‘Hoelang gaat dit nog duren?’ vragen we onszelf af. Hoewel er door het nieuws over een vaccin licht aan het eind van de tunnel lijkt, zitten veel mensen er volledig doorheen. Met de feestdagen in zicht, ziet redacteur Roanne de coronadepressie om zich heen grijpen. “We moeten onszelf de tijd geven om te rouwen.”
De nieuwigheid is er wel een beetje vanaf; nu we al sinds maart te dealen hebben met Covid-19 in Nederland. In het begin spraken we over solidariteit en vonden we het wel oké om binnen te blijven zodat de curve kon flattenen. Maar nu, bijna acht maanden later, wordt het steeds lastiger om te dealen met het coronavirus. We willen het niet meer: de maatregelen, het gedoe eromheen en al het sociale contact dat geminimaliseerd is.
En het noodzakelijke sociale contact dat er wel is, voelt triest. Het is triest om in de supermarkt te staan en te glimlachen naar de cassiere, maar plots te beseffen dat je zo’n mondkap-ding op hebt en zij helemaal niet ziet dat je contact probeert te maken. En het doet een beetje pijn om langs elkaar heen te walsen en de ander zo min mogelijk last te laten ervaren van je bestaan. Soms mis ik het om per ongeluk tegen iemand aan te stoten in een drukke ruimte en een andere textuur jas te voelen. ‘Ah ja zo voelt een bomberjack’; lang geleden dat ik dat ervaren heb.
Coronadepressie
In deze context is het soms moeilijk om het koppie omhoog te houden. Men sprak al van coronamoeheid en coronadepressie. Steeds meer mensen glijden af in melancholie en neerslachtige gedachten. Sigmund Freud omschreef melancholie als rouwen om het verlies van iets ontastbaars. Anders dan rouwen om een dierbare, is het bij melancholie onduidelijker wat precies het verliesobject is. Sommige van ons hebben daadwerkelijk iemand verloren aan corona, maar de meesten van ons zijn vooral sociaal contact, hun baan, geld en de ‘normale gang van zaken’ verloren. Dat verlies zien we vaak niet als rouwen, maar is het wel. Het is geen rouwen om het verlies van leven, maar om de kwaliteit van leven.
Rouwproces
Niet iedereen heeft evenveel last van de coronacrisis. De ene voelt zich eenzamer dan de ander en de een heeft meer verloren dan de ander. Sommigen hebben geen rouwproces, anderen een lichte en weer anderen een zware. Psychiater Elisabeth Kübler-Rosswordt deelde het rouwproces in vijf fases op: ontkenning, woede, onderhandelen, depressie en aanvaarding. En dat zie je ook terug in het corona-rouwproces, waar we nu in zitten. Ieder doorloopt de fases in verschillende volgorden en in een eigen tempo. Als je bij het punt depressie bent, kan je bijvoorbeeld prima weer woede voelen.
Niet waar
In het begin van de coronacrisis was er nog enig draagvlak om een tijdje binnen te blijven, omdat we vasthielden aan het idee dat corona wel snel zou overwaaien. Zelf bleef ik daaraan vasthouden, ook toen de geluiden opkwamen dat corona nog een tijd zou blijven en een tweede golf in het verschiet lag. Ik ontkende die werkelijkheid: ‘Hoezo zouden we moeten wennen aan het nieuwe normaal, dit is toch maar eventjes?’.
Boos zijn is ook oké
Toen begon in te dalen dat de coronacrisis echt lang zou gaan duren, ontstond iets anders: boosheid over al dat gedoe. Gedachten en uitspraken over wat we allemaal wel niet opofferen. En waarvoor? Voor een paar mensen die sowieso nog maar een paar maanden/jaren te leven hebben. Sommigen van ons vinden een rechtvaardiging voor die boosheid in complottheorieën. En die neiging is begrijpelijk. Ook ik moest mezelf blijven herinneren waarom de huidige regering handelt zoals ze handelt. Zij kunnen niet zomaar IC’s vol laten stromen en de kwetsbaren van onze samenleving niet beschermen (die ook onze geliefden en naasten zijn).
Ik moest denken aan ‘het trolleyprobleem’ waar ik tijdens mijn studie ethiek meerdere malen mee te maken kreeg. Of je doet niks en laat de metaforische trein, die corona is, meerdere mensen dood rijden. Of je bemoeit je wel met de situatie, wisselt het spoor en zorgt ervoor dat minder mensen doodgaan. In die situatie is het logisch dat de regering ervoor kiest om wel aan de knoppen te draaien.

