klassenbewustzijn

De rode draad van (bijna) alle maatschappelijke problemen? Gebrek aan klassenbewustzijn, zegt Ron Meyer

2 november 2021 DOOR Roanne van Baren Verbonden LEESTIJD: 9 MIN

De vermogensongelijkheid stijgt de pan uit, wonen is alleen nog voor de rijken en schoonmakers kunnen nauwelijks rondkomen. Dit zijn geen op zichzelf staande gebeurtenissen, weet SP’er en FNV-vakbondsman Ron Meyer: “We hebben hier te maken met fundamentele onrechtvaardigheden die door corona nog meer verdiept zijn. Tijd om ons te organiseren.” 

Of het nu gaat over corona-complotdenkers, migratie of de hele overheids-soap: sinds ik Ron Meyer interviewde over zijn boek ‘De Onmisbaren’ mondt elk maatschappelijk geëngageerd gesprek uit in een ‘klassenanalyse’. De missie van de politicus is in mijn geval geslaagd, want volgens hem moeten we het beestje weer bij de naam gaan noemen en het gaan hebben over ‘sociale klassen’. Deze term is uit het politieke debat verdwenen en dat heeft gevolgen. Ron: “De woningcrisis, het toeslagen-schandaal en de dramatische schadeafhandeling van de gaswinningen in Groningen zijn geen incidentele problemen, ze zijn het gevolg van neoliberale beslissingen die de ongelijkheid tussen mensen hebben versterkt. Het is geen toeval dat telkens mensen met bescheiden inkomens en beperkte toegang tot media en macht hier de dupe van zijn. Daar moeten we het over hebben.” 

“Er werd voor de cruciale beroepen geklapt, maar niet gelapt”

Dat de behoefte aan deze klassen-gesprekken groot is, merkt Ron aan de duizenden mails en brieven met persoonlijke verhalen die hij in de eerste weken na de publicatie van zijn boek ontving. Door corona is de onvrede van mensen uit de arbeidersklasse – hij spreekt liever van ‘de onmisbaren’, – gegroeid. “Tijdens de lockdown moesten schoonmakers, thuiszorgmedewerkers en pakketbezorgers nog wel op pad en zelfs nog harder werken en meer risico’s nemen, maar ze kregen geen loonsverhoging. Er werd voor de cruciale beroepen geklapt, maar niet gelapt. Dan gaan mensen vragen stellen”, verklaart Ron. 

Zelf is Ron een kind van onmisbaren. Zijn vader was koelmonteur en zijn moeder schoonmaakster. Beiden werken niet meer, doordat zij op jonge leeftijd ziek werden.  “Geluk,” antwoord Ron als ik hem vraag hoe hij is opgeklommen tot de gestudeerde klasse: “Mijn ouders stimuleerden mij om te gaan studeren zodat ik het beter zou krijgen, maar ik had net zo goed op een dag met dat ene vriendje dat niet zulke goede bedoelingen had op pad kunnen gaan. En als ik een deur verder was geboren had het ook anders af kunnen lopen.” Daar ligt volgens de politicus een belangrijk inzicht: we zijn allemaal gelijkwaardig, maar doordat we in verschillende omstandigheden opgroeien, krijgen we niet dezelfde kansen. Om dat te veranderen spijkert Ron ons bij over ‘sociale klassen’. 

Hoe is je interesse voor ‘sociale klassen’ ontstaan? 

“Ik hoor eigenlijk al mijn hele leven: als je maar hard genoeg studeert en werkt kun je alles worden en krijgen wat je wilt. Deze meritocratische utopie is inmiddels al zo’n veertig jaar dominant in Nederland en klopt slechts voor een klein deel. Ik kom uit een buurt die ‘achter het spoor’ wordt genoemd, waar veel schoonmakers en thuiszorgers wonen. Achter het spoor heb je maar tien procent kans om te studeren. Groei je op in een rijkere buurt aan de andere kant van het spoor, dan is dat vijftig procent. En het is niet dat het grondwater achter het spoor ongezonder is waardoor kinderen dommer worden. Het heeft alles te maken met de sociale omstandigheden: de ruimte, de voorbeelden en de mogelijkheden.

Die meritocratische utopie individualiseert problemen. Mijn academische vrienden zeggen ‘maar ik heb er toch hard voor gewerkt’. Dat hebben ze ook, maar dat betekent niet dat de kinderjuf niet hard heeft gewerkt. Ik ontken niet dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hun geluk, maar wat we onder ogen moeten komen is dat het niet alleen individuele factoren zijn. De sociaal economische status – het opleidingsniveau en inkomen – van ouders is zeer bepalend voor de levenskansen van kinderen.

