De oorsprong van boze woorden

23 december 2024 DOOR Lenie van Schie Verbonden LEESTIJD: 8 MIN

In een tijd van opperste verwarring neemt Lenie van Schie ons mee op haar eigen zoektocht naar de Bron, op weg naar de ontdekking van dat wat we in wezen zijn. Die zoektocht naar de Bron leidt ons in dit artikel naar de boze woorden en waar zij hun oorsprong hebben.

Boze woorden
Had mijn artikel over boosheid iets getriggerd? In de afgelopen weken vertelden verschillende vrouwelijke cliënten me over conflicten met hun partner. Ze waren boos. Boosheid die werd geuit in boze zinnen, in kwaaiige uitingen, die op hun beurt een reactie van de partner opriepen: hij werd boos, ging schreeuwen, argumenteren, liep kwaad weg, of zweeg (en besloot de volgende keer iets niet meer te delen). Boze woorden leiden gemakkelijk tot meer boosheid. Ze creëren afstand en voor degene die ze uit, dienen ze een soort van valse bescherming. Vervolgens is er eenzaamheid. Waar komt die boosheid vandaan?

“Boze woorden leiden gemakkelijk tot meer boosheid”

Een van mijn cliënten, een jonge vrouw, vertelde dat ze piekerde over haar relatie. Ze voelde zich door hem bedrogen: hij was niet eerlijk geweest, had niet verteld van de communicatie tussen hem en zijn ex en dat hadden ze toch afgesproken. ‘Als hij dat nog een keer doet, dan maak ik het uit.’ Er was al eerder sprake geweest van eenzelfde soort boosheid. We hadden dat uitgebreid besproken en er was inzicht ontstaan. Nu had een enigszins vergelijkbare situatie eenzelfde boosheid naar boven gebracht. Die zin klonk niet alsof een volwassen vrouw hier sprak. Dit leek eerder een kind.

Ik vroeg haar terug te gaan naar een eerder moment in haar geschiedenis waarin ze zo boos was, een eerder moment waarop ze zoiets had gedacht of gezegd. En direct kwam de zeer traumatische ervaring terug die ze liever wilde verstoppen, er niet meer aan denken. Ze had er eerder over verteld, voorzichtig hadden we die ervaring aangeraakt. Hij was nog lang niet verwerkt.

Trigger, projectie en bescherming
Specifieke acties van haar partner triggerde deze herinnering. Vervolgens werd die partner in het onderbewuste van mijn cliënte dezelfde als degene die haar vele jaren eerder belaagde. De onverwerkte ervaring werd zo op de nieuwe situatie geprojecteerd. Toen ik doorvroeg over wat deze boosheid haar opleverde antwoordde ze: bescherming. Maar had ze als volwassen vrouw deze bescherming nodig? Wat was het ergste wat haar nu zou kunnen overkomen? In deze conflictsituatie handelde ze als een jong meisje dat écht werd belaagd. Ze moest het gevaar vóór zijn, anders was er die kritische stem in haar hoofd: ‘Nu ben je er weer ingetrapt, hoe kun je zo stom zijn?’ Maar toen had ze het niet kúnnen voorkomen en nu was er niets dat ze moést voorkomen.

In het Nu
Vaak hoor je dat je in het Nu moet leven, het oude is al lang voorbij, dat oude, dat moet je achter je laten, je moet vooruit, verder. Hier zien we hoe het verleden doorwerkt in het Nu, in het leven van nu. Deze onverwerkte ervaring is er nu, bepaalt jouw relatie met je buitenwereld en geliefden staan het dichtste bij. Het doorzien van de projectie geeft ruimte. De cliënte ging opgelucht de deur uit, met haar relatie was niets mis. Meer werk aan de traumatische ervaring is nodig. Dat geeft haar meer vertrouwen in zichzelf en in de relatie.

