Waarom we met liften wel eens de wereld zouden kunnen redden
Wat is geld? Zonder het te hebben, ging Raymundo Resink met deze vraag op reis. Hij leerde veel. Over zichzelf, over andere mensen en over hoe we eigenlijk allemaal dezelfde behoefte hebben: oprechte verbinding. In dit gastblog vertelt hij daarover.
In 2016 leefde, reisde en werkte ik tien maanden zonder geld. Het experiment was onderdeel van een groter onderzoek naar geld, en hoe we van geld het prachtige idee kunnen maken dat het in essentie is. Mijn onderzoek mondde uit in het boek ‘Geld Gaat Nooit Over Geld: Een reisverslag van mijn ontdekkingstocht in de wondere wereld van geld en een gids voor het waarmaken van de wereld waar we diep vanbinnen het liefste in willen leven.’ In dit eerste gastblog vertel ik over een bijzondere ontmoeting, waarmee ik ook een lans wil breken.
“Liften betekent niet alleen oefenen met niet weten waar ik aan toe ben en bijzondere ontmoetingen meemaken op weg naar een bestemming. Liften is oefenen met gelukkig zijn, wat er ook gebeurt”
Toneelspel
Onder lifters zijn tankstations populaire plaatsen: mensen kunnen je niet voorbij rijden. Wat wel het geval is als je met je duim langs de weg staat. Het nadeel van een lift vragen bij benzinepompen, voor veel van de mensen die ik aanspreek althans, is dat mensen eerlijk moeten zijn. En dat is lang niet altijd het geval.
Soms blijf ik urenlang op een tankstation hangen, omdat ik alsmaar dezelfde, best geestige patronen tegenkom. Mensen zeggen dat ze de andere kant op moeten – om vervolgens precies de kant waar ik naartoe wil te rijden. Of ik hoor ‘onze auto is vol’, waarna er een auto met een lege achterbank vertrekt. Soms krijg ik een simpele ‘nee’ zonder uitleg; soms alleen een ontwijkende blik. Ik kan er goed mee omgaan en geniet zelfs een beetje van het toneelspel, maar ik word er ook een beetje droevig van. De bochten waar we ons in wringen om maar niet eerlijk te hoeven zijn…
Liften betekent dus niet alleen oefenen met niet weten waar ik aan toe ben en bijzondere ontmoetingen meemaken op weg naar een bestemming. Liften is oefenen met gelukkig zijn, wat er ook gebeurt. En liften is oefenen met mensen durven aanspreken, wat mijn hoofd ook denkt dat mensen zullen denken of vinden.
Zo ging het bij een Portugees stel met een baby, die ik tegenkwam tijdens mijn reis zonder geld. Toen ik ze in Spanje bij een pomp zag staan, zei mijn hoofd meteen: ‘Hun auto is te vol en ze hebben een baby, vergeet het maar’. Toen ik toch op ze afstapte, aarzelden ze geen moment om de auto te reorganiseren en erop te staan dat ik voorin ging zitten
“Ik heet Daniel”, stelde de man zichzelf voor toen achter het stuur kroop. “Dit is Carla en onze baby heet Iris.”
Een vertelling
Dit jonge Portugese gezin woont in het Zwitserse Genève. Als ik vraag waarom, krijg ik een bekend antwoord: “Omdat er in Portugal nul werk is.”
In Zwitserland is er volop werk, vertelt Daniel, net als dat er volop rekeningen zijn. Carla werkt in een Portugees café en Daniel heeft een voltijdbaan als timmerman. Hij vindt timmeren best leuk, maar zijn passie is clownen. Het liefst treedt hij voor jong en oud op, met hulp van zelfgebouwde uitvindsels. Hij pakt zijn telefoon en laat wat foto’s en video’s zien. Op één video zie ik Daniel dansen op muziek van The Prodigy, samen met een zelfgemaakte Siamese vierling. Via horizontale stokken zijn ze aan Daniel bevestigd, twee links en twee rechts van hem. Ze hebben dweilborstels als hoofden en bootsen elk van zijn bewegingen perfect na.
Ik kijk, mijn adem benomen. “Wat is dit gaaf Daniel… Wat een creativiteit.”
“Ja, en weet je wat ik ook heel leuk vind? Boegengs.”
“Pardon?”
“Boegengs. Je schrijft ‘buugeng’ maar je zegt boegeng. Een buugeng is een slangvormige houten voorwerp waarmee je al dansend prachtige vormen kunt maken.’ Daniel tovert een nieuwe serie foto’s en filmpjes tevoorschijn, plus zijn online buugeng-winkel op Etsy.com.
Ik kraai van enthousiasme. Baby Iris kraait mee. “Omdat ik overdag als timmerman werk, maak ik die buugengs ’s avonds of ’s nachts en sowieso in het weekend. Carla helpt vaak mee. Als het even kan treed ik op, maar daar kan ik in Zwitserland niet van rondkomen.”
“Hoe is het voor jullie om in Genève te leven?” vraag ik.
Van een leven is weinig sprake, vertelt Daniel me. “Alleen al aan huur en verplichte ziektekostenverzekering betalen we 2800 euro per maand.”
“Missen jullie Portugal dan niet”, vraag ik. Twee keer hoor ik ‘ja’. Twee keer hoor ik dat ze moe zijn.
“Hoeveel levert de verkoop van buugengs jullie op?” vraag ik.
“Op dit moment tussen de achthonderd en drieduizend euro per maand.”
“Wat denk je nodig te hebben om in Portugal te leven?”
“Waar wij vandaan komen? Zevenhonderd euro per maand aan vaste kosten, plus een beetje voor eten.”
