Wat we kunnen leren van thuisonderwijs in tijden van corona
Het coronavirus zet onderwijsland compleet op z’n kop. Waar enerzijds de zorgen over de groeiende niveauverschillen tussen kinderen toenemen, blijkt anderzijds dat het onderwijssysteem niet zo rigide en onaantastbaar is als misschien werd gedacht. Oftewel: uitdagingen én kansen voor de toekomst. Wat leren onderwijspioniers ons over hoe het post-corona-onderwijs eruit kan zien?
Op 16 maart sloten scholen in Nederland voor het overgrote deel van hun leerlingen de deuren, om de verspreiding van het coronavirus tot een halt te roepen. Direct sprongen onderwijsmakers in de actiestand om het afstandsonderwijs zo goed mogelijk vorm te geven. Maar hoe goed zij hun werk ook doen, er ligt nu veel verantwoordelijkheid voor het lesgeven bij de ouders. Waar sommige ouders binnen no time voor ieder kind een eigen laptop konden regelen en dagelijks helpen met de lesstof, zitten er in Nederland ook 4.000 huishoudens met kinderen tussen de 5 en 13 jaar thuis zonder internet. En zijn er zo’n 650.000 gezinnen met kinderen onder de 18 waarvan de ouders laaggeletterd zijn. Leidt deze periode van thuisonderwijs tot een achterstand bij sommige kinderen?
Kansenongelijkheid
Met man en macht wordt gewerkt om het afstandsonderwijs voor iedereen toegankelijk te maken. Zo worden laptops verzameld en uitgedeeld aan kinderen die er geen hebben, stellen gemeentes wifi-hotspots beschikbaar en melden vrijwilligers zich als online huiswerkbuddy. Toch neemt dit de zorgen over het groeiende niveauverschil tussen kinderen niet weg. Sterker nog: nu scholen gesloten zijn, wordt pas echt duidelijk hoe groot de verantwoordelijkheid is die het onderwijs draagt in de strijd tegen kansenongelijkheid.
“Thuisonderwijs laat zien dat kansenongelijkheid er altijd al was” – Lisa Hu en Eva Vesseur in Het Parool.
De thuissituatie van een kind heeft altijd al een grote invloed op diens (school)kansen, beargumenteren Lisa Hu en Eva Vesseur. Met name tijdens zomervakanties – waarin kinderen wekenlang afhankelijk zijn van de mogelijkheden van hun ouders – groeit het leerniveau van kinderen van hoger opgeleide ouders door, terwijl het leerniveau van kinderen van lager opgeleide ouders juist afneemt. Nu deze ongelijkheid door het thuisonderwijs overduidelijk wordt, roepen Lisa en Eva op om de aandacht hiervoor vast te houden. Ook – en juist – wanneer corona bevochten is.
Onderwijs als gelijkmaker
Het thuisonderwijs laat volgens Johannes Visser van De Correspondent zien dat onderwijs dé grote gelijkmaker moet zijn. Hoe kunnen we het post-corona onderwijssysteem daar (nog) meer op inrichten? Bijvoorbeeld door scholen met een meer uitdagende leerlingpopulatie meer geld te geven, aldus Johannes. En door scholen voor wie dat nodig heeft vaker open te laten zijn, met ontbijt, wifi en meer lesuren.
De School in Zandvoort laat zien hoe dit kan. Hier zijn kinderen – in plaats van de standaard 940 uur – 2,5 duizend uur per jaar welkom om aan hun persoonlijke leertraject te werken. Alhoewel lang niet alle kinderen hier gebruik van maken biedt het wel degelijk rust, aldus oprichter Marjolein Ploegman. Rust om je op je eigen tempo te ontwikkelen en je minder met anderen te vergelijken.
“Kinderen hebben gelijkere kansen, als ze ongelijk onderwijs krijgen”, is het motto van De School.
Kansen in onderwijsland
Naast het besef van groeiende kansenongelijkheid is er meer aan het verschuiven in onderwijsland, concluderen zeven onderwijsprofessionals in gesprek met NIVOZ. Door het online lesgeven worden leerkrachten bijvoorbeeld gedwongen om de essentie uit de lesstof te halen. “Wellicht worden we door deze crisis minder afhankelijk van methodes en leren we beter te vertrouwen op wat wij vinden dat voor het kind het belangrijkst is”, vertelt een van hen. Hoe dit eruit kan zien laat Laterna Magica zien. Op deze school wordt onderwijs gegeven zonder klassen, zonder vaste methoden, maar met een eigen, goed doordacht ontwikkelplan voor ieder kind. Leerlingen én leerkrachten leren zo wat voor hen belangrijk is in de wereld en hoe ze daarin van betekenis kunnen zijn.
Ook wordt duidelijk hoe betekenisvol de relatie tussen leerling en leraar is, aldus de zeven onderwijsprofessionals. “Onderwijs is mensenwerk. Zonder relatie geen prestatie.” Dit is ook de werkwijze van Nieuweschool, die in 2019 de Nationale Onderwijsprijs won. “De relatie tussen leerkracht en leerling bepaalt wat we doen en hoe we dat doen”, vertelt schoolleider Johan van den Beucken. “En niet al die regels die worden voorgeschreven. Want voor je het weet, gaat het alleen nog maar om het naleven daarvan. Hoe wij georganiseerd zijn en hoe wij het onderwijs vormgeven is voortdurend in verandering.”
Wat corona ons laat zien
Kortom: als onderwijs in tijden van corona iéts laat zien, is het dat we moeten blijven nadenken over wat goed onderwijs is en hoe we dat vormgeven. Want nu de focus op protocollen, methodes en toetsen wegvalt, blijkt hoe belangrijk flexibiliteit, maatwerk en de relatie tussen leerkracht en leerling zijn. Voorbeelden als De School, Laterna Magica en Nieuweschool laten zien hoe we deze kansen kunnen verankeren in nieuwe structuren.
Iedere week een flinke dosis positiviteit en blikverruimende kennis in je mailbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang gratis ons nieuwste e-magazine. Inspiratie gegarandeerd.