Hormonen
Een andere cliënte, een vrouw van einde dertig, had regelmatig woorden met haar partner. Ze weet het aan haar hormonen. Ik vermoedde wat anders en stelde haar diezelfde vraag: ‘Ga eens terug naar het moment dat je voor het eerst boos was.’ Onmiddellijk zag ze een huilend, krijsend baby’tje voor zich. Het opende in haar een golf van verdriet. Ze kon het kleine meisje tot zich nemen en vasthouden. Het verdriet opende de ervaring van eenzaamheid en leegte, gevoelens die ze ook in haar relatie ervoer. Waardoor ze vaak twijfelde: moest ze wel bij hem blijven? Maar ze wilde ook niet weg. ‘Is er meer?’ vroeg ik.
Herinneringen aan een schoolperiode, ze zag een meisje van een jaar of zeven. Hoe ze zich niet begrepen voelde, dat er niet naar haar geluisterd werd. Ze zag de reacties van haar partner, door hem voelde ze zich ook niet begrepen. En daarop reageerde ze op een vergelijkbare manier als toen ze zeven was. Tranen brachten diepere verwerking, ze zag wat ze aan het doen was en hoe ze daardoor hun relatie nodeloos belastte.

Boosheid en vernedering
We leven in een boze wereld. De oorsprong van boosheid ligt in diepe gekwetstheid en vernedering, in niet gehoord zijn en niet gezien. Met disrespect behandeld zijn. ‘Als je kind in de nacht blijft door huilen, zet het dan maar in een kamer ver weg, zodat je het niet meer hoort. Het houdt vanzelf op’. Als baby’s die huilen niet worden opgepakt, gaan ze schreeuwen, worden ze boos en als dat niet helpt worden ze stil. Uiteindelijk. De boosheid gaat ondergronds. Ik leerde dat te laat, tijdens mijn opleiding tot lichaamsgericht therapeut. Ik liet mijn baby’s huilen. Die baby’s zijn nu volwassen, hebben zelf kinderen. We hebben er veel over gesproken. Als ik iets in mijn leven over zou kunnen doen, dan zou het de periode zijn waarin zij klein waren. Zij moesten mij missen, ik miste ook veel: het contact, de intimiteit. Er zijn heel wat redenen aan te wijzen waarom ik daar niet kon zijn, in die intimiteit met hen. Dat verandert niets aan het feit dat ik er niet was.

“De oorsprong van boosheid ligt in diepe gekwetstheid en vernedering, in niet gehoord zijn en niet gezien”

Opgeslagen ervaringen
Na die eerste vroege ervaring van boosheid vinden er vaak tal van voorvallen plaats die kwetsen en pijn doen. Onbewust herinneren ze je aan die allereerste keer. Toen je jezelf niet kon beschermen, nog geen woorden had, alleen geluid, toen je niet uit je bedje kon komen. Al die voorvallen worden opgeslagen en meegenomen in nieuwe relaties. Vaak vinden we ze terug als innerlijke kinderen, gekoppeld aan de leeftijd waarop het gebeuren plaatsvond.

Het feit dat je boos kunt worden op je partner, is een goed teken: je voelt je veilig genoeg! Die boosheid helpt echter niet. Je partner zit ook met al die onverwerkte ervaringen waarin hij zich gekwetst voelde, wordt ook boos. Het gevolg: ruzie.

Wat te doen?
Als je dit leest, als je het aanspreekt probeer dan je eerstvolgende woede-uitbarsting te beheersen en ook als dat niet lukt, op onderzoek te gaan. Een onderzoek dat herhaling vraagt. Pak vast pen en papier dan kun je gelijk gaan schrijven:

Stel jezelf de volgende vragen:
Wanneer was ik voor het eerst zo boos?
Deze vraag brengt je terug in je verleden en in situaties die jou hebben geraakt.
Neem de tijd voor deze vraag. Kijk of er beelden komen, associaties, merk op hoe je hierop reageert.
Wat doet het met je dat je zo boos bent?
Voel de woede, sta jezelf die boosheid toe, niet in de vorm van scheldpartijen en kritiek richting de ander, maar helemaal voor jezelf. Voel je lijf, de opwinding. In boosheid zit waarheid: je bent niet voor niets boos. Erken jezelf het recht op boosheid zonder dat deze persé naar de ander gericht is. Ervaar je ook de kracht die boosheid is?