Mijn beide opa’s waren mijnwerkers: ze moesten hard werken, maar met hun salaris konden ze het hele gezin onderhouden. Met het salaris van een thuiszorgmedewerker, automonteur of kinderjuf lukt dat nu niet meer. Ik gun iedereen gelijke levenskansen. Dat wanneer ze hard werken en hun best doen, ze daarvoor op z’n minst hun gezin kunnen onderhouden.”

klassenbewustzijn

We zijn dus gaan geloven dat we zelf volledig verantwoordelijk zijn voor ons leven en dat een gebrek aan succes onze eigen schuld is. Waar komt dit idee vandaan? 

“Via mensen als Hayek is dat idee halverwege de vorige eeuw ontstaan. Met Reagan en Thatcher werd het vanaf de jaren 80 politiek dominant. En in ons eigen land met Lubbers en later met de  paarse regeringen van Kok. Alles werd door de politiek op het individu toegespitst en woorden als ‘collectief’ en ‘klassenstrijd’ waren uit de mode. De machtigen zeiden tegen de onmachtigen: “Nee joh, strijd is niet meer nodig, als je constructief meedenkt dan kun je alles krijgen wat je wilt.” Ze deden alsof het niet meer om macht ging, maar voerden zelf een keiharde machtsstrijd. Ze vertelden anderen dat ze het touw konden neerleggen, maar trokken zelf des te harder in de maatschappelijke touwtrekwedstrijd.

Onze huidige premier Rutte wordt ‘pragmatisch’ genoemd, daarmee wordt gesuggereerd dat zijn beslissingen geen politiek of ideologisch fundament hebben, dat hij doet wat ieder redelijk denkend mens zou doen. Terwijl hij er bewust voor heeft gekozen om de laagste lonen laag te houden, om de aandeelhouders te pamperen met miljarden en bedrijf als Shell, Akzo Nobel en Asml amper belasting te laten betalen. Dat is geen pragmatisme, maar een hele bewuste ideologische neoliberale keuze die uitgaat van privatisering, individualisering, uitbesteding, laag houden van bescheiden inkomens en bevoordelen van kapitaal.

De enorme media-aandacht rondom mijn boek verklaart dat we behoefte hebben aan iets anders. Aan rebelse ideeën voor het algemeen belang. Aan meer gemeenschapszin: ‘It takes a village to raise a child’, dat doe je met z’n allen. Mensen willen wat anders, maar daarmee is niet gelijk de dominante ideologie weg. Daar zijn strijd en tijd voor nodig.” 

Hoe kan de dominante ideologie verandert worden? 

“Sommige linkse partijen en sociale instituten zijn te veel meegegaan in het neoliberale idee. Ze hebben hun ideologische veren afgeschud en gedaan alsof de arbeider niet meer bestond. Maar dat is een grote vergissing geweest, want de oorspronkelijke arbeider – de mijnwerker en vroegere fabriekswerker – veranderde alleen van verschijningsvorm. Toen de economie van een industriële economie in een diensteneconomie transformeerde, werd de arbeider de postbode, thuiszorgmedewerker en schoonmaker. Ze was vaker vrouw en migrant.

“We hebben ons laten wijsmaken dat het niet meer nodig is om het over sociale klassen te hebben”

We hebben ons laten wijsmaken dat het niet meer nodig is om het over sociale klassen te hebben. Maar gezien de groeiende ongelijkheid tussen mensen, is het noodzakelijk om meer klassenbewustzijn te creëren.

They’ve got the money, we’ve got the numbers.’ Ik neem het de instituten van de onmisbaren kwalijk dat zij verzuimd hebben zich te organiseren. Bijna niemand die werkt voor een woningcorporatie woont in een sociale huurwoning. De huurder is nauwelijks nog serieus vertegenwoordigd. En sommige vakbonden zijn veranderd in een soort dienstverlening, een verzekering. De instituten die vroeger van de arbeiders zelf waren, zijn nu niet meer van hen. Zij moeten zich weer organiseren.” 

Sociale klasse is voor jou de rode draad die door veel politieke problemen loopt. In het politieke debat gaat het nu veel over migratie en discriminatie. Maar weinig over verschil in klassen. Denk je dat wanneer klassenbewustzijn groeit, migratieproblematiek en discriminatie meer op de achtergrond verdwijnen?

