Alweer staken voor een hoger salaris? Of is er meer aan de hand in onderwijsland
De mensen die het onderwijssysteem draaiende houden zijn er klaar mee. Op 30 en 31 januari gaan zij weer de straat op om de politiek wakker te schudden. Ze willen een hoger salaris en minder werkdruk en daar is meer geld voor nodig. Wat is er aan de hand in het onderwijssysteem dat lage salarissen en hoge werkdruk al jaren de norm zijn? En gaat meer geld het probleem oplossen of is er nog iets anders nodig? Deze onderwijsvernieuwers leggen uit wat er veranderen moet.
De afgelopen tien jaar heeft de politiek miljarden bezuinigd in de sector. En dat zijn de leraren zat. Door personeelstekorten en grote uitval onder leerkrachten ligt de werkdruk hoog. Steeds minder mensen besluiten lerarenopleidingen te doen, waardoor dit gat op de korte termijn niet verdwijnt. Volgens de actievoerders zijn de lage lonen tegenover het emotioneel zware werk verantwoordelijk voor deze impopulariteit.
Blijven staken
Daarom hebben actievoerders zich op 15 maart verzameld om een miljard voor het hoger onderwijs te eisen en drie miljard voor het basis- en voortgezet onderwijs. Het financieel aantrekkelijker maken van het onderwijs zou meer nieuwe leerkrachten aantrekken. Het kabinet besloot pas in november 460 miljoen extra te investeren in het onderwijs. Daardoor ging de lerarenstaking van 6 november niet door.
Maar dit is een eenmalig bedrag. En daar is de Algemene Onderwijsbond (AOb) het niet mee eens. “Het kabinet heeft na alle acties nog steeds niet gezorgd voor structureel extra geld”, vertelt AOb-voorzitter Eugenie Stolk. “We voeren nu de druk op.” De salarissen moeten omhoog, zodat “het weer aantrekkelijk wordt om te kiezen voor het mooie vak van leraar.” Het AOb blijft strijden totdat de overheid 4 miljard euro in het onderwijs investeert.
Maar zorgt meer geld en hogere salarissen voor een blijvende verandering of is dit een dweilen-met-de-kraan-open-aanpak? Wat is er daadwerkelijk aan de hand in het onderwijs? We vroegen het deze onderwijsvernieuwers.
Leerfabrieken
“Scholen zijn een soort fabrieken geworden”, ziet Johannes Visser, voormalig docent en tegenwoordig journalist. “Als leraar kun je eigenlijk nooit iedere week vijfentwintig lessen geven, die je allemaal ook nog moet voorbereiden, en daar bovenop toetsen nakijken.” Dit is ook van invloed op de leerlingen. Johannes: “Zij leven van toets naar toets, waardoor niemand de rust heeft om zich te verdiepen in iets.” Zowel leerkrachten als leerlingen zijn niet opgewassen tegen de prestatiedruk die het onderwijs uitoefent.
De werk- en prestatiedruk is diep doordrongen in het onderwijssysteem en richt daar flinke schade aan. 21,3 procent van de werknemers in het onderwijs kampt met burn-out klachten. Het landelijk gemiddelde is 14,4 procent. Naast te hoge werkdruk, zien het CBS & TNO dat emotioneel te zwaar werk in de organisatie verantwoordelijk zijn voor burn-out klachten. Leerlingen onderwijzen vraagt om grote emotionele betrokkenheid, wat uitputtend is. Tegelijkertijd ervaren leerkrachten niet de financiële waardering en maatschappelijke erkenning die gelijk staan aan dit emotioneel veeleisende werk.
Het onderwijs is geen bedrijf
‘Hoe is het mogelijk dat professionals de overheid voornamelijk op hun weg vinden in plaats van door haar te worden gefaciliteerd?’, vraagt Tjeenk Willink, de minister van Staat, zich af. In de publieke sector gaat veertig procent van de tijd verloren aan administratieve rompslomps. Regels worden opgesteld om risico’s uit te bannen, maar zorgen ook voor een controleer-sfeer vanuit de politiek op de publieke sector. De expertise van de leerkracht is niet meer vanzelfsprekend. Daardoor heeft de politiek haar ambtenaren van zich vervreemd.
