht naar de Bron, op weg naar de ontdekking van dat wat we in wezen zijn. Laten we het eens over boosheid hebben… Boosheid is een functionele emotie, het is een uiting van nood.
In mijn vorige blog schreef ik over de potentie van de ziel, het intens dynamische vermogen tot groei en ontwikkeling, dat zich uit in onze levenskracht en levensenergie. Veel van die kracht zit opgesloten in onderdrukte woede. Als ik dat ter sprake ben, dan zijn er antwoorden als schouder ophalen, ‘ik weet niet’. En als ik doorvraag krijg ik: ‘Wat heeft dat voor zin’, ‘Het haalt toch niets uit’, en ‘Het is al zolang geleden, er is toch niets meer aan te veranderen’. Of: ‘Dan krijg ik alleen nog maar meer woede terug…’
Dus laten we het eens over boosheid hebben.
Een functionele emotie
Boosheid is een functionele emotie, het is een uiting van nood. We zien dat bij jonge baby’s die steeds harder gaan huilen en rood aanlopen als niemand hen oppakt en verzorgt. Het schreeuwen heeft als doel de aandacht van de ouders of verzorgende te krijgen. Bij peuters gaat dat schreeuwen gepaard met verzet als ze niet in de buggy willen of het autostoeltje: het hele lijf strekt zich en probeert zich los te wringen uit de greep van de ouders of verzorgers. Kinderen van drie, vier jaar stampen op grond van woede. Dat stampen brengt de levensenergie naar de benen en voeten.
“In boosheid bij peuters zien we de kracht van de levensenergie”
In al deze boosheid zien we de kracht van de levensenergie die erop gericht is te krijgen wat nodig is, wat die kinderen zélf willen, een uiting om iemand te zijn, zelf beslissingen te nemen. Dit is waar boosheid ons brengt. Uiting van verzet en boosheid helpt het kind om meer te gaan staan voor wat het wil en losser te komen van de ouder. Zo wordt het sterker en onafhankelijker.
Expressie van boosheid is een risico
We zien hier ook direct het risico. Hoe reageert de omgeving op die kracht? Als kind ben je afhankelijk van je ouders, van de meester op school, de kinderjuf. Werd je vader boos, kreeg je straf, werd je geslagen, kon je moeder het niet aan, negeerde ze je of zei je vader dat je rustig moest zijn, niet zo druk? Er zijn tal van reacties die jou als kind doen terugtrekken. Je ziet de vermoeidheid van je moeder als zij van het werk thuiskomt, de frons in het gezicht van je vader, je houd je in.
Ik groeide op in de vijftiger en zestiger jaren, zat op nonnenscholen waar een strak regime heerste. De vrijheid lag buiten de school, maar ook daar waren regels en als oudste van een gezin moest ik helpen, er voor de ander zijn. Ik was een verlegen kind en heel onzeker in gezelschap van anderen. Pas geleidelijk aan kwam die opgesloten levensenergie vrij en opkomen voor mezelf kan nog altijd enige spanning oproepen, zeker als ik een conflict verwacht.
“Het vermogen om grenzen te stellen en te voelen, wordt onderdrukt”
Het vermogen om voor jezelf op te komen, om nee te zeggen op een vraag, zodat je na kunt denken en misschien toch ‘ja’ wilt zeggen, dat vermogen om grenzen te voelen en te stellen wordt onderdrukt. En de boosheid over het feit dat we niet gehoord of gezien worden, dat er geen rekening met ons wordt gehouden, gaat ondergronds. Maar het is niet weg, het zit daar als een stil verzet en houdt je levensenergie gevangen.
Effect van onderdrukking
Om boosheid te onderdrukken is veel kracht nodig, kracht waarvoor we onze spieren gebruiken die daardoor chronisch gespannen worden. We worden stijver, krijgen pijn, de beweeglijkheid van ons lichaam raakt beperkt. Dit put uit. Tegelijkertijd onderdrukken we iets dat ons juist kracht geeft. Boosheid, woede is kracht, levenskracht, levensenergie, die we nodig hebben om voluit te kunnen leven, om gezond en veerkrachtig door het leven te gaan. Die energie wordt in de onderdrukte woede gevangen gehouden en kan leiden tot depressie.
“Om boosheid te onderdrukken is veel kracht nodig”
Boosheid toelaten
Het toelaten van dat verzet, die onderdrukte boosheid, daar ruimte voor maken, roept gemakkelijk angst op. Angst voor de boosheid van de ander, angst om afgewezen te worden, bang dat de vriendschap verbroken wordt. Als onze kracht om iets gedaan te krijgen, een resultaat te bereiken, gehoord of gezien te worden, geen effect heeft, dan doet dat iets met ons gevoel van eigenwaarde. We gaan ervaren hoe machteloos we waren tegenover de ouder, vader, moeder, verzorger, meester, juf. De kwetsbaarheid en hulpeloosheid die we kenden uit onze kindertijd en die we zo goed hadden verstopt, komt terug. En die wil je niet voelen.
De angst voor de boosheid is sterker als je als kind te maken had met veel woede van de ander, in dreigende taal of in fysiek geweld. Je deinst terug, wil zo niet zijn, zo boos, er kan angst zijn om erdoor vernietigd te worden.