“Haal je sociale klasse uit het debat, dan zijn er genoeg dingen waar je op kunt polariseren. Dus wanneer linkse partijen en sociale vakbewegingen het niet over de sociale omstandigheden en verschil in levenskansen hebben, dan zullen er altijd politici zijn die het over culturele achtergrond hebben. Door te individualiseren en mensen met lage inkomens te vertellen dat het allemaal hun eigen schuld is, gaan mensen onderling met elkaar ruziën in plaats van dat ze hun pijlen op de heersende machthebbers richten. Dat is heel slim.

Worden mensen zich wel bewust van hun sociale klasse, dan hebben ze op z’n minst meer begrip voor elkaar. Ik heb dat bij schoonmakers gezien. Orthodoxe moslima’s en homoseksuele ongelovigen werkten samen, want ze wisten dat ze tegen elkaar konden vechten om hun levensbeschouwelijke verschillen, maar dat ze dan nog steeds niet doorbetaald worden als ze ziek zijn. Dus kunnen ze beter samen strijden voor betere levenskansen.” 

klassenbewustzijn

Momenteel gaan veel complottheorieën de rondte. Komt dat ook door de afwezigheid van klassenbewustzijn? 

“Ja, dat denk ik zeker, daarom zul je mij nooit horen zeggen dat mensen wappies zijn. Mensen voelen haarfijn aan dat het systeem onrechtvaardig en hypocriet is. Laat ik vooropstellen dat ik een voorstander ben van vaccineren en dat ik geloof in de wetenschap, want wie ben ik om dat ter discussie te stellen (dan zou ik eerst tien jaar virologie moeten studeren). Dat allemaal gezegd hebbende: snap ik het diepgevoelde wantrouwen en de argwaan wel. De lockdown en avondklok golden eigenlijk niet voor de pakketbezorgers, medewerkers op distributiecentra en Schipholmedewerkers: zij moesten gewoon aan het werk. Zij moesten de risico’s lopen en de grote bazen verdienden daaraan.

“Het borrelt en broeit in de samenleving en dat gaat een keer tot uiting komen”

Mensen voelen dat het beleid niet deugt. Misschien is de analyse die daarop volgt niet correct, maar ik beschouw de populariteit van complottheorieën als één van de resultaten van de grote ongelijkheden tussen mensen. De huidige sociale-economische onstuimigheid kent vele verschijningsvormen. Het borrelt en broeit in de samenleving en dat gaat een keer tot uiting komen. Ik hoop dat dat op een goede manier gebeurt.

Als ik Ron vraag wat een juiste manier zou zijn, haalt hij de spreuk van een bisschop aan. “Maar ik ben zeker niet gelovig”, voegt hij toe. De spreuk gaat over ‘Hoop’ die twee dochters heeft: ‘Woede’ en ‘Moed’. “Daar zit voor mij alles in,” zegt Ron: “Wanneer je boos bent zie je onrechtvaardigheden en door moed ga je er iets aan doen. Dan organiseren mensen zich.” 

En wanneer mensen zich weten te organiseren, kunnen zij de wereld veranderen. Als Ron het voor het zeggen zou hebben dan maakt het niet meer uit of je voor of achter het spoor wordt geboren. Dan zijn de verschillen tussen inkomens en vermogens van gezinnen veel minder groot. Ron: “Ik heb een hele milde op de gemeenschap gerichte wens. Dat de mensen met bescheiden inkomens er ook bij horen. En niet langer gemiddeld jaren eerder dood gaan. Dat die wens soms bijna onhaalbaar lijkt, symboliseert de onrechtvaardigheid van de afgelopen veertig jaar. We kunnen dat in de praktijk veranderen. We kunnen daar komen.”

Wil je meer lezen over hoe we de samenleving van ons allemaal maken? Iedere week vind je een flinke dosis positiviteit en blik-verruimende kennis in onze gratis nieuwsbrief. Schrijf je nu in en je krijgt ons meest recente e-magazine cadeau. Inspiratie gegarandeerd!

Roanne van Baren

Roanne duikt in de moeilijke vragen van deze tijd, onderzoekt het hele palet en komt boven water met nieuwe perspectieven en verhalen.

Bekijk alle artikelen van Roanne van Baren
Steun
MaatschapWij
10 EURO
Bij MaatschapWij zetten we al meer dan zeven jaar denkers en doeners in de schijnwerpers die onze samenleving groen, gezond en verbonden maken. Zonder betaalmuur of andere obstakels. En zonder winstoogmerk. Dit collectief kan zonder financiële steun niet bestaan. Veel hebben we niet nodig: elke donatie, hoe klein of groot ook, is welkom. Sluit je aan, we hebben je nodig!
Tuurlijk!
GERELATEERD