‘In het onderwijs-systeem is weinig vrijheid om te kijken naar nieuwe en creatieve manieren van lesgeven’, ziet Johannes Visser. Leerkrachten missen de tijd voor het echte werk: lesgeven. Zij moeten voldoen aan het curriculum dat van bovenaf wordt gesteld. Daardoor hebben zij niet de mogelijkheid om zelf te onderzoeken en te bepalen op wat voor manier hij of zij onderwijs wilt geven.
De oplossing voor de vervreemding zit niet enkel in de geldstroom naar de publieke sector, zodat zij financieel gewaardeerd worden. Maatschappelijk erkenning van de professionaliteit van de ambtenaren is noodzakelijk, volgens Herman Tjeenk Willink. Door de afwezigheid hiervan wordt de arbeidsvreugde beïnvloedt. Onderwijsvernieuwers zien die liefde voor het vak verminderen en proberen het onderwijssysteem te verbeteren, zodat zowel leraren als leerlingen zin krijgen om naar school te gaan.
De kracht van maatwerk
Bestaande structuren loslaten is de sleutel, volgens Sara Steyn. De meeste scholen laten zich leiden door een vastgeroest systeem van waaruit wordt bepaald wat een kind per jaar moet leren. De school waar Sara schoolleider-in-opleiding is, Laterna Magica, doorbreekt deze traditie. Door het principe van ‘samen leren’ voorop te stellen, worden zowel leerlingen als leraren gestimuleerd om te leren en te reflecteren op hun leerproces. Leerlingen worden betrokken in hun eigen leerproces. Naar aanleiding van de behoeftes van het kind stellen zij samen met ‘coaches’ (leerkrachten) een plan op.
Het belang van maatwerk wordt gezien door onderwijsvernieuwers Inge & Ronald van Education on Tour. In Scandinavië zagen zij dat het onderwijs begon vanuit het kind. In plaats van kinderen op een sneltrein te zetten waar zij zo snel mogelijk vooraf bepaalde kennis en vaardigheden op moeten doen, wordt naar de ontwikkeling van ieder kind gekeken.
Maatwerk en het samen-doen heeft een positieve werking, zien Sara, Inge & Ronald. Wanneer de ontwikkeling van de leerling voorop wordt gesteld, is de intrinsieke motivatie van de kinderen om te leren groot. En dat brengt ook arbeidsvreugde voor de leerkracht. Andersom: leerkrachten die de ruimte krijgen om zelf les te geven en niet enkel een vooraf vastgesteld script opvoeren, hebben meer plezier in het lesgeven. En dat heeft een positieve werking op het leerproces van het kind. Leraren zijn dan geen pionnen van een doelmatigheidsbeleid, maar zijn de maatschappelijk erkende professionals die zij zouden moeten zijn.
Leren = Leuk
‘We staan voor uitdagingen die letterlijk en figuurlijk grensoverstijgend zijn’, ziet Dylan Vianen van De Bildung Academie. Door de complexiteit van de technologische moderne wereld vallen ‘zekerheden weg en ontstaan nieuwe structuren. Hierdoor is het essentieel dat we niet alleen maar kennis opdoen – kennis die over 20 jaar misschien verouderd is – maar dat we leren ons te verhouden tot onszelf, de ander, de wereld om ons heen en de tijd waarin we leven.’
De onderwijsvernieuwers van de Bildung Academie adviseert onderwijsinstellingen over het belang van zelfreflectie en maatschappelijke verantwoordelijkheid in het curriculum. Expressie, empathie, ethiek en ondernemingsschap zouden meer onderdeel moeten zijn van het hedendaagse onderwijs.
Het gemis van maatschappelijke relevantie in het curriculum geeft een gevoel van: waar doen we het allemaal voor? Leerlingen en studenten die zich leren te verhouden tot een complexe veranderlijke wereld in een onderwijsomgeving, zien de relevantie van leren en ontwikkelen. Dat komt zowel leerling als leerkracht ten goede.
Maatschappelijke erkenning
Meer vrijheid, autonomie, tijd, ruimte en relevantie. En vooral ook waardering en erkenning voor het emotionele veeleisende werk dat deze ambtenaren leveren. Dat is wat de onderwijsvernieuwers willen. In een context waarin deze factoren aanwezig zijn kan leren weer iets worden wat leuk is. En scholen weer plekken waar mensen graag willen zijn.
Iedere week een flinke dosis positiviteit en blik-verruimende kennis in je mailbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief. Inspiratie gegarandeerd.