Wat gebeurt er als de woede wel ruimte krijgt?
Naast allerlei ervaringen die onderdrukt waren, gevoelens van verdriet en machteloosheid, aannames over onszelf en anderen, komt er energie, kracht vrij. We krijgen meer ruimte. Hoe kun je werken met je boosheid?
Als we boos zijn wordt dat meestal een verhaal in ons hoofd, we denken na over de ruzie, zijn in ons hoofd in gesprek met degene op wie we boos zijn, voelen ons tekort gedaan, worden nog bozer, willen ons gelijk halen. Een groot deel van de aandacht gaat naar het verhaal… dat leidt alleen maar af en nodigt onze innerlijke criticus uit om commentaar te geven. En met je woede alsnog bij je ouders aankomen, of bij een ander, heeft vaak niet veel zin. Als dat kan is het heel fijn, maar vaak kunnen ouders het niet horen, niet ontvangen.
“Wat werkt, is de dynamiek van de woede direct voelen”
Wat wel werkt is de dynamiek van de woede direct te voelen. Dat kan door de woede te uiten, de lading vrijheid geven. Een veilige setting is daarvoor wel nodig. Met een begeleider of alleen, als je wat meer ervaring hebt. Schreeuwen maakt het geluid in je keel en je kaken los, met een opgerolde handdoek op een stevig kussen slaan maakt je armbewegingen los. Je kunt afstand en grenzen oefenen door iemand tegenover je weg te duwen. En ja, stampen op de grond, hard stampen. Voel de kracht van de ontlading, de ruimte, wat gebeurt er met je adem? Neem de tijd om te ervaren wat het met je doet. En laat je tranen toe. Woede en verdriet liggen dicht bij elkaar.
Als de woede wat vrij is gekomen, je spieren niet meer zo verkrampt zijn, kun je die woede ook in je voelen zonder die te uiten. Dan ga je de kracht van de woede voelen. Dat gaat als volgt:
Ga goed zitten en grond jezelf, neem je tijd…
Haal de situatie waarin je zo boos werd voor ogen.
Voel dan de energie van de woede zelf.
Waar ervaar je die in je lichaam.
Hoe voelt die kracht, adem erin.
Voelt het alsof die kracht te groot is voor je lichaam, stijgt hij op, wil hij alsnog geuit worden?
Stel je voor dat je lichaam uitzet,
als het ware een groter vat wordt.
Merk je dat dit de woede kan bergen.
Wat ervaar je hier?
Kun je voelen dat de woede kracht wordt?
De gehele oefening is ook te beluisteren als podcast:
Kracht en autonomie
De kracht die uit de woede vrijkomt dient het vermogen tot separatie, de beweging weg uit tal van afhankelijkheden van de ander, wat hij, zij, hen wel niet zal vinden, of je geen figuur slaat, of de ander kwetst. Kracht is een kwaliteit van Essentie, van Zijn. Naarmate die kracht vrijer wordt, wordt de angst voor conflicten kleiner. Je kunt gemakkelijker voor jezelf staan, voor jouw waarheid, zonder deze te moeten bevechten. Je vermogen tot autonomie is natuurlijker, het stellen van grenzen gemakkelijker en vrijer. Je weet dat je het recht hebt om voor jezelf te staan en bent in staat om nee te zeggen ook als men je egoïstische noemt.
Kracht als kwaliteit van Essentie, helpt jou je op te richten, voor je mening uit te komen zonder bang te zijn en zonder strijd te hoeven voeren. Je autonomie is ingebed in jouw waarheid en je hart is open. Je hoeft je waarheid niet meer te verdedigen tegenover die van de ander. Je bent vrij.
Werken met je woede is een proces van psychische regeneratie. De krachten die afgestorven leken, worden gekend, geheeld en krijgen een nieuw en gezond leven.
Noot: De grondlegger van de Diamantbenadering, A.H. Almaas, ontdekte in zijn onderzoek dat het Goddelijk, Zijn, Essentie, zich manifesteert in specifieke kwaliteiten, zoals compassie. Wil, Liefde, Kracht. Deze kwaliteiten komen geleidelijk aan vrij, naarmate de structuren in de persoonlijkheid uitdunnen. Als ze beschikbaar komen, ondersteunen ze het proces van bevrijding, de groei naar ‘zijn wie je bent’.
Elke blog is een vervolg op de vorige. Heb je die andere gemist, ga dan terug naar de eerste en lees ze in volgorde! En gaat het je te langzaam? In mijn boek Langs de weg van het hart, vind je een uitgebreidere beschrijving van deze inhoud en nog veel meer!
Tekst, headerbeeld en podcast door: Lenie van Schie.
Lenie van Schie is auteur, spiritueel coach en GZ-psycholoog. Haar derde boek Langs de weg van het hart kwam in 2021 uit bij uitgeverij Samsara. Eerder schreef Lenie een gastblog over waarom we voor verandering in de samenleving niet alleen actie in onze buitenwereld, maar ook in onze binnenwereld nodig hebben.
Op zoek naar meer blikverruimende verhalen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief, dan mis je niks.