© Wikimedia Commons
Soms zijn we boos en het niet altijd eens met de beslissingen die worden genomen, maar ook woede is tijdelijk. Ook daar komen we doorheen. Dat betekent overigens niet dat we geen kritische vragen moeten stellen over het beleid. Ten alle tijden is het van belang dat we vraagtekens zetten bij hoe de dingen gaan, anders wordt het een enge samenleving.
Als ik dit doe, komt het dan goed?
Hebben we onszelf door de boosheid heen gemanoeuvreerd, dan belanden we in de volgende fase: onderhandeling. We pogen het verlies te verwerken door heel hard ons best te gaan doen. Dan maar twee meter afstand houden en toch niet naar familie en vrienden gaan. ‘Misschien als ik overal een mondkapje op doe dat corona verdwijnt,’ denken we niet hardop. Of je stopt met roken en suiker eten om niet meer tot de risicogroep te behoren. En probeert je naasten ervan te overtuigen dat ook te doen. Nog radicaler: je besluit een radicale carrièreswitch te maken en epidemioloog of politicus te worden, zodat je nog enige inspraak hebt. Allemaal pogingen om corona zo snel mogelijk de wereld uit te helpen.
Sadness is a blessing
Als blijkt dat die pogingen maar weinig invloed hebben en alsnog resulteren in een tweede of zelfs derde golf, verliezen we de moed. En voor de mensen die banen zijn kwijt geraakt, zorgt de fase van onderhandeling niet dat ze opeens weer worden aangenomen. De melancholie kickt in. Dit is ongeveer de staat waar veel mensen om mij heen nu inzitten: de coronadepressie. De eerstejaars studenten die niet de wilde jaren tegemoet gaan waar ze zo verlangend naar uitkeken, de oma’s en opa’s die te weinig mensen zien, de thuiswerkenden die collega’s missen, de werklozen en degenen die banen verloren zijn. Dit is een fase van machteloosheid. Op dit moment kan je weinig doen aan datgene wat er is gebeurt en hoe de situatie nu is. Dat is even door de zure appel heen bijten.
Van acceptatie naar verandering
Dit is het punt waarop mensen aanvaarden wat ze verloren hebben en het een plek kunnen geven. Wanneer je iets accepteert, kun je pas verder. En gaan nadenken over hoe je je leven wilt inrichten: ‘De situatie is nu zo, wat wil ik daarmee?’ Misschien betekent dat meedoen aan het politieke debat via sociale media of een petitie beginnen en ruimte bieden aan een ander geluid. Of dat je jezelf een tijdje terugtrekt en een mini-retraite in eigen huis met jezelf hebt, weg van alle gekte.
In plaats van ons te focussen op wat we verloren zijn (wat we deden in de vorige fases), kunnen we in deze fase ons bezig gaan houden met wat we wel willen. We maken plannen om dingen achter te laten in het BCC-tijdperk (Before Corona Crisis): De uitputting van de Aarde bijvoorbeeld, of een drukke fulltime baan.
Soms rouwen we
Natuurlijk is rouwen om een overleden dierbare anders dan een coronadepressie en rouwen om corona-verlies. Want anders dan dat we iemand niet meer terugkrijgen, krijgen we hopelijk wel sociaal contact zoals we dat kennen terug. Zonder mondkap, zonder anderhalve meter afstand en zonder het schuldgevoel dat je eigenlijk niet je drie beste vrienden tegelijk mag uitnodigen. En krijgen de mensen die zonder baan zijn komen te zitten weer een nieuwe baan. Hopelijk kunnen we over een tijd zeggen dat de coronacrisis voorbij is en kunnen we weer het normale leven met elkaar gaan leven.
Maar tot die tijd mogen we rouwen om datgene wat er nu niet is, onszelf zien als rouwende mensen en lief zijn voor onszelf. Toen het uitging met mijn relatie van drie jaar zei een compassie-lerares: ‘Op dit moment ben je een rouwend persoon, geef jezelf de ruimte om te mogen rouwen’. Soms rouwen we om de afwezigheid van dingen die er eerst wel waren.
Iedere week meer tips en artikelen vol blikverruimende kennis in je mailbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang gratis ons nieuwste e-magazine. Inspiratie gegarandeerd!