Waar is die boosheid op gericht?
Was dat echt je partner of (ook) je vader of moeder of een docent op school, iemand die jou belaagde? Zet die persoon voor je neer. Grond jezelf en voel de kracht van de grond onder je, je ruggengraat, het terechte van deze boosheid.
De boosheid kan dan loskomen van je partner, vriend, vriendin, wordt teruggebracht waar deze oorspronkelijk thuishoort.
Hoe is het nu met je boosheid? Houd je je eraan vast?

Stel je dan de volgende vragen, en het is goed om die een paar keer te herhalen:
Wat is er goed aan om boos te blijven?
Wat gebeurt er als je de boosheid loslaat?
Vasthouden aan boosheid geeft gevoel van stevigheid en bescherming. Je boosheid is immers terecht. Loslaten voelt vaak kwetsbaar. Sta jezelf toe die allemaal te voelen. Dat is belangrijk. Ga niet iets proberen te voelen wat niet lukt of niet kan.
En tenslotte:
Hoe voelt boosheid als hij echt, van binnen vrijkomt?

De gehele oefening is ook te beluisteren als podcast:

Zoals ik in mijn vorig artikel schreef: boosheid transformeert naar kracht, de projectie verdwijnt:
“Kracht is een kwaliteit van Essentie, van Zijn. Deze kwaliteit helpt je je op te richten, voor je mening uit te komen zonder bang te zijn en zonder strijd te hoeven voeren. Je autonomie is ingebed in jouw waarheid en je hart is open. Je hoeft je waarheid niet meer te verdedigen tegenover die van de ander. Je bent vrij.”

Als we onze woede kunnen onderzoeken en er meer verantwoordelijkheid voor nemen, komt er meer rust in jou, in je omgeving, kan er meer vrede komen tussen de mensen en op Aarde.
Ik wens jullie een mooie kerst en een goed begin van het nieuwe jaar.

Tekst, headerbeeld en podcast door: Lenie van Schie.

Lenie van Schie is auteur, spiritueel coach en GZ-psycholoog. Haar derde boek Langs de weg van het hart kwam in 2021 uit bij uitgeverij Samsara. Eerder schreef Lenie een gastblog over waarom we voor verandering in de samenleving niet alleen actie in onze buitenwereld, maar ook in onze binnenwereld nodig hebben. 

Op zoek naar meer blikverruimende verhalen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief, dan mis je niks.

Lenie van Schie

Al jarenlang werkt Lenie van Schie als psycholoog, spiritueel coach en trainer. Naast individuele groeiprocessen gaat haar belangstelling uit naar de ontwikkeling van het bewustzijn vanaf de tijd dat onze nomadische voorouders over de aarde trokken tot in deze digitale eeuw. Ze schrijft blogs voor verschillende podia en in 2021 kwam haar derde boek uit: ‘Langs de weg van het hart’.

Bekijk alle artikelen van Lenie van Schie
Abonneer
Laat het weten als er

2 Comments
Meest gestemd
Nieuwste Oudste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Steun
MaatschapWij
10 EURO
Bij MaatschapWij zetten we al meer dan zeven jaar denkers en doeners in de schijnwerpers die onze samenleving groen, gezond en verbonden maken. Zonder betaalmuur of andere obstakels. En zonder winstoogmerk. Dit collectief kan zonder financiële steun niet bestaan. Veel hebben we niet nodig: elke donatie, hoe klein of groot ook, is welkom. Sluit je aan, we hebben je nodig!
Tuurlijk!
GERELATEERD