Verstomd kijk ik Daniel aan. Ik draai me om en kijk naar Carla en Iris.
“Wat doen jullie nog in Genève?!” flap ik uit. “Vakantie vieren in Portugal? Man, verhúizen naar Portugal!”
Daniel kijkt naar de weg en lijkt mijn uitflappen te verwerken. “Ja… dat beginnen we ons ook te realiseren.”
Ik ben het hier pertinent mee oneens. Vergeet beginnen en realiseren; inpakken die hap! roept mijn hoofd. Ik laat de kreet. Wie ben ik om voor hen te vinden wat ze moeten doen?
Voor het eerst sinds ik instapte, zijn we stil. Ik voel me geraakt. De vreugde die van Daniels gezicht afspat terwijl hij over zijn ziel en zaligheid praat… Man, wat gun ik het hem —wat gun ik het iedereen, dat die ziel en zaligheid volledig de ruimte krijgen.
“Ik voel mij na een lifttocht vaker wél dan niet weer verbonden met een wereld die — in tegenstelling tot wat veel media en bange medemensen ons voorhouden — vol vriendelijkheid is”
We passeren de grens met Portugal. Daniel, Carla en Iris zijn sinds gisteravond onderweg, maar zijn vastbesloten om me naar mijn bestemming te brengen. De snelweg gaat over in een provinciale weg en kort daarna slaan we een boerenweg in. We doorkruisen een paar kleine dorpen, rijden via een serie kronkels omhoog en ineens is daar de kapel van aartsengel Sao Gabriel. “Weet je zeker dat het hier is?” vraagt Carla.
“Als ik de aanwijzingen mag geloven wel.” Ik stap uit en word omhuld door de hitte die ik van Portugal ken. De koele bries van de Serra da Estrela (‘Het Sterrengebergte’) is nieuw voor mij. Die klimt vanaf een uitgestrekte vallei tegen de heuvel op, om ons op weg naar boven te strelen. Heerlijk.
“Dat is Viseu,” zegt Daniel, terwijl hij naar de overkant van de geelgroene vallei wijst. Ik zie een verzameling lage gebouwen tegen de heuvel geplakt. De hitte doet lijken alsof ze trillen. “Onze familie woont er vlakbij. Bel je als je iets nodig hebt? Weet je zeker dat je hier oké bent?”
Ik voel liefde en verdriet. Wat een ontmoeting, wat een creatieve verlangens en wat een geen-leven in Genève. We omhelzen elkaar en ik maak een foto. Zonder Iris, want die ligt op de achterbank zachtjes te snurken.
Drie weken later stuurt Daniel mij een Facebook-bericht. “Bom dia Raymundo! Weet je wat? We hebben besloten om volgend jaar terug naar Portugal te gaan.”
“Als liften weer gemeengoed wordt, zou het zomaar eens oorzaak nummer 1 kunnen zijn van een groeiende openheid, begrip en liefde tussen mensen — en daarmee van een nieuwe Aarde”
Een wereld vol vriendelijkheid
Dit is één van mijn inmiddels paar honderd liftervaringen. Het klikt niet altijd zoals het bij Daniel, Carla en Iris deed. Toch voel ik mij na een lifttocht vaker wél dan niet weer verbonden met een wereld die — in tegenstelling tot wat veel media en bange medemensen ons voorhouden — vol vriendelijkheid is. Vol met mensen die niets liever willen dan elkaar helpen en inspireren. En dit gevoel gaat ook op voor bestuurders. Het aantal keren dat ik van mensen die bij aanvang nog twijfelden of ze me wel moesten meenemen, na afloop de meest liefdevolle omhelzing kreeg, soms terwijl de tranen over hun wang biggelden, kan ik niet meer tellen.
Nu ik zelf een auto heb, zijn de kaarten omgedraaid. Hoewel ik bijna nooit de kans krijg om iemand mee te nemen. Ik zou kunnen zeggen dat dit door besmettingsangst komt, maar ook voor corona al waren lifters dun gezaaid. Zonde, want iedereen die ik ooit ontmoet heb die zich eraan gewaagd heeft, is ontzettend dankbaar voor de ervaringen.
Als liften weer gemeengoed wordt, zou het zomaar eens oorzaak nummer 1 kunnen zijn van een groeiende openheid, begrip en liefde tussen mensen — en daarmee van een nieuwe Aarde.
Mocht je nu denken ‘ja, maar weet je hoe gevaarlijk liften is?!’, wil ik allereerst zeggen dat ik uiteindelijk alleen maar vanuit eigen ervaring kan spreken. Laat ik alleen ook een vraag stellen: is liften gevaarlijk? Of laten we ons dat vertellen door bange medemensen en zeldzame, negatieve berichten over liften?
Laat ik daarnaast het woord geven aan twee ervaringsdeskundigen. Christiaan Triebert liftte onder andere van Nederland naar Kaapstad en vertelt in deze TED-talk hoe liften hem heeft geholpen om zich over te geven aan de goedheid van mensen.
Iets dichter bij huis, liftte Marjan Knippenberg ruim twee jaar lang elke woensdag naar haar werk. Ze vertelt daar onder andere over in deze video van de crowdfunding-campagne voor haar boek, ‘6 minuten wachten op geluk’.
‘Geld Gaat Nooit Over Geld’ is vrij en op donatiebasis op Raymundo Resink’s website te lezen. Voor meer informatie en om op de hoogte te blijven, zie GeldGaatNooitOverGeld.org.
Meer inspirerende verhalen over mensen die onze kijk op geld veranderen? Schrijf je in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Je krijgt er nu ons laatste e-magazine bij cadeau.
Oorspronkelijk gepubliceerd op 3 maart 2022. Laatste update: 4 augustus 2023.